'Geen snoepreclame voor kinderen onder de twaalf’

Op de bijeenkomst ‘Voeding en gezondheid, Investeren in een gezonde jeugd’ heeft minister Rouvoet de voedingsindustrie dringend opgeroepen geen reclame voor snoep te maken gericht op kinderen onder de twaalf jaar. Tot nu toe geldt een grens van zeven jaar. Ook wil Rouvoet dat producten gezonder worden en dat in de stationshal ruim baan wordt gemaakt voor gezond voedsel.

Dames en heren,
Als je als kind in Nederland opgroeit, dan heb je het goed. Dan behoor je tot de gelukkigste jongeren van alle ontwikkelde landen, zoals uit een onderzoek van Unicef blijkt. En je behoort tot een slimme generatie, zoals Jeroen Boschma en Inez Groen in hun boek Generatie Einstein beschrijven. Volgens de schrijvers is de jeugd van tegenwoordig slimmer, sneller en socialer dan de generaties vóór hen.

Ook zonder deze onderzoeken zou ik hetzelfde vaststellen.
Ondanks de kritiek en het negatieve beeld dat vaak van de jeugd wordt geschetst. Ik vind dat niet terecht. Sterker: ik vind dat wij volwassenen trots mogen zijn op onze jongeren.
Het zijn heus niet allemaal Einsteins en niet iedereen loopt de hele dag te zingen van geluk, maar over het algemeen doen ze het gewoon goed. Anders gezegd: de jeugd deugt!

Maar er is ook een andere kant. Want ook al hebben de jongeren het nu goed, ze leiden veelal een leven waardoor ze later - als volwassenen – de kans lopen helemaal niet zo gelukkig, slim, snel en sociaal te zijn. Een deel van de jeugd van tegenwoordig is door hun ongezonde leefstijl – te veel en ongezond eten, weinig bewegen, roken, te veel en te jong drinken - hard op weg naar een ongezonde toekomst.

Een van de voortekenen is nu al duidelijk zichtbaar: één op de zeven kinderen in Nederland, oftewel een half miljoen jongens en meisjes, is te dik. En als we de voorspellingen moeten geloven, is dat over een paar jaar één op de vijf.
Nu al is drie procent van de kinderen zelfs zó zwaar dat ze daardoor problemen hebben met hun gezondheid.

De gevolgen op latere leeftijd van deze ongezonde leefstijl zullen bij de meesten van u wel bekend zijn. Er is een verhoogde kans op ziektes en aandoeningen als diabetes, hartkwalen, bepaalde vormen van kanker, en er is sprake van een lagere levensverwachting. Bovendien komen er, als gevolg van ernstig overgewicht, steeds meer aanwijzingen dat allerlei kwalen zich ook op de korte termijn aandienen.

Alle reden, wat mij betreft, dat we ons gezamenlijk inzetten om de stijging van overgewicht bij steeds jongere kinderen tegen te gaan.
Want het is in het belang van de samenleving dat álle kinderen gezond opgroeien. Het is immers ónze jeugd van tegenwoordig. Ik ben blij dat u dat ook zo ziet en dat u daarom aan deze conventie de titel Voeding en gezondheid: Investeren in een gezonde jeugd hebt gegeven.

Dat is ook één van de vijf uitgangspunten van mijn beleid: Kinderen moeten gezond opgroeien. Dat betekent lichamelijk gezond, geestelijk gezond, gezonde leefstijl en continuïteit in opvoeding en verzorging. Dit uitgangspunt is overigens, net als de andere vier van mijn beleid, in lijn met het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind.

Ieder kind heeft recht op een goede begeleiding op weg naar de volwassenheid.
Daar zijn en blijven de ouders natuurlijk primair verantwoordelijk voor.


Maar de overheid, scholen, sportverenigingen, jongerenwerkers en ook het bedrijfsleven kunnen en moeten ouders daarbij een handje helpen. Kinderen groeien niet geïsoleerd op, maar staan midden in de samenleving.

Gelukkig kan ik constateren dat u zich daar van bewust bent. Het programmaboekje van dit congres getuigt daar volop van. Ik heb met interesse de citaten van toonaangevende ondernemers gelezen.
Zoals die van Patrick Reekmans van FrieslandFoods. Hij zegt: ‘Investeren in de jeugd is investeren in de toekomst. Laten wij als industrie ervoor zorgen dat onze jeugd inzake gezondheid een keuze heeft en dat zij de juiste keuze kan maken’.
Hieruit spreekt voor mij dat u uw verantwoordelijkheid ziet en neemt.

