Toelichting op implementatie overnamerichtlijn
Naar aanleiding van de aanvaarding van de overnamerichtlijn door de Eerste Kamer op 22 mei jl. bestaan in de markt enkele vragen over de veranderingen die deze wetgeving met zich meebrengt.
Vragen en antwoorden over de implementatie van de overnamerichtlijn.
Enkele vragen en antwoorden.
1. Het wetsvoorstel ter implementatie van de overnamerichtlijn.
De nieuwe wet kan niet in werking treden zonder de nog vast te stellen materiële biedingsregels. Die regels, bijvoorbeeld welke aanmeldingstermijnen precies gelden in een biedingsproces, zullen in het Besluit openbare biedingen (Bob) worden opgenomen.
Het Bob is op dit moment in voorbereiding en zal naar verwachting medio juni in het Staatsblad worden geplaatst. Voordat het Bob in werking kan treden dient het Bob nog 4 weken aan de Eerste en de Tweede Kamer te worden voorgelegd.
Na deze periode kunnen de wet en het Bob, gezamenlijk en gelijktijdig, in werking treden. Dit zal dus op z'n vroegst medio juli zijn.
2. Wat houdt de nieuwe overnamewet in?
De nieuwe overnamewet introduceert het zogenoemde "verplichte bod". Als iemand overwegende zeggenschap in een beursgenoteerde vennootschap verkrijgt, moet verplicht een openbaar bod worden uitgebracht op alle aandelen. Van overwegende zeggenschap is sprake indien iemand, alleen of in onderling overleg met anderen, 30% van het stemrecht in een algemene vergadering van aandeelhouders kan uitoefenen.
De reden voor introductie van deze verplichting is de Europese overnamerichtlijn. Het verplichte bod biedt bescherming aan minderheidsaandeelhouders. Als gevolg van het verplichte bod kan zich niet meer de situatie voordoen dat een grootaandeelhouder zeggenschap kan uitoefenen in een vennootschap, zonder dat aan minderheidsaandeelhouders de mogelijkheid wordt gegeven om "uit" de vennootschap te stappen.
De verplichting om een bod uit te brengen zal overigens alleen gelden voor aandeelhouders die na de inwerkingtreding van de nieuwe wet overwegende zeggenschap verkrijgen. De verplichting is niet van toepassing op nu reeds bestaande grootaandeelhouders.
Op de verplichting om een openbaar bod uit te brengen bestaan in de nieuwe wet enkele uitzonderingen. Bijvoorbeeld voor een beschermingsstichting die 30% van het stemrecht verwerft als reactie op een door iemand anders aangekondigd (vijandelijk geacht) bod.
De wet laat de mogelijkheden voor bestuurders van Nederlandse vennootschappen om zich te beschermen tegen vijandige overnames intact. De Nederlandse wet implementeert de Europese overnamerichtlijn zodanig dat alle in die richtlijn opgenomen opties voor vennootschappen om zich te beschermen, ook aan Nederlandse vennootschappen wordt geboden.
3. Wat houden de nieuwe biedingregels, in het Bob, in het kort in?
In het Bob wordt verder uitgewerkt welke regels precies gelden voor een openbaar biedingsproces.
Een openbare bieding vangt aan met de aankondiging van een openbaar bod. In het Bob wordt meer precies geregeld onder welke omstandigheden een bod moet worden aangekondigd.
Een openbaar bod moet, nadat het is aangekondigd, op een gegeven moment ook officieel worden uitgebracht. Dit gebeurt door een biedingsbericht openbaar te maken. Dat biedingsbericht moet worden goedgekeurd door de Autoriteit Financië le Markten (AFM). Welke informatie precies in een biedingsbericht moet worden opgenomen, wordt beschreven in het Bob.
In het Bob worden daarnaast een aantal termijnen geregeld. Bijvoorbeeld de termijn waarbinnen een bieder, nadat hij een bod heeft aangekondigd, zijn bod moet uitbrengen en hoe lang de termijn minimaal en maximaal mag zijn voor aandeelhouders om hun aandelen aan te melden bij een bieder.
De AFM ziet erop toe dat bieders deze in het Bob genoemde termijnen naleven.
4. Komt er overgangsrecht voor openbare biedingen?
In het Bob zullen overgangsbepalingen worden opgenomen voor openbare biedingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Bob al zijn aangekondigd of zijn uitgebracht.
Hoewel de precieze overgangsbepalingen nog niet vaststaan, zal daarbij als uitgangspunt gelden dat "tijdens de wedstrijd de regels niet worden veranderd".
Dit zal betekenen dat openbare biedingen die al zijn aangekondigd of zijn uitgebracht vóór de inwerkingtreding van het Bob, onder het "oude" recht zullen worden afgehandeld.
Openbare biedingen die worden aangekondigd na de inwerkingtreding van het Bob, zullen onder het "nieuwe recht" (het Bob) worden afgehandeld.
Ook wanneer onder "het oude" recht een (voorgenomen) openbaar bod nog niet behoefde te worden aangekondigd - bijvoorbeeld omdat sprake zou zijn van een " voornemen tot het doen van een bod" - terwijl dat op basis van het "nieuw recht " al wel moet, zal het Bob direct werken. In deze situatie wordt de aankondiging van een openbare bieding dus vervroegd.
De precieze overgangsbepalingen zijn naar verwachting medio juni openbaar. Dat betekent dat marktpartijen in ieder geval een maand de tijd zullen hebben om rekening te houden met de overgangsbepalingen die in het Bob worden opgenomen.