Kabinet: ‘bestrijding georganiseerde misdaad versterken’

De georganiseerde misdaad in Nederland moet eind 2011 zichtbaar zijn teruggebracht, een dreigende verweving tussen de onderwereld en de bovenwereld moet worden afgewend. Dat schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag aan de Tweede Kamer. Mensenhandel, inmenging van de georganiseerde criminaliteit in de vastgoedsector en grootschalige hennepteelt worden krachtiger aangepakt. Ook investeert het kabinet in de opsporing van financieel-economische criminaliteit en in het vaker en effectiever afnemen van crimineel vermogen.

Het kabinet neemt een reeks maatregelen om de aanpak van georganiseerde misdaad en de financieel-economische criminaliteit verder te versterken. Daarmee bevestigt het kabinet de strategie die in 2004 is ingezet met de vorming van de Nationale Recherche en verstevigt het kabinet de greep op de georganiseerde misdaad. De aanpak van financieel-economische criminaliteit is specifiek gericht op verschillende vormen van fraude, witwassen, corruptie en bovendien op het vaker afnemen van crimineel vermogen. Voor deze maatregelen heeft het kabinet in 2008 al 27 miljoen euro uitgetrokken, oplopend naar 57 miljoen euro in 2012. In de uitwerking van de maatregelen zal hier nog geld aan worden toegevoegd. De maatregelen staan beschreven in het plan van aanpak georganiseerde criminaliteit en het plan van aanpak financieel economische criminaliteit, zoals die zijn aangekondigd in het programma Veiligheid begint bij voorkomen. Het eerder aangekondigde actieprogramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad zal de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties begin 2008 aan de Kamer zenden.

De schade die de georganiseerde misdaad toebrengt aan de Nederlandse samenleving is groot. Uit onderzoek blijkt dat er onder meer sprake is van uitbuiting van mensen, productie, invoer en doorvoer van drugs en van een reëel risico op verweving tussen criminele organisaties en de legale economie. Georganiseerde misdaad gaat bovendien gepaard met bedreigingen, afpersingen en gebruik van geweld (soms uitmondend in liquidaties). Uiteindelijk is de integriteit van de samenleving in het geding en wordt de directe leefomgeving van burgers bedreigd.

Een effectieve bestrijding van de georganiseerde misdaad vraagt om meer dan alleen strafrechtelijke opsporing en vervolging. Het gaat om een integrale aanpak en samenwerking door alle partijen. Op die manier worden ook de onderliggende structuren waarvan de georganiseerde criminaliteit zich bedient blootgelegd en aangepakt. Een goed voorbeeld daarvan is de aanpak van de criminaliteit in het Wallengebied in Amsterdam, onder de naam Emergo. De gemeente, de belastingdienst, politie en justitie hebben, met steun van het kabinet, de handen ineengeslagen om criminele machtsconcentraties (en daarmee de verwevenheid van de onder- en bovenwereld) op alle mogelijke en ook onorthodoxe wijzen aan te pakken.

Beschikbare databestanden worden gedeeld en intensief geanalyseerd en zullen uitmonden in gemeenschappelijke interventies. Het kabinet wil drempels opwerpen voor degenen die zich inlaten met georganiseerde criminaliteit, illegale markten die samenhangen met georganiseerde misdaad terugdringen en gelegenheidsstructuren afbreken. De hierboven geschetste integrale aanpak wordt behalve in Amsterdam ook toegepast rond de thema’s mensenhandel, vastgoedfraude en grootschalige hennepteelt.

