Fiscale nieuwsflits 9 juli 2008

Deze fiscale nieuwsflits bevat drie berichten.

Wijziging van enige fiscale uitvoeringsregelingen

• In deze verzamelingregeling zijn twee wijzigingen opgenomen die samenhangen met de Wet van 3 juli 2008 tot wijziging van een aantal belastingwetten en enkele andere wetten (stb. 2008, 262), namelijk de wijzigingen in de Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968.

In de Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag zijn tevens enkele technische en redactionele verbeteringen aangebracht. Voorts is in de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 een aantal wijzigingen opgenomen en zijn in enige fiscale uitvoeringsregelingen verwijzingen naar de Wet belastingen op milieugrondslag aangepast in verband met de vernummering van de hoofdstukken, afdelingen en artikelen van die wet.

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 juli 2008, met dien verstande dat de artikelen I, onderdeel A, III, onderdelen C en D, en IV, onder 1, terugwerken tot en met 1 januari 2008 en de artikelen III, onderdeel A, IV, onder 2, en V terugwerken tot en met 1 juli 2008.

2. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen I, onderdeel J, en II in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant nr. 130 worden geplaatst.

Besluit van 4 juli 2008, DV2008-564M, Uitv besch ob 1968 en Uitv reg Wbm

Vpb/IB/LB: Waarderingsaspecten van pensioenen en lijfrenten

• Dit besluit is een samenvoeging van het besluit van 11 november 2005, nr. CPP2005/2740M en het besluit van 28 maart 2006, nr. CPP2005/2742M. Bij de samenvoeging zijn de besluiten herschreven en, waar nodig, aangepast aan de sedertdien verschenen jurisprudentie (HR 14 april 2006, nr. 41 569, HR 1 september 2006 , nr. 40 930 en HR 10 augustus 2007, nr. 41 702). De inhoudelijke wijzigingen betreffen met name de onderdelen A.1, A.3.3, B.1.1 en B.2.1.

Dit besluit behandelt twee aandachtsgebieden. In hoofdstuk A staat de waarde in het economische verkeer centraal. Die speelt een rol bij het beoordelen van de zakelijkheid van pensioenaanspraken, die door een naamloze of besloten vennootschap (werkgever) aan een directeur-grootaandeelhouder (DGA) zijn toegekend. Tevens wordt ingegaan op de premiebetalingen aan met de DGA of de werkgever gelieerde lichamen waar het pensioen door de werkgever is verzekerd. In de onderdelen 2 en 3 van hoofdstuk A zijn goedkeuringen opgenomen.
Hoofdstuk B van het besluit behandelt het beleid dat de Belastingdienst hanteert met betrekking tot de waardering van pensioen- en lijfrenteverplichtingen in het kader van de jaarwinstbepaling. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- waardering pensioenverplichtingen in eigen beheer;
- waardering verzekerde pensioenverplichtingen;
- waardering van lijfrenteverplichtingen;
- overgangsregeling rekenrente 1 januari 2001;
- inbouw elders verzekerd kapitaal; en
- waardering bij stelselwijziging door ontvoeging uit fiscale eenheid.

Ook in hoofdstuk B zijn goedkeuringen opgenomen.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van Staatscourant nr. 133 waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dagtekening van het besluit.

Besluit van 3 juli 2008, CPP2008/447M, Wet IB 2001 3.8, 3.25, 3.26, 3.27, 3.28 en 3.29 en VpB 1969 8

Vliegbelasting. Toepassing laagtarief en begrip boordpersoneel

• De staatssecretaris besluit het beleid inzake de vliegbelasting aan te passen in verband met het voorkomen van onnodige administratieve lasten.

In dit besluit wordt goedgekeurd dat voor een land waarvan luchthavens deels zijn gelegen binnen een vliegafstand van 2500 km van de luchthaven van vertrek en deels daarbuiten, het lage tarief mede geldt voor bestemmingen in dat land die niet verder liggen dan 1000 km van de 2500 km-zonegrens. Voorts wordt goedgekeurd dat onder het begrip boordpersoneel worden begrepen personen die uitsluitend worden vervoerd om aan boord van een ander vliegtuig werkzaamheden te verrichten die direct van belang zijn voor de bediening van dat andere vliegtuig of om werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de inzittenden of de lading van dat andere vliegtuig. Deze goedkeuringen houden verband met een voorgenomen wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en gelden zolang deze nog niet in werking getreden is.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2008, zijnde de datum waarop de vliegbelasting in werking treedt, en vervalt met terugwerkende kracht tot die datum zodra de voorgenomen aanpassingen van de Wet belastingen op milieugrondslag kracht van wet verkrijgen en in werking treden.

Dit besluit zal in de Staatscourant nr. 132 worden geplaatst.

Besluit van 4 juli 2008, CPP2008/1239M, Wbm 72, 77