Minister Verburg: evenwichtig akkoord over gewasbeschermingsmiddelen
De Europese Raad van Landbouwministers is het in Luxemburg eens geworden over een verordening over het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Door dit akkoord worden regels in de Europese Unie geharmoniseerd en administratieve lasten terug gedrongen.
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is blij met de verordening. Het pakket maatregelen biedt een goed evenwicht tussen het verlagen van risico's voor mens, dier en milieu, en de beschikbaarheid van geschikte middelen waarmee agrarisch ondernemers hun gewassen kunnen beschermen tegen ziektes, schimmels en plagen.
De Europese Commissie gaat over de goedkeuring van de zogenoemde werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen. Die goedkeuring blijft ook op Europees niveau. Hiervoor worden in de verordening criteria vastgelegd voor het beoordelen van de veiligheid van de toepasser van gewasbeschermingsmiddelen, de consument en het milieu. Het gebruik van de stoffen mag niet schadelijk zijn voor mens en dier en geen onaanvaardbare invloed hebben op het milieu. Er wordt een verdeling gemaakt van vier klassen gewasbeschermingsmiddelen: basisstoffen, laagrisico stoffen, normale stoffen, en substitutiestoffen oftewel stoffen die op termijn vervangen moeten worden door stoffen die minder gevaar vormen voor mens, dier en milieu.
De lidstaten van de Europese Unie gaan over toelating van gewasbeschermingsmiddelen tot hun land. Elk gewasbeschermingsmiddel bevat een of meer werkzame stof(fen). Nieuw in de verordening is de zonale toelating. Dat betekent dat de Europese Unie wordt verdeeld in drie klimaatzones. Nederland is ingedeeld in de centrale zone, die loopt van het Verenigd Koninkrijk tot en met Polen. De lidstaten zelf blijven verantwoordelijk voor de nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen, maar voor middelen gebaseerd op stoffen met een laag en normaal risicoprofiel wordt een zonale toelating met verplichte wederzijdse erkenning geïntroduceerd. Dit houdt in dat Nederland een toelating van een ander land in dezelfde zone moet overnemen. Tenzij er bezwaren zijn als gevolg van landspecifieke omstandigheden op het gebied van milieu en landbouw of als er gevaar dreigt voor mens, dier en milieu.
Het Europese Parlement moet nog een oordeel geven over de verordening over het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.