Antwoorden op kamervragen over de hoeveelheid uit te schrijven boetes door de politie Terneuzen

Met deze brief beantwoordt minister Ter Horst - mede namens de minister van Justitie - de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Van Raak en Langkamp (beide SP) over de hoeveelheid uit te schrijven boetes door de politie Terneuzen (ingezonden op 23 april 2008).

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de politie in Terneuzen verwacht 2400 bekeuringen uit te zullen gaan delen? 1)

Antwoord 1
Daar heb ik kennis van genomen.

Vraag 2
Zijn de omschreven hoeveelheden in het artikel harde doelen voor de agenten op straat? Worden zij op het eind van het jaar afgerekend op het wel of niet halen hiervan? Zo ja, hoe oordeelt u over deze doelstellingen? Zo neen, welke vrijheid hebben agenten om hiervan af te wijken?

Vraag 3
Staat u achter deze afspraken? Zo ja, waarom? Zo neen, hoe gaat u hier verandering in brengen?

Antwoorden vragen 2 en 3
Het klopt dat er binnen meerdere korpsen (regionale) doelstellingen worden geformuleerd voor het aantal bekeuringen. Binnen het regionale bestel hebben korpsen ook een eigen, zelfstandige verantwoordelijkheid om invulling te geven aan een goede taakuitvoering van de politie en het sturen op resultaat. Dit is een beslissing van het bevoegd gezag.
De aantallen zijn een prognose die voortvloeien uit concrete afspraken van het regionaal politiekorps Zeeland met het openbaar ministerie en het lokale bestuur. Hierbij gaat het zowel over misdrijven als overtredingen op alle beleidsterreinen.

Zie tevens het antwoord op vragen 3 en 5 van het lid Griffith (VVD) no. 2070810710

Vraag 4
Hoe rijmt u het opstellen van te behalen hoeveelheden boetes met het landelijk beleid om op dit gebied geen prestatieafspraken meer te maken? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 4
Vanaf 2007 worden er geen afspraken meer gemaakt met de korpsbeheerder over het aantal uit staandehouding voortgekomen boetes en transacties. De landelijke doelstelling voor het aantal uit staandehoudingen voortgekomen boetes en transacties is door de politiekorpsen in de periode 2003 tot en met 2006 ruimschoots gehaald. Deze goede prestatie van de Nederlandse politie heeft geresulteerd in een blijvende intensivering van het toezicht en de handhaving in het publieke domein en is de reden dat de prestatieafspraak niet hoeft te worden voortgezet.

Zie tevens de antwoorden op de vragen 3 en 5 van het lid Griffith (VVD) no. 2070810710. Zie voorts het antwoord op vraag 3.

Vraag 5
Gaat er richting hangjongeren ook gewerkt worden met te behalen hoeveelheden boetes? Zo ja, kunt u toelichten wat het doel daarvan is? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Nee. Uit onderzoek is gebleken dat hangjongeren een grote invloed hebben op het welbevinden van inwoners in wijken en buurten. Het gaat hierbij om het woon- en leefklimaat in de wijken en buurten. Om de overlast door hangjongeren te bestrijden worden de plaatsen geïnventariseerd waar de overlast zich voordoet en worden de betreffende hangjongeren in kaart gebracht. Dit sluit aan bij de afspraken die in het kader van de Landelijke Prioriteiten Nederlandse Politie 2008-2011 met de regionale korpsen zijn gemaakt. Met het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast krijgen burgemeesters overigens nieuwe bevoegdheden om ernstige overlast aan te pakken. Dit wetsvoorstel ligt thans bij de Tweede Kamer.

1) BN de Stem, 21 april 2008