Antwoorden op kamervragen van Ormel en Schermers over een wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie

Antwoorden op kamervragen van Ormel en Schermers over een wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie naar tekenen van overgewicht bij ongeboren baby's

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG-K-U-2846482

16 mei 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van de Kamerleden Ormel en Schermers over een wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie naar tekenen van overgewicht bij ongeboren baby's (2070818370).

Vraag 1
Wat zijn de redenen waarom een wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie naar tekenen van overgewicht bij ongeboren baby’s is verboden? 1)

Antwoord 1
Zoals ook aangegeven in de beantwoording van de vragen van mevrouw Kant over dit onderwerp ligt de reden in de terughoudendheid die tien jaar geleden bij de totstandkoming van de Embryowet wenselijk was. De paragraaf wetenschappelijk onderzoek met foetussen in de Embryowet is vooral geschreven als een reactie op het Gezondheidsraadadvies ‘ Het ongeboren kind als patiënt. Invasieve diagnostiek en behandeling van de foetus’ (1990). Dit advies betrof de stand van de wetenschap van invasieve chirurgische en medicamenteuze behandeling van ongeborenen. Tien jaar geleden waren de mogelijkheden van de echografie in het kader van wetenschappelijk onderzoek tijdens de zwangerschap vergeleken met nu nog relatief beperkt

Vraag 2
Zijn drie eerdere aanvragen naar niet-invasief wetenschappelijk onderzoek afgewezen op grond van artikel 20 van de Embryowet?

Antwoord 2
Eén onderzoeksvoorstel heeft een negatief oordeel gekregen op grond van artikel 20 Embryowet. Naar aanleiding van vragen van onderzoekers over voorgenomen onderzoek heeft de CCMO in 2007 drie maal te kennen gegeven dat zij een negatief oordeel zou moeten uitbrengen als een voorstel voor echoscopisch onderzoek daadwerkelijk zou worden ingediend.
In 2008 heeft de CCMO ook al eenmaal dezelfde informatie gegeven naar aanleiding van vragen over voorgenomen onderzoek.

Vraag 3
Valt wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie op zwangere vrouwen onder de Embryowet of onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen indien onderzoek wordt gedaan naar bijvoorbeeld de groei van de placenta of naar het vruchtwater? Geldt dezelfde afweging indien de foetus bij het onderzoek wordt betrokken?

Antwoord 3
Het is aannemelijk dat wetenschappelijk onderzoek met behulp van echoscopie bij zwangere vrouwen onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen valt indien onderzoek wordt gedaan naar de groei van de placenta of naar het vruchtwater. Naar analogie van de definiëring in de Wet foetaal weefsel kunnen de placenta en het vruchtwater worden beschouwd als behorende tot het lichaam van de moeder.

Vraag 4
Is een positief oordeel over wetenschappelijk onderzoek bij ongeboren baby’s mogelijk, indien het redelijkerwijs aannemelijk is dat het onderzoek zal leiden tot de vaststelling van nieuwe inzichten op het gebied van de geneeskunst betreffende ongeboren en pasgeboren kinderen of omtrent de voltooiing van zwangerschappen, zoals omschreven in artikel 19 van de Embryowet?

Antwoord 4
Ja, mits ook is voldaan aan de overige bepalingen in paragraaf 5 van de Embryowet.

Vraag 5
Wanneer wordt een aanvraag voor een wetenschappelijk onderzoek van ongeboren baby’s beoordeeld conform artikel 19 en wanneer conform artikel 20 van de Embryowet?

Antwoord 5
Een aanvraag moet voldoen aan de bepalingen van beide artikelen.

Vraag 6
Bent u bereid wetenschappelijk onderzoek, waarbij geen schade aan ongeborenen wordt aangericht en waarbij verwacht mag worden dat het onderzoek zal leiden tot nieuwe inzichten op het gebied van de geneeskunst mogelijk te maken, ook als de desbetreffende foetus daar geen directe baat bij heeft? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6
Zoals ook aangegeven in de brief waarmee ik het jaarverslag van de CCMO over 2007 aan de Tweede Kamer heb aangeboden, zal in het wetsvoorstel ter wijziging van de Embryowet dat opgesteld zal worden om de in het standpunt op de evaluatie toegezegde wijzigingen gestalte te geven tevens een wijziging worden opgenomen van het hoofdstuk wetenschappelijk onderzoek met foetussen. Daarbij zal in ieder geval ruimte gecreëerd worden voor risicoloos wetenschappelijk onderzoek.
Omdat ik in de Beleidsbrief medische ethiek heb aangegeven dat ik het standpunt deel van mijn voorgangster over evaluatie van de Embryowet, waarop door de Kamer nog niet was gereageerd, en de Kamer in het algemeen overleg over deze brief niet op dit onderwerp is ingegaan, neem ik de toezeggingen uit het standpunt over de evaluatie nu in uitvoering.

1) Trouw, 11 april 2008