Maatregelen

  • Witwassen: vanaf 2008 komt er extra capaciteit bij de FIOD-ECD (35 fte), onder meer om witwassen als zelfstandig fenomeen in relatie tot de financiële sector op te kunnen sporen.
  • Financiële expertise: In 2008 wordt de financiële expertise binnen OM en politie, zowel wat betreft kwaliteit als capaciteit, in onderzoeken naar georganiseerde misdaad verstevigd. Dit geldt in het bijzonder voor de vormen van georganiseerde misdaad, zoals drugshandel, die veel misdaadgeld genereren en waarbij dus witwassen een voorname rol speelt.
  • Vanaf 2008 wordt binnen OM en politie extra geïnvesteerd om de analysekwaliteit (expertise) te versterken en om analisten bij de politie en speciale informatieofficieren van Justitie aan te stellen.
  • De toepassing van het instrument financieel rechercheren en afnemen van crimineel vermogen worden een vast onderdeel van de opleiding en werkwijze bij politie en OM.
  • Vastgoed: Het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst geven de komende jaren hoge prioriteit aan het aanpakken van criminele investeringen, witwassen en andere malversaties in de vastgoedmarkt. Ook worden maatregelen getroffen om juridische beroepsgroepen weerbaarder te maken tegen misbruik door de georganiseerde misdaad. Begin 2008 zal een wetsvoorstel in consultatie gaan dat de notaris verplicht aan de Belastingdienst financiële gegevens over bepaalde transacties te verstrekken, om misbruik van derderekeningen tegen te gaan. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft een checklist opgesteld die notarissen een concreet handvat biedt om misbruik van zogenaamde ABC-transcaties tijdig te kunnen inschatten.
  • Afpakken crimineel vermogen wordt geïntensiveerd, onder meer door ook alternatieve instrumenten (hogere geldboetes eisen, fiscale naheffing, verbeurdverklaring) toe te passen en meer internationale samenwerking na te streven. In 2008 zal het wetsvoorstel ter verbetering van de uitvoering van de ontnemingsmaatregel ter consultatie worden toegezonden aan de vaste adviesorganen;
  • Faillissementsfraude curatoren worden beter in positie gebracht door uitbreiding garantstellingregeling, ontwikkeling van een ‘toolbox’, onderzoek naar mogelijkheid ‘staatscuratoren’ en drempels voor seriële fraudeurs (zwarte lijsten, bestuursverbod).
  • Corruptie extra capaciteit bij Rijksrecherche en OM voor aanpak ambtelijke corruptie en corruptie in de private sector en vaker bestuurlijke rapportages na opsporingsonderzoek ten behoeve van bestuursorganen.
  • Internationale samenwerking de internationale samenwerking op het terrein van de georganiseerde misdaad wordt versterkt. Nederland zet daarbij in om gezamenlijke onderzoeken met buurlanden als België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk op te zetten op basis van analyses door Europol in het kader van het zgn. Organised Crime Threat Assessment. Daarbij worden de in de afgelopen jaren ontwikkelde nieuwe instrumenten voor de samenwerking (verruiming van mogelijkheden voor informatie-uitwisseling, het opzetten van gemeenschappelijke onderzoeksteams, etc.) beter benut. Nederland steunt inspanningen ter versterking van de rol van Eurojust bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit.
  • Ook wordt de internationale samenwerking versterkt bij de uitwisseling en analyse van informatie over rechtspersonen en hun bestuurders met het oog op het voorkomen en tegengaan van grensoverschrijdend misbruik van rechtspersonen.
  • Mensenhandel begin 2008 wordt een task force ‘aanpak mensenhandel’ ingericht om een extra impuls te geven aan een overheidsbrede bestrijding van dit fenomeen, met een mix aan preventieve, bestuurlijke, strafrechtelijke en internationale maatregelen. In samenspraak tussen OM, politie en lokaal bestuur worden gerichte maatregelen getroffen om de voedingsbodem voor misbruik en uitbuiting aan te pakken. Andere elementen van de aanpak zijn een dadergerichte aanpak van souteneurs; een krachtiger inzet van financieel rechercheren en ontneming bij mensenhandelonderzoeken, en intensieve internationale samenwerking met bronlanden als Roemenië en Bulgarije.
  • Hennepteelt begin 2008 wordt ook een task force ‘aanpak georganiseerde hennepteelt’ ingericht. De intensieve aanpak van de thuisteelt begint duidelijk zijn vruchten af te werpen en zal worden gecontinueerd. Daarnaast zal de komende jaren de focus nadrukkelijk worden gelegd op de criminele organisaties achter de bedrijfsmatige hennepteelt. Zoals met succes gebeurt bij de bestrijding van synthetische drugs, zal ook bij hennepteelt de aanpak worden gericht op alle schakels in de keten: productie, handel en distributie. Doel is om niet alleen om individuele daders aan te pakken en criminele organisaties te ontmantelen, maar vooral ook de onderliggende gelegenheidsstructuren af te breken.