Antwoorden op kamervragen over het bericht dat discriminatie op basis van homoseksualiteit, leeftijd en religie

Antwoorden op kamervragen van het lid Van der Ham (D66) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over het bericht dat discriminatie op basis van homoseksualiteit, leeftijd en religie door de Europese Commissie buiten de nieuwe antidiscriminatierichtlijn worden gelaten. (Ingezonden 14 april 2008)

1. Vraag
Bent u bereid het toevoegen van discriminatie op basis van homoseksualiteit, leeftijd en religie aan de nieuwe antidiscriminatierichtlijn tot ‘groene lijn’ 1) in uw beleid voor komend jaar te benoemen en u ervoor in te spannen deze gronden ook onder de nieuwe Richtlijn te brengen? 2)

1) Debat over het WRR-rapport ‘Europa in Nederland’ Handelingen II, vergaderjaar 2007-2008, nr. 61 blz.4353
2) Nu.nl, 9 april 2008

1. Antwoord
De Commissie zal haar voorstel voor uitbreiding van de richtlijnen gelijke behandeling buiten de arbeidsmarkt baseren op art. 13 (maatregelen ter bestrijding van discriminatie 3). Het kabinet heeft een voorkeur voor een uitbreiding van de richtlijnen gelijke behandeling met de vier gronden (zoals aangekondigd in het werkprogramma): godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. Het kabinet heeft kennis genomen van het feit dat de Commissie echter voornemens is om een nieuwe richtlijn betrekking te laten hebben op gelijke behandeling op terreinen buiten de arbeidsmarkt maar helaas alléén ten aanzien van de grond handicap. Door alleen voor de grond handicap te kiezen zou ten onrechte de indruk kunnen ontstaan dat gelijke behandeling ten aanzien van de gronden godsdienst, leeftijd en seksuele oriëntatie van ondergeschikt belang is. Europese voorstellen zouden op enigerlei wijze tot uitdrukking kunnen brengen dat alle discriminatiegronden nevengeschikt zijn en de daaruit voortvloeiende rechten gelijkwaardig zijn. Nederland staat evenwel positief tegenover de mogelijke uitbreiding van de Europese richtlijnen gelijke behandeling met de grond ‘handicap’, aangezien het de mogelijkheid geeft de gelijke behandeling te bevorderen in lijn met de verplichtingen aangegaan onder het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap dat voorjaar 2007 is getekend door de EG en lidstaten. Het voorstel zal kritisch worden bezien, onder meer op consequenties, ook financiële, en om zeker te stellen dat het voorstel zoveel mogelijk bijdraagt aan de implementatie van de afspraken uit het VN-verdrag.
In Nederland is discriminatie op tal van gronden en terreinen al verboden. Er moet helder onderscheid worden gemaakt tussen de nationale situatie en de discussie die nu speelt in Europees en internationaal verband. In Nederland wordt op geen enkele wijze getornd aan bestaande rechten met betrekking tot de gelijke behandeling.

3) Onverminderd de andere bepalingen van dit Verdrag, kan de Raad, binnen de grenzen van de door dit Verdrag aan de Gemeenschap verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bestrijden.