U weet ook als geen ander de leefstijl van jongeren te beïnvloeden. Dat kunt u beter dan ik.
U weet wat hen aanspreekt en hoe u hen kunt verleiden om uw producten te kopen. U kunt producten cool maken, zodat jongeren het massaal willen hebben.
Daarom ben ik zo blij dat we hetzelfde doel nastreven. Dat u ook wilt investeren in een gezonde jeugd. Want u kunt ervoor zorgen dat gezond eten en gezonde tussendoortjes cool worden.
Ook kunt u met elkaar een belangrijke bijdrage leveren aan een gezond aanbod van eten en drinken. U kunt de omgeving waar jongeren komen zodanig inrichten dat ze overal een gezonde keuze kunnen maken. Nu zie ik op veel stations veel calorierijke en nauwelijks gezonde snacks. Als je een gezond tussendoortje wil, moet je daarvoor je best doen en moet je vaak buiten de stationshal zijn.
Ik wil er daarom voor pleiten dat er op stations meer mogelijkheden moeten komen voor gezond voedsel. En dan niet in een hoekje weggestopt, maar goed zichtbaar voor iedereen. Daar kunt u met elkaar invloed op uitoefenen. Hetzelfde geldt voor de inrichting van wijken, het aanbod in de Horeca maar ook in de schoolkantines, ook daar kan meer gezond voedsel en gezonde snacks worden aangeboden.

Ook via reclames oefent u invloed op jongeren uit. Als partners in het Convenant Overgewicht hebt u onderling afgesproken om geen reclames te maken gericht op kinderen onder de zeven jaar. Ik wil vandaag een dringende oproep aan u doen die leeftijdsgrens op te hogen tot 12 jaar. Dat u geen reclames maakt gericht op kinderen die nog op de basisschool zitten.

Tevens kunt u door productinnovatie bijdragen aan de gezondheid van jongeren. Door producten gezonder te maken. Bekend voorbeeld is het vervangen van transvetten door gezondere vetten. Ongemerkt eet daardoor de consument gezonder. Ik zou graag meer vergelijkbare initiatieven willen zien.

Dames en heren, als we het hebben over het bestrijden van overgewicht, dan moeten we het niet alleen over voeding hebben, maar ook over voldoende bewegen.
Voor jongeren is de norm vastgesteld op een uur bewegen per dag. Helaas halen veel jongeren die norm niet. Natuurlijk is voeding uw hoofdactiviteit, maar u beschikt ook over de creativiteit en de middelen om jongeren te stimuleren voldoende te bewegen. Met het EK-voetbal en de Olympische Spelen voor de deur heeft u alvast een paar aansprekende mogelijkheden.

Maar natuurlijk wil ik de bal niet alleen bij de ondernemers neerleggen. Ouders hebben een belangrijke voorbeeldfunctie en moeten hun kinderen leren wat gezond eten is en wat minder gezond is.
En ook de overheid heeft zijn verantwoordelijkheid. Die ga ik ook niet uit de weg. Ook al is mijn directe invloed op de leefstijl van jongeren minder groot dan die van u, ik beschik wel over de nodige instrumenten om ook mee te werken aan een gezonde jeugd.

Bijvoorbeeld door projecten en programma’s te initiëren en te ondersteunen. Zo ben ik enige tijd geleden gestart met de digitale opvoedingsondersteuning voor ouders onder de naam Hallo Wereld. Laagdrempelig, eenvoudig en betrouwbaar advies op maat. Gericht op het belang van een gezonde leefstijl op zeer jonge leeftijd.

Tevens ben ik bezig met het schrijven van nota’s die op korte termijn moeten verschijnen. Eén daarvan is een nota over gezonde jeugdcultuur. Kern van die nota zal zijn dat jongeren op hun achttiende een goede en gezonde uitgangspositie hebben voor de rest van hun leven. Onder meer door ze weerbaar te maken tegen ‘ongezonde verleidingen’ En ze aan te moedigen om meer te sporten of te bewegen en gezond te eten.

En met minister Klink ben ik in gesprek over de nota overgewicht.

Maar nogmaals: als minister kan ik plannen bedenken, voorlichting geven en stimuleringsregelingen in het leven roepen, maar om succesvol te zijn moet de hele leefomgeving van jongeren meewerken.

Dat is ook helder uiteengezet door de vorige twee sprekers: het belang van een integrale, lokale aanpak. Het stemt mij optimistisch dat u hier aandacht voor heeft tijdens uw conventie en ik hoop dat u een flinke impuls wilt geven aan het opzetten van een eerste ‘Ville Santée’ in Nederland. Dat zou ik een prachtig initiatief vinden!

Dames en heren, ik sluit af.
Laten we er samen aan werken dat een groot deel van de jeugd van tegenwoordig gezonder gaat leven en gaat investeren in een gezonde toekomst. Zodat ze niet alleen nu de gelukkigste jongeren van de ontwikkelde landen zijn, maar ook straks de gelukkigste volwassenen.
Ik beschouw het als een gezamenlijke krachtsinspanning en ook als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om kinderen een goede, gezonde en veilige basis te geven waarop ze de rest van hun leven kunnen voortbouwen.

Ik ben dan ook erg blij dat het bedrijfsleven daaraan wil meewerken. En ik hoop dat het niet alleen bij mooie uitspraken blijft, maar dat u ook tot duidelijk zichtbare acties overgaat. Ik volg u op de voet.