Aanbieding jaarwerkprogramma 2008 van Inspectie jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB/JZ-2821571

17 januari 2008

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie, het jaarwerkprogramma 2008 van de Inspectie jeugdzorg aan. Wij hebben het jaarwerkprogramma goedgekeurd en vastgesteld.

Het jaarwerkprogramma is opgesteld aan de hand van vier bronnen: het meerjarenplan 2006-2009, de risicoanalyse van de Inspectie jeugdzorg, de toezichtwensen van overheden en signalen uit de maatschappij over de kwaliteit van de jeugdzorg.

Het jaarwerkprogramma bevat het toezicht dat de Inspectie jeugdzorg in 2008 zal uitvoeren. Het betreft een aantal landelijke onderzoeken en een aantal onderzoeken die voor één of enkele provincies specifiek gelden. De inspectie reserveert een deel van haar capaciteit voor toezicht naar aanleiding van calamiteiten.

In het jaarwerkprogramma is het project “Waarborgen van veiligheid en verantwoorde zorg voor kinderen binnen gesloten jeugdzorg” opgenomen. Binnen dit project worden vijf instellingen getoetst die vanaf 1 januari 2008 gesloten jeugdzorg bieden. Op pagina 8 is te lezen dat twee van deze instellingen – O.G. Heldringstichting en Het Keerpunt – niet in dit toezichtsproject worden meegenomen, daar zij reeds object van toezicht zijn in het dieper gaande onderzoek “Vervolgtoezicht Veiligheid voor jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen”. Bij het toezicht op deze twee instellingen zullen ook de specifieke regels voor gesloten jeugdzorg worden getoetst, waarbij de borging van de rechtspositie van de jeugdige een expliciet punt van aandacht is conform het project “Waarborgen van veiligheid en verant-woorde zorg voor kinderen binnen gesloten jeugdzorg”. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Çörüz (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 30 644, nr. 23), waarin de regering verzocht wordt om de Inspectie Jeugdzorg bij het toezicht op de uitvoering van de Wet op de gesloten jeugdzorg met voorrang de borging van het rechtspositie van de jeugdige te laten toetsen.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet