Oneerlijke handelspraktijken aangepakt

Consumenten krijgen betere bescherming tegen misleidende en agressieve handelspraktijken van ondernemingen. Dit blijkt uit een wet van minister Hirsch Ballin van Justitie en staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken die op 15 oktober 2008 in werking treedt.

Oneerlijke handelspraktijken ondermijnen het vertrouwen van de consument en ontregelen de markt. Het kabinet gaat die praktijken tegen door de bescherming van consumenten op een hoger niveau te brengen. Dit gebeurt ook in de andere Europese lidstaten, waardoor de verschillen in nationale wetgeving en daarmee de belemmeringen voor de interne markt worden weggenomen. De wet implementeert de richtlijn oneerlijke handelspraktijken van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

In de wet staat wanneer sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. Ook is een zwarte lijst opgenomen waarin gedragingen zijn opgenomen die onder alle omstandigheden oneerlijk of agressief zijn.

Als bijvoorbeeld een producent een vertrouwens-, kwaliteits- of ander soortgelijk label gebruikt zonder daarvoor de vereiste toestemming te hebben gekregen, is dat volgens de wet onder alle omstandigheden misleidend. Hetzelfde geldt voor de bewering dat een handelaar of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl dat niet het geval is. Ook wordt aangegeven in welke gevallen onder alle omstandigheden sprake is van agressieve praktijken. Dit gebeurt bijvoorbeeld als op bedrieglijke wijze de indruk wordt gewekt dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen als er in feite geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel.

Indien sprake is van een overtreding van het verbod op oneerlijke praktijken kan de consument een (civielrechtelijke) procedure aanhangig maken bij de rechter. Daarnaast kunnen de Consumentenautoriteit en de AFM (daar waar het gaat om overtredingen in de financiële sector) tegen overtredingen optreden via het bestuursrecht onder meer door het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete. Uitgangspunt blijft dat zij pas optreden als de marktpartijen zelf niet in staat zijn overtredingen effectief aan te pakken. Handelaren hebben (vanzelfsprekend) de mogelijkheid zich te verweren tegen optreden van de Consumentenautoriteit en de AFM. Mocht een overtreding tevens een strafbaar feit opleveren dan legt de Consumentenautoriteit dit voor aan het Openbaar Ministerie.