Landschapstop in Apeldoorn

Toespraak van minister Cramer (Ruimte en milieu) bij de Landschapstop op 27 september 2008 in in de Kathedraal van Radio Kootwijk in Apeldoorn. De bestuurders op deze top - onder andere minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) - geven op deze bijeenkomst aan hoe ze de komende drie jaar het Nederlandse landschap willen verbeteren en de betrokkenheid van burgers bij het landschap willen vergroten. Ook ondertekenden Rijk, provincies, gemeenten en tientallen belangenorganisaties het 'Akkoord van Apeldoorn'.

Collega Verburg, aanwezigen,

Dit beeld is mij zeer vertrouwd. Ik heb als kind veel rondgezworven in de Kennemerduinen en langs het strand bij Zandvoort. Tijdens mijn studie biologie en ook later ben ik veel op stap geweest in Nederland en heb ik veel gekampeerd.

Ik spreek dus uit eigen ervaring als ik zeg dat onze landschappen uniek zijn en bijzonder waardevol. Voor ons samen en voor ieder mens op zijn eigen manier.

Uniek en waardevol. Denk maar aan de Nationale Landschappen of kijk naar de Canon van het Nederlandse landschap. Het is een knappe prestatie dat we in dit kleine en dichtbevolkte land met zijn allen in staat zijn geweest om zon gevarieerd landschap te behouden. Het landschap van Zuid-Limburg, de Drentse Aa en de Veluwe bijvoorbeeld waarderen we met een hoog cijfer. Internationaal is ons landschap vermaard om de wijdsheid en openheid van het karakteristieke veenweidelandschap en staan onze werelderfgoederen hoog in aanzien.

De inzet voor het landschap blijft hard nodig. Tot aan 2025 komen er nog ruim 800.000 huishoudens bij en groeit het aantal hectares bedrijventerreinen mogelijk met ruim 14.000 tot aan 2020. Voor 50% van alle uitzichten langs snelwegen bestaan bouwplannen. Tegelijkertijd vinden mensen het landschap steeds belangrijker en neemt de zorg over de verrommeling toe. Dit blijkt uit de Belevingswaardenmonitor 2007. De afgelopen twee jaar is de aandacht voor de verrommeling van het landschap vervijfvoudigd in Nederlandse dagbladen en ons parlement.

Het kabinet heeft zich als doel gesteld om de verrommeling van het Nederlandse landschap aan te pakken. Het zorgvuldig omgaan met de schaarse ruimte en het versterken van de kwaliteit van het landschap staan daarbij voorop. Daarmee houden we ook in de toekomst een mooi, duurzaam, gevarieerd en toegankelijk landschap. Ontwikkelingen van bedrijventerreinen, woningbouw en glastuinbouw/agrarische ontwikkelingen worden steeds vaker gelieerd aan de kwaliteit van het landschap. De publieke aandacht en zorg vragen om handelend optreden.

Het ondertekenen van het Akkoord van Apeldoorn zie ik als een keerpunt in het denken over landschap. Overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke partijen onderschrijven nu dat landschap voorop staat, als toetssteen van nieuwe ontwikkelingen voor inspiratie en innovatie. Dat juich ik toe.

Aanpak van verrommeling

Als minister van VROM ben ik verantwoordelijk voor de duurzame ruimtelijke inrichting van Nederland. Voor de aanpak van verrommeling zie ik hierbij drie belangrijke lijnen:

  1. Spelregels hanteren en vastleggen
  2. Innovatie in het landschap
  3. Groen voor de mensen

1. Spelregels hanteren en vastleggen
In de Nota Ruimte hebben we met elkaar een aantal spelregels afgesproken. Die moeten we volgen en waar nodig vastleggen. De belangrijkste spelregels leg ik vast via de nieuwe Wet Ruimtelijke ordening in een AMvB. Provincies en gemeente spelen vervolgens een cruciale rol om de spelregels in praktijk te brengen. Dit betekent veel voor het landschap, want hiermee kunnen we ruimtelijke ontwikkelingen blijven sturen voor een mooier Nederland.

Maar ook op regels die niet makkelijk zijn vast te leggen wil ik strak blijven sturen. Verdichting is belangrijk om het open landschap te behouden. Het kabinet hanteert als vuistregel dat 40 % van de ruimtebehoefte voor wonen en werken in bestaand stedelijk gebied moet worden gebouwd. Alle betrokken partijen zouden zich naar deze vuistregel moeten richten. Zo ben ik met iedere provincie afspraken aan het maken om minder bedrijventerreinen in te plannen en meer bedrijventerreinen te herstructureren

2. Innovatie voor het landschap
Wij ondersteunen de provincies in hun uitwerking van het kader voor Nationale Landschappen - inclusief Snelwegpanoramas - en Rijksbufferzones. Het gaat erom elkaar te inspireren, want de potentie van deze gebieden is groot. Voor een goede bescherming van de kernkwaliteiten is er nog een hele weg te gaan. Voor nieuwe ontwikkelingen in het landschap moeten we streven naar een betere kwaliteit. Dit kan via ontwerp van nieuwbouw of het verbeteren van de landschappelijke kwaliteit van gebiedsontwikkelingen. In de Duivenvoordecorridor tussen Den Haag en Leiden hebben we bijvoorbeeld afgesproken dat met rood voor groen een forse hoeveelheid verspreid liggende kassen verantwoord gesaneerd kunnen worden. Hierdoor neemt de kwaliteit van het landschap sterk toe.

