Brief van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

OHW-CB-U-2836764 3 april 2008 Bij brief van 29 februari 2008, kenmerk VWS-08-192, heeft de vaste commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om mijn reactie op de brief van 5 februari 2008 van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp (SVJ). De brief waar u mijn reactie op vraagt is mij door de SVJ slechts als bijlage gezonden bij een schrijven (eveneens) gedateerd 5 februari 2008. In het navolgende ga ik daarom uitsluitend in op de vragen die de SVJ mij daarin heeft gesteld.

De SVJ bracht mij ervan op de hoogte bij uw commissie aandacht te hebben gevraagd voor het dossier van de Indische gemeenschap met betrekking tot rechtsherstel en de backpay-kwestie. De SVJ verzocht mij kennis te nemen van de inhoud van dat verzoek en deze zaak te volgen.

De SVJ wees er op in een brief van 20 januari 2006 eerder aandacht voor deze materie bij mijn ambtsvoorganger te hebben gevraagd, maar stelde tot op heden daar geen reactie op te hebben ontvangen. Op 28 februari 2008 heb ik de SVJ schriftelijk laten weten dat de brief van de SVJ op 28 april 2006 beantwoord werd. Een afschrift van de betrokken antwoordbrief is aan de SVJ als bijlage meegezonden.

Ik hecht eraan te benadrukken dat de bijzondere plaats van de Indische gemeenschap en de uitzonderlijke lotgevallen van degenen die afkomstig zijn uit Nederlands-Indië onderwerp van zorg en aandacht zullen blijven.

Voor de volledigheid zend ik u een afschrift van de brief van 5 februari 2008 die ik van de SVJ ontving. Mijn antwoordbrief van 28 februari 2008 aan de SVJ, en de bijlage, treft u eveneens als afschriften aan.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,


mw. dr. J. Bussemaker