De Week van M: Emissierechten

Quote van de week: VNO-NCW en FNV trekken gezamenlijk op tegen veiling emissierechten

'Dat staat boven een artikel op Energeia.nl. Ondernemersorganisatie VNO-NCW en de vakcentrale FNV dringen samen aan op uitstel van de plannen voor veiling van emissierechten. Wachten tot er op wereldwijde schaal keuzes zijn gemaakt, is het credo.

Ik begrijp de zorg van deze organisaties wel. Als we in Nederland en in Europa een systeem opzetten dat er toe leidt dat energie-intensieve industrie ons land de rug toekeert maar elders op de wereld even vrolijk CO2 wordt uitgestoten, gooi je het kind met het badwater weg. Niet doen dus.

We moeten terdege rekening houden met de positie van onze industrie en ik zeg dan ook: tot 100 procent gratis uitstootrechten voor industrie met een hoog risico op carbon leakage. Dat is de gangbare term voor het risico dat bedrijven die op wereldschaal moeten concurreren doordat ze in Europa moeten betalen voor CO2-uitstoot, hier niet meer zouden kunnen opereren. Ook voor de overige industrie is mijn inzet in Europa dat we een heel zorgvuldig systeem opzetten waarbij het emissiehandelssysteem geen verkapte belastingheffing mag worden. Zoveel mogelijk terugsluizen.

Klimaatconferentie

Ik wil ook zo snel mogelijk duidelijkheid hebben voor het bedrijfsleven: heldere criteria voor carbon leakage zo snel mogelijk vaststellen en op basis van die criteria sectoren die voor vrijstelling in aanmerking komen aanwijzen. En ja, we moeten alles op alles zetten om tijdens de klimaatconferentie in Kopenhagen afspraken te maken over een wereldwijde aanpak van de CO2-uitstoot. Maar het nijpende klimaatprobleem betekent ook dat we ons niet kunnen veroorloven om tot dat gelukt is op onze handen te blijven zitten.

Bijzondere onderscheiding

Vorige week kreeg ik uit handen van de Franse ambassadeur, Jean-Francois Blarel, de Légion d'Honneur. Een bijzondere Franse onderscheiding die eerder aan onder anderen Jerry Lewis, Ingrid Betancourt, Gerhard Schroder, Hella Haasse en Bert Koenders is overhandigd.

Ik vond het heel bijzonder om samen met familie, vrienden, collega's en relaties zo in het zonnetje gezet te worden. Ik hebwaar ik maar kon geprobeerd de banden met Frankrijk aan te halen en het Franse taal- en cultuuronderwijs te stimuleren. Bijvoorbeeld door een wetswijziging te realiseren die er voor zorgt dat basisscholen in schooltijd Franse les mogen geven, door de handelsbetrekkingen tussen Franse en Nederlandse ondernemers te stimuleren en door actief de samenwerking op te zoeken.

Cadarache

Ik vind het ITER-programma in Cadarache een prachtvoorbeeld van wat samenwerking kan betekenen: een researchproject dat de toepasbaarheid van kernfusie als energiebron wil aantonen. Met andere woorden: de zon op aarde nabouwen. Het maakt me trots dat onze kennisinstituten TNO, NRG en FOM samen met diverse buitenlandse bedrijven meewerken aan de totstandkoming van die fusiereactor in Cadarache! En natuurlijk ben ik ook trots en onder de indruk dat ik voor dingen die ik zó graag gedaan heb en doe, de Légion d'Honneur mocht ontvangen.

Familiebedrijvendag

De afgelopen week stond voor mij voor een groot deel in het teken van familiebedrijven. Ik heb eerst een onderzoeksrapport in ontvangst mogen nemen van BDOCampsObers over de succesfactoren bij bedrijfsoverdracht, een belangrijk thema binnen familiebedrijven. Daar sprak ik tijdens een intiem diner verder over met twintig bestuurders van kleinere en middelgrote familiebedrijven. Ik ben onder de indruk van de passie en gedrevenheid van al die ondernemers! Een paar dagen later was ik op dé familiebedrijvendag, die elk jaar met veel verve door Nyenrode Business Universiteit georganiseerd wordt. Er is niet voor niets zoveel aandacht voor deze tak van ondernemen. Er zijn meer dan 190.000 familiebedrijven, maar liefst 55 procent van de bedrijven in Nederland is een familiebedrijf!

En dat zijn echt niet alleen de Heinekens, de Blokkers, de Van Bommels en de Brenninkmeijers; het zijn ook minder grote maar heel goedlopende bedrijven die opvallen doordat ze zo creatief en innovatief zijn. Door de eeuwen heen waren het de familiebedrijven die zich het best aan veranderende omstandigheden aanpasten, en dat is vandaag de dag nog zo. Dat is iets om te koesteren. Ik wil daarom stimuleren dat de familiebedrijven van vandaag in de familie blíjven, en dat de familiebedrijven van morgen er gaan kómen. Ook als we economisch gezien in wat zwaarder weer zitten.'