Alcoholverkoop aan jongeren in supermarkten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VPG/ADT 2890341

10 november 2008

In het VAO van 19 juni jl. heb ik een aantal toezeggingen gedaan. Met deze brief kom ik, mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin, hieraan tegemoet.

Op de vraag van mevrouw Bouwmeester heb ik toegezegd openbaarheid te geven aan de plannen van het CBL betreffende de naleving van de leeftijdsgrenzen voor de verkoop van alcohol. Het CBL heeft mij geïnformeerd over hun inzet om alcoholverkoop in de supermarkten tegen te gaan. De supermarktbranche heeft afgesproken om aan alle klanten die er jonger uitzien dan 20 jaar een legitimatiebewijs te vragen bij de aankoop van alcohol. De maatregel wordt per 2 maart 2009 ingevoerd. De invoering zal voorafgegaan worden door een breed ingestoken publiekscampagne. Dit najaar zal het CBL starten met een bewustwordingscampagne ter introductie van de in te voeren maatregel volgend jaar. Daarnaast zullen zij de leeftijdsgrens ook zelf controleren door het inzetten van bijvoorbeeld mystery shoppers en krijgt het kassapersoneel de training: ‘Soms moet je nee verkopen’.

Ook wil ik met deze brief reageren op de vraag van de heer Voordewind gedaan in de regeling van werkzaamheden d.d. 23 oktober jl. over het toezicht houden door gemeenten op de verkoop van alcohol aan minderjarigen.
Op dit moment is de Voedsel en Waren Autoriteit exclusief aangewezen als toezichthouder op de Drank- en Horecawet en dus ook op de naleving van de leeftijdsgrenzen. Dit heeft tot gevolg dat gemeenten in dit kader geen toezichthoudende bevoegdheden hebben en dus geen toezicht kunnen houden op alcoholverkoop.

In het Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten van 4 juni 2007 is in de paragraaf over veiligheid vastgelegd dat de toezichthoudende taken op de Drank- en Horecawet zullen overgaan van de Voedsel en Waren Autoriteit naar gemeenten. Door decentralisatie van het toezicht op de Drank- en Horecawet worden gemeenten straks in staat gesteld om beter in te spelen op de lokale situatie. De gemeenten kunnen de toezichtstaak efficiënter uitvoeren, waardoor de frequentie van het toezicht zal worden verhoogd. Daarnaast kunnen de gemeentelijke toezichtstaken een grotere bijdrage leveren aan het opzetten van een integraal lokaal of regionaal alcoholbeleid.

Om deze overdracht van het toezicht mogelijk te maken zal de Drank- en Horecawet zodanig moeten worden aangepast dat burgemeesters straks bevoegd worden om gemeentelijke toezichthouders aan te wijzen voor het toezicht op de Drank- en Horecawet binnen een gemeente. De taken van de Voedsel en Waren Autoriteit zullen voor het grootste deel worden overgenomen door deze gemeentelijke toezichthouders. Voor de landelijke toezichthouder blijven alleen nog de landelijke taken over die niet te herleiden zijn tot een bepaalde gemeente. Het kabinet is voornemens het wijzigingsvoorstel van de Drank- en Horecawet in het voorjaar van 2009 aan de Kamer aan te bieden. In dit voorstel zal ook de overdracht van het toezicht worden verwerkt.

Graag wil ik in deze brief ook benadrukken dat de verantwoordelijkheid voor de controle van de voor de verkoop van alcoholhoudende dranken geldende leeftijdsgrenzen ligt bij de ondernemer die deze dranken verkoopt, ongeacht wie er toezicht houdt op de naleving van de Drank- en Horecawet. Op dit moment worden door een aantal ondernemers innovatieve systemen ingezet om de leeftijdsgrenzen beter na te leven. Het kabinet juicht deze ontwikkeling toe, zeker in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink