Antwoorden op kamervragen over het artikel ‘Agent vaker dupe geweld’

Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Agent vaker dupe geweld’? 1)

Vraag 1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven voor hoeveel geweldsdelicten en beledigingen in het jaar 2007 tegen personeel van het korps Haaglanden een proces-verbaal is opgemaakt, hoeveel van deze zaken zijn geseponeerd en hoeveel naar het OM zijn gezonden? Kunt u tevens aangeven hoe de status is van de naar het OM ingezonden zaken? Zo ja welke, veroordelingen hieruit zijn gevolgd?

Antwoord 2

In 2007 zijn, voor zover nu bekend, tegen 815 personeelsleden van het politiekorps Haaglanden geweldsdelicten gepleegd, dan wel beledigingen en/of bedreigingen geuit. Het merendeel van deze zaken heeft betrekking op belediging (38%), verzet/weerspannigheid (29%), mishandeling (13%) en bedreiging (10%).

In 2007 zijn bij het arrondissementsparket te Den Haag 237 zaken ingeschreven, waarbij sprake was van enige vorm van geweld tegen of belediging van politiefunctionarissen. Het openbaar ministerie heeft 9 van deze zaken geseponeerd en in 40 zaken een transactie aangeboden. Van de 133 zaken die aan de rechter zijn voorgelegd, zijn er 8 geëindigd in een vrijspraak en 125 in een veroordelend vonnis. De rechter heeft de verdachten veroordeeld tot onvoorwaardelijke dan wel voorwaardelijke gevangenisstraffen, geldboetes en taakstraffen. De overige 55 zaken zijn nog in behandeling bij het openbaar ministerie of zijn gevoegd bij andere zaken.

Vraag 3

Van hoeveel van deze zaken hebben politiemensen de daders civiel aansprakelijk gesteld voor mogelijk materiele of immateriële schade?

Antwoord 3

In 53 zaken zijn daders aansprakelijk gesteld voor door politiemensen geleden immateriële schade.

Daarnaast zijn in 2007 nog vorderingen gedaan in 7 zaken voor wat betreft materiële schade, i.e. aan persoonlijke eigendommen van politiefunctionarissen.

Daarnaast zijn in 2007 door Politie Haaglanden 98 zaken in behandeling genomen waarbij sprake was van schade aan politie-eigendommen ten gevolge van vandalisme/vernieling met bekende dader. De grootste categorie wordt gevormd door vernieling van politievoertuigen (42), gevolgd door schade aan cel/celdeur (22) en schade aan ruit/toegangsdeur (20) of gevel van een politiebureau (2). Eén geval betrof letsel van een diensthond wegens toegebrachte messteken.

Daarnaast waren valse aangiftes en misbruik van alarmnummer aanleiding om een verhaalsactie op te starten wegens financiële schade in de vorm van onnodig ingezette menskracht.

In nagenoeg alle schadezaken is de schade verhaald middels voeging als benadeelde in het strafproces. Ingeval van een veroordelend vonnis is het sporadisch noodzakelijk om de vordering in een civiele procedure te incasseren.

Vraag 4

Kunt u aangeven of het korps Haaglanden de betreffende politiemensen juridisch heeft bijgestaan bij een dergelijke civiele schadeloosstelling? Deelt u de mening dat elk korps in Nederland haar personeel hiervoor juridisch zou moeten bijstaan?

Antwoord 3

Ja. Op grond van artikel 69a, Besluit algemene rechtspositie politie, komt de ambtenaar in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand, indien hij schadevergoeding vordert op grond van een onrechtmatige daad, tegen hem gepleegd tijdens de uitoefening van de politietaak, tenzij het politiekorps van oordeel is dat de vordering kennelijk onvoldoende grond heeft of kennelijk onredelijk is.

Alle medewerkers van het politiekorps Haaglanden die te kennen geven zich te willen voegen in een strafzaak, worden daarbij ondersteund vanuit het korps. Daarbij wordt zowel de omvang van de materiële, als van de immateriële schade in kaart gebracht en wordt ondersteuning geboden in de procedurele afhandeling in de richting van het openbaar ministerie. In zaken waarbij sprake is van (fors) lichamelijk letsel van politiefunctionarissen en/of andere factoren met een grote impact op de betrokken politiemedewerkers, worden de betrokkenen vanuit het korps begeleid naar de strafzitting. Zonodig wordt tevens door het politiekorps een advocaat ingeschakeld.

Vraag 5

Deelt u de mening dat politiemensen geen enkele belediging over haar kant mogen laten gaan en dat zij hiervoor altijd tot aanhouding moeten overgaan? Zo ja hoe gaat u dit initiëren? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

In situaties waarin de politie daadwerkelijk optreedt ter zake van belediging, wordt in beginsel overgegaan tot aanhouding. De politie moet evenwel steeds een afweging (kunnen) maken ten aanzien van de meest effectieve wijze van optreden in een specifieke situatie. Daarbij kan bijvoorbeeld het voorkómen van escalatie een overweging vormen om voor een andere aanpak te kiezen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat verdachten van geweldsdelicten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, altijd voorlopige hechtenis moet worden gevorderd en zij niet voor vrijlating in aanmerking behoren te komen voordat zij zijn berecht, tenzij de gronden van de verdenking onjuist blijken te zijn? Zo neen, waarom niet? Deelt u voorts de mening dat in deze gevallen zo veel mogelijk snelrecht moet worden toegepast?

Antwoord 6

Voor de toepassing van voorlopige hechtenis is de ernst van het feit waarvoor de verdachte is aangehouden en de aanwezigheid van wettelijke gronden voor die voorlopige hechtenis leidend. In iedere individuele zaak zal moeten worden bezien of voldaan is aan de in artikel 67a, lid 1 en 2 van het Wetboek van Strafvordering, limitatief genoemde gronden en de in het derde lid van genoemd artikel vervatte anticipatiegebod, dat inhoudt dat voorlopige hechtenis achterwege dient te blijven indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat in geval van veroordeling geen vrijheidsbenemende straf zal worden opgelegd.

In de brief van 10 oktober jl. inzake de toepassing van (super)snelrecht heeft de minister van Justitie aangegeven onder welke voorwaarden hij de toepassing van snelrecht en supersnelrecht mogelijk en wenselijk acht. Daarbij is expliciet aangegeven dat erop zal worden aangedrongen dat in ieder geval zaken waarin sprake is van geweld tegen werknemers in de publiekmaatschappelijke dienstverlenende sector, waar mogelijk en aangewezen binnen de termijn voor inverzekeringstelling, op zitting worden gebracht (supersnelrecht). Het moet dan gaan om delicten waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is.

In Haaglanden zijn afspraken gemaakt tussen de hoofdofficier van Justitie en de rechtbank over de toepassing - onder voorwaarden - van snelrecht bij zaken waarin sprake is van geweldsgebruik tegen werknemers met een publieke taak, waaronder politiefunctionarissen.

1) De Telegraaf, 3 september 2008