Samen met ondernemers op weg naar minder regels

Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 6 februari 2008 te Delft.

Dames en heren,

Mijnheer de voorzitter,

Ik was mijn hele leven al werkzaam als ondernemer. Pas sinds een jaar, sinds ik staatssecretaris ben, is dat niet meer zo.

Dat klinkt alsof ik een tweedeling zie tussen het ondernemerschap en de overheid. Dat vind ik echter niet. Want ook voor de overheid geldt dat een ondernemende houding een kernwaarde moet zijn. Van de overheid wordt initiatief en creativiteit verwacht. Met die houding ben ik ook aan mijn staatssecretariaat begonnen.

Waarom heb ik mij laten overhalen om aan dit avontuur te beginnen?

Ik denk dan even terug aan de tijd dat ik mijn eigen bedrijf startte. Mijn studievriend en ik waren op een zolderkamertje net begonnen, en op een dag viel er een envelop van het GAK op de mat: een aanslag van 60.000 gulden voor premies werknemersverzekeringen. Wij bellen natuurlijk, want op de eerste plaats hadden we geen personeel, we waren maar met ons tweetjes, en op de tweede plaats hadden we in de verste verte geen 60.000 gulden. Het antwoord was dat we bezwaar konden maken. Maar dat bezwaar kon alleen in behandeling worden genomen als we eerst zouden betalen.

Later kregen we nog eens bezoek van de arbeidsinspectie. Die kwamen kijken op er op ons zoldertje brandtrappen waren en blusapparaten, de bureaus werden opgemeten, die waren natuurlijk helemaal niet verstelbaar, enzovoort. Die man was er wel een uur mee bezig. Toen wij zeiden dat we geen personeel hadden, zei hij ”o, maar dan geldt dit niet” en hij vertrok weer. Nooit meer teruggezien.

Gelukkig wordt het tegenwoordig al steeds makkelijker. En zo kafkaësk als we in Oost-Europa meemaakten, waar je langs 27 instanties moet om een bedrijf op te richten, is het gelukkig hier nooit geweest.

Ik heb me in de tijd dat ik ondernemer was altijd geërgerd over die onnodig ingewikkelde regeltjes. Over die administratieve rompslomp die je van je werk afhield.

Ik vond het ook belangrijk om dan maatschappelijk iets te ondernemen om te proberen dingen te verbeteren. Zo ben ik later als ondernemer actief geweest in het Innovatieplatform.

Vorig jaar werd ik gevraagd als staatssecretaris. Ik heb dat gedaan, omdat ik nu daadwerkelijk zelf iets kan doen om de dingen die ik belangrijk vindt aan te pakken. En de regeldruk was, kan ik wel zeggen, een van de belangrijkste drijfveren.

Als staatssecretaris van Financiën ben je in de eerste plaats verantwoordelijk voor wat je zou kunnen noemen de inkomstenkant van de begroting. Dus de belastingwetgeving en de uitvoering daarvan door de Belastingdienst.

Daarnaast ben ik, samen met mijn collega Heemskerk van Economische Zaken, verantwoordelijk voor vermindering van de regeldruk.

Vanaf het moment dat ik aantrad, heb ik gemeend dat ik invulling aan die taken moet geven vanuit een samenhangende gedachte. Omdat op die manier je activiteiten elkaar versterken, en je bepaalde doelstellingen kunt bereiken.

Daarom heb ik gekozen voor drie overkoepelende speerpunten. Daar mag men mij aan het eind van mijn ambtsperiode op afrekenen. Eén daarvan is de bevordering van innovatief ondernemerschap. Daar ben ik op allerlei fronten inmiddels heel druk mee. Over veel van die fronten praat ik graag met u nog eens een andere keer, maar vandaag wou ik met name stilstaan bij die regeldruk.

Het geheel van regels en wetten is soms vreselijk ingewikkeld geworden. Het is voor burgers en instanties vaak ondoorzichtig wat wel en niet kan. We moeten het aantal regels terugdringen, de tegenstrijdigheid eruit halen en ze helderder maken.

Dit kabinet stelt de ondernemer echt centraal. We willen naar een voor hem merkbare verlichting. Tegen welke problemen lopen zij aan? Welke regels, vergunningen of procedures moeten en kunnen volgens de ondernemers zélf eenvoudiger? Wat levert hen écht meer tijd, minder kosten en meer ruimte op om te ondernemen? Wij luisteren naar de ondernemer en proberen vanuit zijn of haar perspectief samen een oplossing te vinden. Een oplossing die tegemoetkomt aan de wens om minder druk te voelen van regels en die tegelijkertijd publieke belangen waarborgt.

We zijn dus ook intensief in gesprek met het bedrijfsleven, op drie niveaus: landelijk met MKB en VNO, met de branches en met individuele ondernemers. Dat is naar mijn idee de enige manier om de goede input te krijgen om het goed te doen. Om de dingen die u als bedrijfsleven dagelijks irriteren, aan te pakken en op te lossen.

