Luchtvaartterreinen voldoende voorbereid op ongevallen

De Inspectie van Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) is gematigd positief over de voorbereiding op ongevallen op luchtvaartterreinen. Dat staat in het onderzoeksrapport van de Inspectie OOV en de Militaire Luchtvaartautoriteit over de periode 2002-2006.

In het onderzoek zijn de (gemeentelijke) rampenbestrijdingsplannen, bestaande wet- en regelgeving, de calamiteitenplannen en de multidisciplinaire oefeningen onder de loep genomen. Tijdens het onderzoek is door gemeenten en luchtvaartterreinen al voortvarend aan de slag gegaan met de verbeterpunten die de Inspectie in haar rapport constateert. Ze is dan ook van mening dat de toestand op dit moment mogelijk beter is.

Van de zes betrokken militaire luchtvaartterreinen kregen drie de score “goed”. Dat zijn Marinevliegkamp De Kooy, Vliegbasis Volkel en Vliegbasis Leeuwarden. Een “voldoende” kregen de vliegbases Eindhoven en Woensdrecht. Vliegbasis Gilze-Rijen had een onvoldoende score. De betreffende vliegbases zijn hard aan het werk om verbetering te brengen in de gesignaleerde tekortkomingen.

De Inspectie doet een drietal aanbevelingen. Zo vindt zij dat de eindverantwoordelijkheid bij de voorbereiding op calamiteiten op militaire luchtvaartterreinen binnen Defensie bij één organisatieonderdeel moet liggen. In de huidige situatie zijn dat er drie. Een ander verbeterpunt ligt in het wegwerken van een tegenstrijdigheid in de regelgeving die goed multidisciplinair oefenen soms bemoeilijkt. Blijvend en nadrukkelijke aandacht vraagt de Inspectie aan de lokale autoriteiten en de beheerders van de luchtvaartterreinen voor het correct uitwerken van rampenbestrijdingsplannen.

Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris van Defensie Jack de Vries nemen de aanbevelingen over.