Persconferentie na ministerraad van 21 november

Minister-president Balkenende gaat in de persconferentie na afloop van de ministerraad in op de maatregelen die het kabinet neemt om de gevolgen van de kredietcrisis voor de Nederlandse economie te beperken.

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag. Ik heb vandaag mijn werkzaamheden weer hervat nadat ik de afgelopen dagen met heel andere zaken bezig was geweest. Dat hing samen met het overlijden van mijn vader. Er is van veel kanten medeleven betoond. Het was een moeilijke week voor ons, ook een week met dankbaarheid. Als ik terugdenk aan hem. Ik wil ook al diegenen die hebben meegeleefd op deze plaats hartelijk dank zeggen. Het meeleven heeft ons geweldig goed gedaan.

Dan hebben we vandaag in de ministerraad lang stilgestaan bij de negatieve economische vooruitzichten. Dat hangt samen met de kredietcrisis. En wij beseffen dat dit niet alleen maar een technische discussie is. Het gaat om hoe mensen tegen hun eigen leven aankijken, tegen onzekerheden die bestaan. Wat gebeurt er met de bedrijven of de instelling waar ik werk. Het gaat dus om veel belangen. Het gaat om belangen van ondernemingen. Het gaat om aandeelhouders. Het gaat om houdbaarheid van sociale voorzieningen van ons allemaal. Zekerheid nu, en vertrouwen in een gezonde toekomst, daar gaat het om.

En we dachten aanvankelijk nog dat de kredietcrisis zich vooral in de Verenigde Staten zou manifesteren. En dat is ook het beeld tot aan de zomer van 2008. En op het ogenblik zien we dat ook Europa is getroffen door de financiële crisis. We hebben ook nog gedacht wat het betekent voor de reële economie. Aanvankelijk waren de verwachtingen nog redelijk gematigd, maar op het ogenblik zien we dat er duidelijk sprake is van het beïnvloeden van de reële economie. Het algemene beeld is dus de laatste paar maanden fors gewijzigd. En Nederland is met zijn open economie natuurlijk afhankelijk van wat er elders in de wereld gebeurt. De wereldwijde terugval van wereldhandel en groei. Ook daar hebben wij mee te maken.

Afgelopen maanden is via een internationaal gecoördineerde aanpak een krachtig instrumentarium ontwikkeld, waarmee het financieel stelsel is ondersteund. En de aandacht gaat nu uit naar de verdere toekomst. Een dergelijke schok van het financieel stelsel zullen we in de toekomst moeten voorkomen. En dat kan ook door het beter organiseren van het toezicht en het beter uitrusten van internationale instituties, zoals het IMF. Dan kan er veel worden bereikt. En daarvoor is afgelopen weekend in Washington de koers bepaald.

En net zo belangrijk is het beteugelen van de negatieve gevolgen voor de economie. De urgentie daartoe wordt breed onderkend. De kabinetsaanpak, waarover we de hele ochtend in de ministerraad hebben beraadslaagt, die aanpak zullen we kenbaar maken aan de Tweede Kamer. De economische aanpak die het kabinet voorstaat in reactie op de wereldwijde economische groeivertraging vertoont een samenhangende richting. Het gaat ons om een koersvaste en solide aanpak. Het gaat om de vraag of het effectief is voor een open economie. Het gaat om maatregelen die Europees en internationaal gecoördineerd worden genomen. En het gaat om een extra inzet die aangrijpt bij de oorzaken van de groeivertraging als er sprake is van de liquiditeit. En het gaat erom te zorgen dat bedrijven schokken kunnen opvangen. Dat ook schokken worden opgevangen wanneer we het hebben over de positie van de werknemers. Bij elkaar leidt dit alles met handhaving van de begrotingsregels tot een liquiditeitsimpuls ter grootte van zo'n 1% van het Bruto Binnenlands Product. Rekeninghoudend met de reeds verstrekte kapitaalinjecties aan Nederlandse financiële instellingen en met de werking van het trendmatig begrotingsbeleid loopt de impuls met enkele procentpunten meer op. Ik licht dit graag toe.

Een open economie als de Nederlandse kan zich niet met extra uitgaven uit het economisch dal kopen. Daarvoor is het allemaal veel te ingewikkeld. Extra uitgaven lekken weg naar het buitenland, en moeten later worden terugbetaald in de vorm van hogere belastingen. En daarom moeten we vasthouden aan het zogenoemde trendmatig begrotingsbeleid. De zogenaamde automatische stabilisatoren in de economie hun werk laten doen. En we houden ook de koers vast bij het ingezette beleid om de economische structuur van ons land en de economie te versterken: innovatie, duurzaamheid, onderwijs, arbeidsmarkt, infrastructuur en minder regels. Afgelopen oktober hebben kabinet en sociale partners al afspraken gemaakt over een verantwoorde lasten- en loonontwikkeling en koopkrachtverbetering in 2009. En dat is al een belangrijke stimulans en dat is het draagvlak voor samenwerking met sociale partners.

