Beantwoording openstaande vragen Algemeen Overleg Informele Raad

e Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

IZ 2851243

30 mei 2008

Tijdens het Algemeen Overleg van 16 april 2008 over de Informele Raad van ministers van volksgezondheid van 17 en 18 april 2008 in Slovenië heb ik aangegeven een aantal vragen schriftelijk te zullen beantwoorden. Met deze brief zend ik u de betreffende antwoorden.

Europese regelgeving geluidsniveau mp3-spelers

Het lid Schermers (CDA) vroeg naar de stand van zaken rondom de regelgeving voor het beperken van het geluidsniveau van mp3-spelers. Het probleem van het beperken van het geluidsniveau van mp3-spelers is door het Europese Comité voor algemene productveiligheid (APV comité) voor advies voorgelegd aan het EU Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks (SCENIHR). Op dit moment is nog niet bekend wanneer dit comité advies uitbrengt. Afhankelijk van de aard van het advies, zal Nederland zich er in het APV comité voor inzetten om een Europese norm voor mp3-spelers tot stand te brengen en deze vervolgens aan te wijzen onder de Europese richtlijn voor algemene productveiligheid.

Wervingspraktijken en taaleisen buitenlandse werknemers in de zorg

Het lid Van Gerven (SP) vroeg naar de wervingspraktijken en taaltoetsen bij personeel uit andere landen. In 2006 heeft mijn voorganger de voorzitters van de brancheorganisaties in de zorg uitgenodigd om een visie te geven op een eerder geuite wens van de Kamer om te komen tot een keurmerk en een gedragscode. Door de brancheorganisaties in de zorg is bij monde van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) instemmend gereageerd op de wenselijkheid van bonafide wervingspraktijken. Men zag een door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) geïnitieerde ontwikkeling van een dergelijk keurmerk met belangstelling tegemoet. Het doet mij deugd u nu te kunnen melden dat de brancheorganisaties in de zorg dit keurmerk van de NVZ hebben omarmd en een branchebreed keurmerk voor wervingsbureaus en intermediairs hebben ontwikkeld. Zij zullen dit binnenkort presenteren.

Bij deze presentatie van het keurmerk zal ik de brancheorganisaties in de zorg nogmaals vragen naar hun zienswijze op een zorgbrede gedragscode over het niet proactief werven van buitenlands zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden, noch uit landen met eigen tekorten aan zorgpersoneel.

Wat betreft de Nederlandse taalvaardigheid zal ik deze gelegenheid eveneens aangrijpen om te vragen naar de wijze waarop de Brancheorganisaties Zorg (BoZ), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT), op dit punt, invulling geven aan de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Kwaliteitswet. Dit om te waarborgen dat indien buitenlandse zorgprofessionals in de zorginstelling werkzaam zijn, een goede communicatie plaatsvindt tussen zorgprofessionals onderling evenals tussen de zorgprofessional en de cliënt/patiënt.

Europese bouwnormen bij verpleeghuizen

Het lid van Veen (PvdA) vroeg naar eventuele Europese normen bij de bouw van verpleeghuizen. Europese regelgeving is niet aanwezig met betrekking tot de inrichting en functionaliteit van gebouwen voor de langdurige zorg. Bij het samenstellen van de prestatie-eisen voor de gebouwen van AWBZ instellingen, waartoe ook de verpleeghuizen behoren, is dus geen gebruik gemaakt van Europese regelgeving. Wel heeft het College bouw zorginstellingen, dat de regels in opdracht van het Ministerie van VWS heeft opgesteld, zich georiënteerd op de regelgeving die in de verschillende Europese landen wordt gehanteerd voor vergelijkbare voorzieningen. Europa geeft een zeer divers beeld ten zien van voorschriften, die per land, provincie of deelstaat van elkaar kunnen verschillen. Gelet op de diversiteit en soms beperktheid van de regelgeving is bij de ontwikkeling van de prestatie-eisen geen gebruik gemaakt van buitenlandse voorbeelden. De bouwtechnische eisen, toegankelijkheidseisen en brandveiligheidseisen zijn neergelegd in het ‘Bouwbesluit’ dat door de gemeenten bij de afgifte van bouwvergunningen wordt gehanteerd.

Grensoverschrijdend ambulancevervoer

Het lid Schermers (CDA) vroeg naar meldkamerprocedures bij grensoverschrijdend ambulanceverkeer. Er zijn over het algemeen goede afspraken gemaakt tussen ambulancediensten en meldkamers van verschillende landen. Het is wel zo dat alleen de meldkamer van het eigen land/regio een formele opdracht kan geven. In de praktijk zijn er dusdanig goede afspraken gemaakt dat grensoverschrijdend ambulance vervoer heel snel geregeld kan worden. Ik ben van mening dat er gezondheidswinst wordt bereikt wanneer grensoverschrijdend ambulancevervoer optimaal functioneert. Op dit moment zijn er geen formele afspraken over grensoverschrijdend ambulancevervoer tussen Nederland, België en Duitsland. Nederland en België werken momenteel aan een Memorandum of Understanding dat hierin moet voorzien. Met Duitsland zijn er momenteel wel lokale initiatieven. Op deze bilaterale initiatieven moet voortgebouwd worden. Ik ben van mening dat ook in het kader van de richtlijn grensoverschrijdende zorg aandacht besteedt moet worden aan deze problematiek. Ik zal me hier voor inzetten.

Overige openstaande vragen

Tevens heb ik tijdens het Algemeen Overleg toegezegd de Kamer te informeren over de richtlijn grensoverschrijdende zorg en de Europese meerwaarde op het terrein van onderzoek en financiering van medicijnen tegen zeldzame ziekten. Op het moment van schrijven van deze brief heeft de Commissie nog geen richtlijn grensoverschrijdende zorg gepresenteerd. Naar verwachting zal de Commissie de richtlijn eind juni als onderdeel van een breed pakket van sociale voorstellen presenteren. Over de Europese samenwerking op het terrein van onderzoek en financiering van medicijnen tegen zeldzame ziekten zal ik u later informeren.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink