Brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de modernisering GBA

Hierbij informeer ik u over de voortgang van het programma Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (hierna: mGBA). In mijn brief van 5 juli 2007[1] heb ik u gemeld dat het programma mGBA in tijd en budget zou uitlopen. Ik heb de oorzaken hiervan laten analyseren. Daartoe heb ik een tweetal onderzoeken laten uitvoeren, één naar de kostenraming en één naar de aansturing van het programma. U treft de beide onderzoeken als bijlagen bij deze brief aan. De belangrijkste conclusies zijn in deze brief weergegeven.

Zoals in mijn brief van 3 oktober 2007[2] aangegeven heb ik, vooruitlopend op de uitkomsten van beide onderzoeken, besloten om de realisatie van het burgerzakensysteem, het decentrale deel van de modernisering GBA, voorlopig op te schorten en prioriteit te geven aan het centrale deel, GBA-Verstrekkingen. Dit is het onderdeel van het programma dat bij handhaving van het toegekende budget het hoogste maatschappelijke rendement zal opleveren door het online en 24 uur per dag beschikbaar stellen van GBA-gegevens aan geautoriseerde afnemers.

Conclusies onderzoeken
Het Kostenonderzoek Startpakket modernisering GBA (bijlage 1) richtte zich op het verklaren van de verschillen tussen de begrotingen die zijn afgegeven in september 2006 en april 2007. Verder richtte het onderzoek zich op de vraag in hoeverre de raming van april 2007 juist is en op de mogelijkheden om binnen het beschikbare budget te blijven.

Het begrotingsverschil wordt in het onderzoek verklaard door een toename van de omvang en de reikwijdte, het uitlopen in de tijd, de nadere invulling van pro memorieposten en vertraging bij het testen en in productie nemen van de opgeleverde producten. Ten aanzien van de vraag over de juistheid van de kostenraming van april 2007 en de risico’s die nu nog bij de realisatie van het programma aanwezig zijn, heeft het onderzoek geleid tot een beter inzicht. Gegeven de complexiteit van de materie zal hier echter nog nader onderzoek naar moeten worden verricht. Het onderzoek concludeert dat het alleen mogelijk is om binnen het toegekende budget te blijven als bepaalde onderdelen van het programma mGBA niet worden uitgevoerd.

Het onderzoek van de Auditdienst (AD) van het ministerie van BZK richtte zich op de aansturing van het programma mGBA (bijlage 2). De AD concludeert dat de business case die in 2003 is opgesteld en in 2005 is geactualiseerd, in de uitvoering van het programma geen rol van betekenis heeft gespeeld en dat de programma-aansturing niet aansloot op het resultaatgerichte karakter van het omvangrijke, complexe en risicovolle traject dat voor het programma moet worden afgelegd. Hierdoor is er onvoldoende regie geweest op de functionaliteit, geld, tijd en risico’s en de verantwoording hierover.

Naar aanleiding van de bevindingen van de onderzoeken heb ik voor GBA-V Full Service maatregelen getroffen op het punt van fasering, planning en begroting en risicobeheersing. Daarnaast heb ik in nauw overleg met ICTU bekeken op welke wijze de aanbevelingen van de AD kunnen worden verwerkt in de programmastructuur en de verdere opdrachtverlening voor GBA-V Full Service. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over aansturing, onderling overleg en communicatie, zodat de continuïteit op dit onderdeel van het programma is verzekerd. Dit betekent overigens niet dat geen sprake meer is van risico’s. Het programma mGBA blijft een complex en risicovol traject. Voor de langere termijn, en bijvoorbeeld ook voor een eventuele herstart van het Burgerzakensysteem, wordt nog gekeken naar maatregelen in meer algemene zin om de aansturing van ICT-programma’s te versterken.

Hieronder schets ik kort de stand van zaken van het programma in het licht van de bevindingen van de beide onderzoeken. Ik maak daarbij onderscheid tussen de situatie op de korte en de langere termijn.

Stand van zaken op de korte termijn:

GBA-V Online
De ontwikkeling van GBA-V Online nadert haar voltooiing. GBA-V Online maakt de online-bevraging mogelijk van een kopie van alle volledige persoonlijsten uit de Gemeentelijke Basisadministratie. In december 2007 is de eerste afnemer overgestapt op GBA-V Online. Als alle afnemers op GBA-V Online over zijn, zal de tijdelijke voorziening, de Landelijk Raadpleegbare Deelverzameling (LRD), gefaseerd worden afgebouwd.

GBA-V Full Service
Naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek naar de kosten en aansturing van het programma heb ik besloten om de volgende stap in het centrale deel, GBA-V Full Service (plus enkele daaraan gerelateerde zaken), te laten aanvangen met een uitgebreide inceptiefase, waarin scope, inhoud, begroting en planning worden vastgesteld. Deze inceptiefase wordt in april 2008 afgerond. Bij het accorderen van de begroting en planning zal ik een besluit nemen of de vervolgopdracht voor de bouw aan de Stichting ICTU (hierna ICTU) zal worden verleend. De geaccordeerde planning en begroting zullen systematisch worden bewaakt. Inmiddels heb ik ingestemd met de opdrachtverstrekking voor de inceptiefase van deze volgende stap.

De realisatie van beide centrale onderdelen - GBA-V Online en GBA-V Full Service - zal plaatsvinden binnen het nog resterende budget.

Stand van zaken op de langere termijn:

Burgerzakensysteem
Het resterende budget uit september 2006 is onvoldoende voor de realisatie van het gehele oorspronkelijk beoogde programma. Zoals hierboven aangegeven, heb ik ervoor gekozen het resterende budget aan te wenden voor het afronden van GBA-V Full Service. Dit betekent dat er geen budget resteert voor het realiseren van het burgerzakensysteem en de doorontwikkeling van GBA-V. Om die reden heb ik, na overleg met de VNG en NVVB, de realisatie van het burgerzakensysteem voorlopig opgeschort. Op dit moment onderzoek ik met de VNG en de NVVB de mogelijkheden om het burgerzakensysteem een herstart te geven. Belangrijke onderdelen van dat onderzoek vormen een nieuwe business case, een grondige verkenning van realistische scenario’s en het vinden van het benodigde budget.

Een goed werkende GBA is cruciaal voor de informatiehuishouding van de overheid. Het is daarom mijn voornemen het Burgerzakensysteem te herstarten. Dit is echter onder voorbehoud van voldoende draagvlak bij de bestuurlijke partners, de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen bij alle betrokken partijen en voldoende duidelijkheid over de verdeling van de (financiële) verantwoordelijkheden. Als het tot een herstart komt, zal het programma moeten passen binnen de maatregelen die ik op grond van de aanbevelingen van de beide onderzoeksrapporten heb genomen. Als een herstart van het Burgerzakensysteem uitblijft, moet er in ieder geval een oplossing worden gevonden voor de Moderne Interfaces die het transport van data en communicatieverkeer efficiënter maken door gebruik te maken van reeds bestaande e-overheid applicaties.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

drs. A.Th. B. Bijleveld-Schouten


[1]

Kamerstukken II 2006/2007, 27859, nr. 8

[2]

Kamerstukken II 2006/2007, 27859, nr. 9