Herinneringsmedaille voor inzet Afghanistan

Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm heeft vandaag in de IJsselhallen in Zwolle aan 1600 militairen de Herinneringsmedaille Vredesoperaties uitgereikt. De onderscheiding geldt als blijk van waardering voor hun inzet in Afghanistan.

Van Uhm blikte terug op de uitzending van de militairen die van november vorig jaar tot afgelopen april deel uitmaakten van de Battlegroup 5, de Air Task Force en het Provincial Reconstruction Team. Hij stond stil bij de dramatische gebeurtenissen in de nacht van 12 op 13 januari toen twee collega’s sneuvelden en een derde zwaar gewond raakte. Ook kwamen twee Afghaanse collega's om het leven.

Hoewel de Nederlandse media de gebeurtenissen genuanceerd omschreven, zetten enkele berichten volgens Van Uhm kwaad bloed bij sommige militairen in het gebied. “Alsof men als een stelletje amateurs was weggezet. Dat beeld wat bij sommigen van u leefde is echter onjuist. In Nederland, wij bij Defensie, maar zeker ook de Nederlandse samenleving hebben altijd geloofd in de professionaliteit van uw optreden. Ook ik heb daaraan nooit getwijfeld en neem de lessen die u daar heeft geleerd mee. Ik gebruik ze vooral om anderen nog beter voor te bereiden op soortgelijke situaties. Dat de battlegroup na het noodlottige voorval weer gelijk in actie kwam, tekent hun daadkracht en doorzettingsvermogen.”

Tijdens de ceremonie werd een moment stilte in acht genomen voor de gesneuvelde militairen Ronald Groen, Wesley Schol en Aldert Poortema, en de gewonden die tijdens de missie vielen.

Van Uhm vindt dat de militairen, ondanks de tegenslagen, kunnen terugkijken op een succesvolle missie. Hij drukte hen op het hart dat alles wat zij in Afghanistan deden tot vooruitgang heeft geleid. “Alles wat u deed diende een doel. Het is dankzij uw inzet dat de Afghaanse samenleving een stap dichterbij een veilige toekomst is. Daarin bent u allen geslaagd, niemand uitgezonderd. U hebt een moeilijke tijd doorgemaakt, dat zal niemand vergeten. De vooruitgang was moeilijk zichtbaar, maar hij was er wel zeker.”