Slotmanifestatie bibliotheekvernieuwing

• In ons land rekenen we bibliotheken tot de vanzelfsprekende voorzieningen: onafhankelijk, betrouwbaar, werkend zonder winstbejag. Ik kan me geen Nederland zonder bibliotheken voorstellen.
• Er moet nu wel iets gebeuren, we moeten keuzes maken. De tijd vraagt erom, ook het politieke momentum komt eraan: op 22 april heb ik een Algemeen Overleg over bibliotheekvernieuwing in de Tweede Kamer. Maar laat ik eerst de leden van de Stuurgroep Bibliotheken bedanken voor hun rapport, evenals het SCP dat hieraan een bijdrage heeft geleverd. Dit is het sluitstuk van zes jaar bibliotheekvernieuwing en tegelijkertijd het startpunt voor de volgende fase.
• Om de Raad voor Cultuur niet voor de voeten te lopen, wil ik eerst hun advies afwachten voordat ik dieper op het rapport inga. Maar ik wil u wel in grote lijnen vertellen hoe ik tegen bibliotheekvernieuwing aankijk.
• De openbare bibliotheek is al 100 jaar een sterk merk, als de ‘bieb’. Liefst 4 miljoen Nederlanders zijn lid, van jong tot oud en afkomstig uit alle lagen van de bevolking. Je gaat er naartoe om boeken te lenen, een krantje te pakken, een kunstboek te bekijken, door magazines te bladeren, te internetten… Cultuur, literatuur, informatie, je vindt het in de bieb. Kortom: de bibliotheek is een publieke voorziening met een grote sociaal-culturele betekenis. Maar zelfs het mooiste instituut heeft onderhoud nodig. Soms zelfs een ‘extreme make over’ van exterieur en interieur!
• Daarom zijn we zo’n zes jaar geleden begonnen met de bibliotheekvernieuwing. Dat werd al snel een ingrijpende operatie, en tijdens de verbouwing ging de verkoop gewoon. Er is al veel werk verzet, maar we zijn er nog lang niet. Enerzijds omdat de afgesproken doelen nog niet zijn bereikt, anderzijds omdat de afgelopen jaren nieuwe kansen en bedreigingen naar boven kwamen, waar zes jaar geleden nog geen sprake van was.
• Zo was ‘googelen’ in 2002 nog marginaal, alleen ‘trendsetters’ en ‘early adapters’ hielden zich ermee bezig. Moet je nu eens kijken! Internet is in korte tijd uitgegroeid tot een van de belangrijkste informatiebronnen, zo niet de allerbelangrijkste! Bibliotheken moeten zich dan ook afvragen welke meerwaarde ze nog kunnen bieden aan gebruikers van Google, Wikipedia en You Tube. Natuurlijk zijn er nog altijd mensen die ouderwets boeken lezen, maar die boeken worden steeds vaker gekocht dan geleend.
• We zitten in een cruciale fase. Hoe kan de bibliotheek – van oorsprong een instrument voor volksontwikkeling en –verheffing – een zinvolle rol blijven spelen bij lezen, leren en informeren in deze digitale tijden? We hebben meer focus, meer regie en meer tempo nodig. Als we maar blijven overleggen en oeverloos polderen, dan hoeft het straks niet eens meer. We kunnen ons evenmin permitteren om de dienstverlening ongericht te verbreden. Zowel de Raad voor Cultuur als de VOB-leden hebben zelf al gevraagd om een centrale regie. Want er zijn duidelijke keuzes nodig.
• Terugkijkend op het vernieuwingsproces moet je constateren dat de almaar uitdijende verbreding van de bibliotheekfuncties in de praktijk tot een diffuus beeld heeft geleid. Het wordt steeds lastiger om te zien waar de bieb nu eigenlijk voor staat. De Stuurgroep zei hierover: ‘Niets is zo bedreigend voor de bibliotheek als de ambitie zich steeds verder te verbreden, wat leidt tot een onherkenbaar inloopcentrum.’ Ook het SCP-rapport stelt dit als een belangrijk thema aan de orde. Ik wil nu niet op het advies van de raad vooruitlopen, maar het staat voor mij als een paal boven water dat de traditionele functie van bibliotheken – het toegankelijk maken van cultuur, literatuur en kennis door het verzamelen en aanbieden van boeken en andere kennisdragers – overeind moet blijven, waarbij digitale dienstverlening vanzelfsprekend een hoge prioriteit krijgt. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hecht ik vooral aan de functies op het gebied van informatie, educatie en lezen, voor mij zijn dat de kerntaken.
• . Ik wil dan ook graag nadenken hoe de overheid invulling kan geven aan de stelselverantwoordelijkheid voor het bibliotheekwerk, passend bij de fase waarin we ons nu bevinden. Maar ook de gemeentelijke plicht tot financiering van de lokale bibliotheek en de rol van provincies in de bibliotheekvernieuwing zijn belangrijke aandachtspunten.
• De Raad en de Stuurgroep geven aan, dat de bestel- en branchetaken beter onderscheiden moeten worden, omdat belangenbehartiging als verenigingstaak en vernieuwing als opdrachttaak qualitate qua niet goed samengaan binnen een branche-organisatie. Ik ga de Raad dan ook vragen of die scheiding binnen VOB (Vereniging Openbare Bibliotheken) mogelijk is.
• Over een mogelijke nieuwe wetgeving wil ik kort zijn. De Stuurgroep vindt dit vooralsnog prematuur. Ik sluit me hierbij aan. Nieuwe wetgeving biedt geen soelaas voor de actuele problemen van de sector.
• En dan het geld. De Stuurgroep bepleit een verhoging van de budgetten om de plannen uit te kunnen voeren. Meer geld van het Rijk, maar ook van gemeenten en provincies. Ik wil mijn intensivering van 20 miljoen in de komende jaren opnieuw beschikbaar stellen voor de bibliotheekvernieuwing. Dat sommige provincies en gemeenten bereid waren extra middelen in te zetten, gaf een krachtige impuls aan de bibliotheekinnovatie. Goed voorbeeld doet volgen. Bij het komend bestuurlijk overleg zal ik de andere overheden aanspreken op hun financiële inspanningen. Daarbij wil ik ook de mogelijkheid bespreken om een gedeelte van de lokale middelen via een omslagstelsel te gebruiken voor de inhoudelijke versterking van het bibliotheeknetwerk.
• Tot slot wil ik u kort schetsen hoe het nu verder gaat. Gemeenten, provincies, bibliotheken en alle andere partijen – bijvoorbeeld de Kamer - moeten vanzelfsprekend tijdig over het vervolg geïnformeerd worden. Daarom wil ik al rond de zomer met IPO (Interprovinciaal Overleg) en VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) op hoofdlijnen hebben afgesproken wat we de komende jaren gaan doen, en hoe we dat gaan doen. De eindrapportage van de Stuurgroep en het Raadsadvies zullen daarbij uiteraard een belangrijke rol spelen. De adviesaanvraag gaat vandaag of morgen nog de deur uit. Ik gaf al aan dat ik scherpe keuzes daarbij niet uit de weg wil gaan.
• Tot mijn genoegen heeft de VOB zich met de leden bezonnen op de vraag wat de sector de komende jaren te doen staat en welke consequenties dat voor het eigen functioneren moet hebben. Ook die overwegingen zal ik bij de besluitvorming meenemen.
• Bedankt voor uw aandacht, en ik wens u nog een leerzaam, inspirerend vervolg van deze dag!