Commissie adviseert ontpoldering Hertogin Hedwigepolder

Er is geen enkel alternatief beter dan het ontpolderen van (het Nederlandse deel van) de Hertogin Hedwigepolder. Dit is de mening van de Commissie Natuurherstel Westerschelde. Commissievoorzitter Nijpels bood het rapport 'Wennen aan de Westerschelde' vandaag aan minister Verburg aan.

De Commissie-Nijpels heeft op verzoek van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar alternatieve mogelijkheden en locaties gezocht voor herstel van de natuur in de Westerschelde. De met het Vlaams gewest overeengekomen oplossing - ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder - is tot nu toe op zowel maatschappelijke als bestuurlijke weerstand gestuit. Deze oplossing kwam naar voren uit de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium.

Het unieke Schelde-estuarium gaat achteruit, terwijl de Westerschelde onderdeel uitmaakt van het (Europese) Natura 2000-netwerk. Uit veel aangedragen alternatieven heeft de commissie er uiteindelijk vijf uitgewerkt, waaronder drie ontpolderingen van andere gebieden langs de Westerschelde. Deze vijf hebben voor- en nadelen, maar ze zijn te realiseren. Voorzitter Nijpels: "Als je deze vijf alternatieven echter vergelijkt met ontpoldering van de Hedwigepolder, kiezen wij voor de laatste. De alternatieven steken op een aantal punten negatief af bij die ontpoldering."

Grondig

De commissie is grondig te werk gegaan. Met het oog op de gevoeligheden is veel betrokkenen om hun mening gevraagd. Allereerst was er een oproep aan bewoners en organisaties in Zeeland om alternatieven aan te dragen voor die ene, in Zeeland omstreden, mogelijkheid: het ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder. Daar zijn maar liefst 78 reacties op ontvangen. De meest bruikbare zijn gewikt en gewogen aan de hand van de criteria 'natuurlijkheid', draagvlak, kosten en tijd om het plan te realiseren. Ook is de bruikbaarheid van twee petities onderzocht die via de Eerste Kamer aan de commissie zijn voorgelegd. Beide leverden echter geen oplossing voor een definitief en duurzaam herstel van de natuur, aldus de commissie. Op verzoek van de Eerste Kamer zelf werd niet alleen langs de Westerschelde gezocht, maar ook elders in het land. Dat leverde zeven serieuze kanshebbers op. "Het enige alternatief dat in de buurt komt van een vergelijking met het estuariene milieu in de Westerschelde is de Eems Dollard", aldus de voorzitter. "Maar ik verzeker u dat dit alternatief het probleem van de Westerschelde niet oplost."

Voordelen

Nijpels somde de voordelen van ontpoldering van de Hedwigepolder ten opzichte van de onderzochte alternatieven op:

  • Ontpoldering is verreweg het beste voor het herstel van de natuur.
  • Kan relatief snel gerealiseerd worden.
  • De begrote circa 80 miljoen euro die ontpoldering kost, komt ten laste van de Belgische belastingbetaler.
  • Het verdrag met Vlaanderen hoeft niet te worden opengebroken.
  • Ontpoldering van de Hedwigepolder kost het minste landbouwgrond.
  • Er is slechts één eigenaar in de polder.

De commissie deed ook enkele aanbevelingen, waaronder het instellen van een regionale uitvoeringsorganisatie. Verder wordt de provincie opgeroepen de maatschappelijk/bestuurlijke verhoudingen te verbeteren. De voorzitter benadrukte tot slot het belang van een snelle beslissing. "We begrijpen de emoties in Zeeland. In het bijzonder voor de Zeeuwen is het heel moeilijk om land terug te geven aan het water. Maar Zeeland is toe aan een beslissing. Het is hoog tijd om de impasse te doorbreken, voor zowel voor- als tegenstanders. Mijn commissie hoopt met dit advies, dat in alle objectiviteit tot stand is gekomen, een bijdrage te leveren aan snelle besluitvorming, zo mogelijk vóór Kerst."

Minister Verburg onderstreepte de noodzaak van duidelijkheid en snelheid. "Dit advies biedt mij de mogelijkheid om snel met een voorstel aan het kabinet en aan Eerste en Tweede Kamer te komen. Zodat er snel duidelijkheid komt voor de burgers in het algemeen en in Zeeland in het bijzonder. Op een zodanige manier dat recht wordt gedaan aan de natuur, want dat is ook onze verantwoordelijkheid." Minister Verburg heeft het rapport aan de Tweede Kamer aangeboden.