Tien miljoen euro voor jeugdbeleid migrantenjongeren

De ministerraad heeft op voorstel van minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie ingestemd met de toezending aan de Tweede Kamer van de brief Diversiteit in Jeugdbeleid. In de komende drie jaar wordt tien miljoen euro geïnvesteerd in maatregelen waarmee migrantenjongeren en hun ouders eerder en beter door jeugdprofessionals bereikt kunnen worden.

Het kabinet wil zoveel mogelijk voorkomen dat er pas contact ontstaat als er al problemen zijn. Om dat te realiseren worden de jeugdzorg en jeugdgezondheidszorg diversiteitsproof gemaakt. In de opleiding en training van jeugdprofessionals wordt meer aandacht besteed aan het omgaan met andere culturen. Daarnaast is het belangrijk dat organisaties in de jeugdzorg en jeugdgezondheidszorg aandacht besteden aan het aantrekken van medewerkers en vrijwilligers van diverse culturele achtergronden. Verder geven professionals, migranten en gemeenten ook aan dat laagdrempelige initiatieven als buurtvaders, overblijfmoeders, huiswerkbegeleiders en kindmentoren goede instrumenten zijn om migrantenjongeren en hun ouders te bereiken.

Diversiteit in het jeugdbeleid is een aanvulling op de huidige maatregelen en beleidsinitiatieven en sluit aan op het uitgangspunt van het kabinet dat alle kinderen alle kansen moeten krijgen. Dat is nu helaas nog niet altijd werkelijkheid. Een deel van de migrantenjongeren krijgt nog niet alle kansen om goed en gezond op te groeien. Migrantenjongeren belanden bijvoorbeeld vaker dan gemiddeld in de criminaliteit. Ook zijn zij oververtegenwoordigd in de jeugdzorg.

Met de tien miljoen euro worden onder meer drie regionale academische werkplaatsen neergezet. Hier werken professionals, jeugd- en migrantenorganisaties, gemeenten, hogescholen, universiteiten en een multi-etnisch coachingsteam samen om te komen tot praktische en wetenschappelijk onderbouwde aanpakken. Daarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van migrantenkinderen en -ouders die bij de acties worden betrokken. De ervaringen uit de werkplaatsen kunnen vervolgens in het hele land worden toegepast en verbeterd door opgedane kennis.