Om de innovatie aan te wakkeren werk ik momenteel aan een Innovatieprogramma Mooi Nederland. Innovatieve projecten die bijdragen aan een mooier Nederland kunnen in de periode 2009-2011 gebruik maken van deze regeling.

Een van de themas uit de Innovatieregeling zal Groene gebieden nabij de stad zijn. Groene gebieden nabij de stad dragen bij aan het welzijn en het welbevinden van mensen. De uitdaging is om deze gebieden te durven ontwikkelen. Vaak zijn de randen van een stad verrommeld en belemmeren ze de toegang tot het groen. Infrastructuur, woningbouw, bedrijventerreinen verhinderen dit. Innovatieve projecten moeten ervoor zorgen dat mensen vanuit de stad weer gemakkelijk het landelijk gebied in kunnen om het landschap te beleven. Dit is van groot belang voor het draagvlak en de waardering van het landschap.

3. Groen voor de mensen
Bij de grote steden, ook buiten de Randstad, is er nog steeds een groot tekort aan gemakkelijk bereikbare recreatiegebieden, of dreigen steden aan elkaar te groeien. Het beleid voor Rijksbufferzones om te voorkomen dat steden aan elkaar zouden groeien is de afgelopen vijftig jaar een succes gebleken. Deze gebieden worden steeds belangrijker voor dagrecreatie en groen dichtbij de stad.

Rijksbufferzones, metropolitane parken, gebieden voor recreatie om de stad, regionaal groen, ROM Rijnmond en project Mainport Rotterdam zijn gebieden waar het Rijk samen met andere partijen investeert in groen. Ook zal het kabinet dit jaar een besluit nemen over de uitbreiding van Rijksbufferzones. Ondanks deze initiatieven neemt de groene open ruimte die toegankelijk is voor mensen nog steeds af. Ook staat de beleving van deze groene gebieden door de verrommeling onder druk.

Inspanningen vanuit Rijk en regio moeten we daarom bundelen om het instrumentarium dat we voor dit soort gebieden hebben effectiever in te kunnen zetten. Als voorbeeld wil ik graag Midden Delfland noemen. Hier werkt het goed omdat er een duidelijke gebiedsvisie ligt. Er is focus aangebracht, een wettelijk kader en geld voor aankoop en beheer. We kunnen hier van leren voor andere gebieden.

Om de effectiviteit van het beleid te vergroten wil ik het instrumentarium voor alle groene gebieden waar het Rijk aan meewerkt of meebetaald integreren in één duidelijk kader en helder ruimtelijk regime. In de visie voor de Randstad 2040 staat aangekondigd dat we gaan kijken naar een paar nieuwe rijkssleutelprojecten. Ik kan mij goed voorstellen dat we hierbij ook kijken naar de opgave voor groen.
Groene sleutelprojecten, waarom niet? Welke zouden dat moeten zijn? De opgave is om dat met elkaar te verkennen. We moeten een grote stap zetten richting meer groen, minder verrommeling én vereenvoudiging van de uitvoering.

Samenwerkingsagenda Mooi Nederland
Doe ik dit allemaal alleen? Nee natuurlijk, maar ik heb wel een speciale verantwoordelijkheid als minister van VROM. Daarom heb ik samen met mijn collega's van LNV en EZ, provincies en gemeenten de Samenwerkingsagenda Mooi Nederland opgesteld. De afspraken in de Samenwerkingsagenda zijn cruciaal voor de uitvoering van het ruimtelijk beleid en de aanpak van verrommeling. Gezamenlijk is geconstateerd dat deze aanpak goed werkt en gaan we begin 2009 de samenwerkingsagenda actualiseren.

Afronding
Zoals mijn collega Gerda Verburg zojuist al aangaf zijn we samen aan de slag met de Agenda Landschap die in november verschijnt. We willen meer partijen betrekken bij de uitvoering van het landschapsbeleid. Alleen door samenwerking kunnen we het landschap mooier maken. Met heldere spelregels, innovatie in het landschap, groene sleutelprojecten heb ik al een tipje van sluier opgelicht. Het Akkoord van Apeldoorn, de samenwerkingsagenda Mooi Nederland en de Agenda landschap maken het verhaal compleet voor een mooi Nederland.

Dank voor uw aandacht.

Meer informatie