De relatieve administratieve lastendruk die voortvloeit uit wet- en regelgeving in het MKB is hoog. Dat komt met name door de vele vaste kosten die bedrijven moeten maken om aan de informatieverplichtingen te voldoen.

Met de hele operatie vermindering regeldruk waarmee we nu bezig zijn, is veel geld gemoeid. Bij de selectie van maatregelen zullen we vooral kijken naar de voordelen voor het MKB.

Eén van de irritaties van het MKB, die we nu stevig hebben aangepakt, is de statistiekverplichtingen. De totale administratieve lastendruk vanuit de statistieken is sinds 1994 teruggebracht met ca. 70%. Dat zit bijvoorbeeld voor het kleinbedrijf in de statistiekvakantie en doordat we meer steekproeven gebruiken. Daardoor hoeven kleinere bedrijven minder vaak CBS-enquêtes in te vullen.

In de loop van 2008 gaan we ook het BV-recht moderniseren en versoepelen. Deze versoepeling levert een kleinere ondernemer die besluit zijn eenmanszaak om te zetten in een BV een besparing op van ca. 1.300 € ten opzichte van de oude situatie, blijkt uit berekeningen van het EIM.

Een ander voorbeeld heeft te maken met milieuregels.

De algemene milieuregels gelden in de oude situatie voor ongeveer 300.000 bedrijven. We doen een modernisering, omdat bedrijven en gemeenten de regels niet altijd als relevant ervaren en de voorschriften soms moeilijk uitvoerbaar zijn. Regelingen gelden soms voor een heel beperkt aantal bedrijven en er is vaak een opeenstapeling van regels.

Concreet betekent de modernisering dat veel bedrijven niet meer vergunningplichtig zijn. Uitgangspunt voor de regels is voortaan niet meer de branche, maar de aard van de activiteiten. Dat is logischer, omdat veel activiteiten in meer dan een branche worden verricht. Bedrijven krijgen ook meer vrijheid in de manier waarop ze aan milieunormen voldoen, bijvoorbeeld met innovatieve technieken. Omdat in de toekomst ook bedrijven met een grotere milieubelasting onder algemene regels vallen, wordt de handhaving flexibeler. Voor bedrijven met activiteiten met een beperkte milieurelevantie geldt in het nieuwe systeem een licht regime. Deze bedrijven vallen wel onder de algemene regels, maar voor hen zullen slechts enkele algemene voorschriften gelden.

Voor 20.000 bedrijven, onder meer uit de Metaalbranche, vervangen we de milieuvergunning door algemene regels voor milieurelevante activiteiten. Voor het doen van milieubelastende activiteiten in bedrijven is in de meeste gevallen dan geen aparte vergunning meer nodig. Uiteindelijk hoeft alleen een beperkt aantal bedrijven, waar activiteiten plaatsvinden met omvangrijke en complexe milieueffecten, nog een milieuvergunning te hebben. De algemene regels brengen veel minder administratieve lasten met zich mee dan de milieuvergunning. Ook hoeven bedrijven minder keuringen uit te voeren en minder te rapporteren.

We hebben dus in de afgelopen tijd voor ondernemers al een heel aantal regels geschrapt of vereenvoudigd. In de praktijk blijkt echter dat de ondernemer hier nog niet genoeg van merkt.

Het Kabinet wil de regeldruk voor ondernemers dan ook merkbaar verminderen. Voor het vinden van merkbare vereenvoudigingen is het noodzakelijk dat heel helder is waar het precies fout gaat. Om hier inzicht in te krijgen voeren we een nulmeting administratieve lasten bij ondernemers uit. De nulmeting maakt precies inzichtelijk wat een ondernemer allemaal moet doen om aan een verplichting te voldoen, hoeveel tijd en welke kosten dat met zich meebrengt en hoe hij/zij deze belasting ervaart.

Dat klinkt misschien als ‘weer een onderzoek’ maar dat is het niet. Het is heel belangrijk, omdat we samen moeten werken met ondernemers. En dat kan zo. Op basis van de probleemgebieden uit de nulmeting formuleren we de oplossingen. Deze oplossingen zijn de basis voor het concrete werkprogramma om de regeldruk voor ondernemers aan te pakken. Dit werkprogramma moet medio 2008 gereed zijn.

Ik wil u graag uitdagen om zelf met concrete voorstellen te komen. Van u moeten we het hebben.

Om ondernemerschap te bevorderen moet de overheid zich zelf ondernemend opstellen.

Ik zei al dat de regeldruk een van de concrete redenen is geweest waarom ik de politiek ben ingegaan. Ik ben dus gemotiveerd! Als u dat ook bent, gaan we samen aan de slag.