Antwoorden op kamervragen over bescherming van de brandweer door de ME

Vragen van het lid Brinkman (PVV) over bescherming van de brandweer door de ME.

1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het bericht “ME beschermt brandweer Amsterdam”?

1. Antwoord
Ja.

2. Vraag
Is het waar dat uitsluitend ter bescherming van de brandweer de politie moet uitrukken of heeft moeten uitrukken? Zo ja, hoe vaak is dit voorgekomen?

2. Antwoord
Ten behoeve van de beantwoording is een ambtsbericht bij het korps Amsterdam-Amstelland opgevraagd. Hieruit blijkt het volgende: Nee. In verband met de situatie in Amsterdam-West heeft de politie de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen, waaronder het gedurende enkele dagen beschikbaar hebben van de ME. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan waarbij de politie de brandweer moest beschermen.

3. Vraag
Hoeveel auto’s zijn sinds 15 oktober 2007 in Amsterdam in brand gestoken?

3. Antwoord
Uit het bovengenoemde ambtsbericht blijkt het volgende: Sinds 15 oktober zijn er – voor zover bekend – 29 incidenten geweest die mogelijk gerelateerd zijn aan de situatie in Amsterdam-West en waarbij één of meerdere auto’s, motorfietsen of bromfietsen brandschade hebben opgelopen.

4. Vraag
Hoeveel raddraaiers zijn sinds 15 oktober 2007, in Amsterdam aangehouden, bij incidenten rondom de moordpoging op 2 Amsterdamse politiemensen op 15 oktober 2007 door een Marokkaan? Hoeveel van deze verdachten zijn in verzekering gesteld en hoeveel van deze verdachten zijn voorgeleid voor de Officier van Justitie?

4. Antwoord
Ten behoeve van de beantwoording is een ambtsbericht bij het OM van Amsterdam opgevraagd. Hieruit blijkt het volgende: tot op heden zijn 15 personen naar aanleiding van genoemde incidenten in Amsterdam aangehouden.

Vijf personen zijn op 18 oktober 2007 aangehouden wegens overtreding van artikel 2.1 lid 1 van de Algemene Politieverordening omdat zij door luid schreeuwen c.q. ruzie maken de openbare orde verstoorden. Deze personen zijn voorgeleid bij de rechter-commissaris.

Drie personen zijn op 17 oktober 2007 aangehouden op grond van art. 2.1 lid 1 APV Amsterdam. Betrokkenen zijn op 18 oktober 2007 op last van de officier van justitie in vrijheid gesteld, wegens het ontbreken van voldoende ernstige bezwaren.

Drie personen zijn op 20 oktober 2007 aangehouden wegens de verdenking van voorbereiding van brandstichting. Zij zijn voorgeleid aan de rechter-commissaris.

Drie personen zijn op 21 oktober 2007 wegens de verdenking van de voorbereiding van brandstichting aangehouden. De verdachten zijn voorgeleid aan de rechter-commissaris en in bewaring gesteld.

Eén verdachte is op 25 oktober aangehouden wegens de verdenking van brandstichting. Deze verdachte is heengezonden wegens het ontbreken van voldoende ernstige bezwaren.

Na 25 oktober zijn er geen aanhoudingen meer verricht die kunnen worden gerelateerd aan de branden in Slotervaart (peildatum 29 november 2007).

5. Vraag
Indien de rust in de buurt niet wederkeert acht u het dan gewenst een beroep te doen op een bijstandseenheid van de Koninklijke Marechaussee in Amsterdam-West? Zo ja, op welk moment acht u dit noodzakelijk? Zo neen, waarom niet?

5. Antwoord
Het aanvragen van bijstand van de Koninklijke Marechaussee (KMar) is in eerste instantie een lokale verantwoordelijkheid. De burgemeester van Amsterdam heeft het niet noodzakelijk gevonden een bijstandsverzoek bij de KMar te initiëren. Deze beslissing ondersteun ik.

Indien een regionaal politiekorps bijstand nodig heeft ter handhaving van de openbare orde dan dient de korpsbeheerder, op aanvraag van de burgemeester, hiertoe een verzoek in bij de commissaris van de koningin. Indien het voor de commissaris van de koningin niet mogelijk is om, met de in zijn ambtsgebied beschikbare politie, in de bijstandsaanvraag te voorzien dan stuurt hij het verzoek door naar het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC). Het LOCC coördineert namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de landelijke bijstandsaanvragen. Bijstand ter handhaving van de openbare zal in eerste instantie worden verleend door een ander (aangrenzend) regionale politiekorps. Door de KMar kan ook bijstand worden verleend. Dit kan onder meer het geval zijn indien er een tekort is aan capaciteit bij de (aangrenzende) regionale politiekorpsen of indien specifieke expertise en / of materieel noodzakelijk is die niet (direct) beschikbaar is bij de politie.

1) www.telegraaf.nl, katern Binnenland, gedateerd 23 oktober 2007