Voor een open economie is alleen Europees en internationaal afgestemd beleid structureel effectief. En daarom past deze kabinetsaanpak in de te verwachten inzet van de Europese Unie die de komende weken zal worden besproken in het verband van de Europese Raad. Dat zal aan de orde komen op 11 en 12 december. De kern van de Europese aanpak is om binnen de afspraken van het stabiliteits- en groeipact elke land een impuls te laten geven richting die sectoren waar in dat land behoefte aan is. Een impuls kan in termen van uitgaven, lastenverlagingen en liquiditeitsbevordering.

De extra inzet in Nederland grijpt aan bij de oorzaken en gevolgen die direct uit de kredietcrisis voortvloeien. Door de liquiditeit te vergroten wil het kabinet de bedrijvigheid extra lucht geven. En we denken dan aan het instrument - dat gaan we ook doen - van herintroductie van vroege afschrijvingen. Als dat gebeurt geeft dat een impuls aan bedrijven om juist meer te gaan doen aan investeringen. Een belangrijk instrument. En ook het belangrijke MKB (midden- en kleinbedrijf) krijgt meer lucht, bijvoorbeeld door versnelling van de overheidsbetalingen.

Verder maakt het kabinet een werktijdverkortingsregeling mogelijk om de onverwacht snel dreigende ontslagen van werknemers te overbruggen voor een bepaalde periode. We zullen dat doen onder strikte voorwaarden wat betreft budget en tijdelijkheid. Het is een regeling voor een korte tijd om te zorgen dat bedrijven in staat zijn om de klappen die nu dreigen, op te vangen. Het is niet het overnemen van verantwoordelijkheid, maar het is een maatregel om te zorgen dat bedrijven tijdelijk kunnen worden ondersteund om juist deze moeilijke periode te doorstaan en om te voorkomen dat definitief een bedrijf in de problemen is en mogelijk zal moeten stoppen.

Verder is het van belang dat mensen wanneer ze hun werk verliezen zo snel mogelijk aan het werk raken. We zien toch een bijzondere situatie in Nederland dat de economische ontwikkeling verslechtert. Het risico dat mensen hun baan verliezen is groot, maar tegelijkertijd hebben we nog wel enkele honderdduizenden vacatures. Dus het is ook een zaak om te zorgen dat je via mobiliteitscentra mensen zo snel mogelijk aan de slag krijgt.

En dat combineren we - al deze activiteiten op het gebied van de vroege afschrijvingen, de werktijdverkortingsregeling, dat combineren we ook met andere zaken, zoals bijvoorbeeld de maximale inzet op versnelling van infrastructuurprojecten, waaronder nieuwe Deltawerken en het versnellen van bouwprocedures, zo mogelijk ook in de woningbouw. Dat raakt ook de vraag hoe snel kunnen we in ons land zaken afronden, hoe snel kunnen besluiten worden genomen. Werken aan versnelling van procedures.

Het kabinet zal deze aanpak met name in Europees verband blijven afstemmen en zo nodig aanvullen. Met een gezamenlijke aanpak is het voor Nederland mogelijk om de internationaal goede positie te behouden, en zelfs op termijn te versterken. Een extra inzet kan het kabinet, de Rijksoverheid niet alleen. Burgers, bedrijven, sociale partners, medeoverheden, instellingen, zorg en onderwijs, samen dragen we de verantwoordelijkheid voor onze economie. Er is veel te doen. Het is een lastige tijd geworden. Het beeld is anders dan een paar maanden geleden. En dat betekent alle hens aan dek. En daarover hebben we vandaag met elkaar in het kabinet gesproken.

Dan ten slotte een enkele opmerking over Fortis/ABN Amro. De ministerraad heeft vandaag een besluit genomen over de richting van de toekomst van Fortis/ABN Amro. We willen een krachtig bedrijf waar werknemers en klanten vertrouwen in hebben. Een bedrijf dat bijdraagt aan een sterke en gezonde financiële sector in Nederland en dat zorgvuldig omgaat met onze investeringen. Volgens die analyse hebben we de conclusie getrokken dat we streven naar de vorming van één nieuwe sterke Nederlandse bank en dat aangekochte verzekeraars daarin niet worden geïntegreerd in een bankverzekeringsbedrijf. Ten slotte kiezen we ervoor om ten minste enkele jaren in de banken te blijven participeren. En met deze besluiten wordt duidelijkheid gecreëerd naar alle betrokkenen. Vooral cliënten en personeel hebben behoefte aan die duidelijkheid en meer zal ik er nu niet over zeggen, want straks zal minister Bos een afzonderlijke persconferentie geven over dit onderwerp. Hij zal u dan ook nader informeren over de achtergronden en de precieze richting. Dit waren enkele van de punten die vandaag aan de orde zijn geweest, en ik ga nu eens kijken welke vragen er bij u leven.