Antwoorden op kamervragen over exportkredietverzekeringsbeleid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: BFB 2007-1120 M

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Cramer en Voordewind over de exportkredietverzekeringsfaciliteit ten aanzien van Iran.

Vraag 1

Kent u het bericht dat de Nederlandse export naar Iran sinds 2003 is verdubbeld en dat de Nederlandse overheid in de vorm van exportkredietverzekeringen financiële garanties afgeeft aan bedrijven die naar Iran exporteren?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de Nederlandse overheid vorig jaar voor 545 miljoen euro garanties heeft afgegeven aan Nederlandse bedrijven die contracten afsloten met Iran en dat ook dit jaar al voor miljoenen euro’s exportgaranties zijn verstrekt?

Antwoord

Nee. In 2006 is door de Nederlandse overheid in het kader van de exportkredietverzekeringfaciliteit voor € 27,5 miljoen aan nieuwe risico’s in herverzekering genomen. In 2007 is dat tot nu toe € 68,0 miljoen.

In totaal is momenteel € 573,3 miljoen aan exporten naar Iran door de Nederlandse overheid herverzekerd. Daarvan heeft € 477,9 miljoen betrekking op polissen die vóór 2006 zijn afgegeven.

Vraag 3

Deelt u de mening dat in lijn met het intrekken van de overheidssteun voor de handelsmissie naar Iran ook het afgeven van exportgaranties aan bedrijven zou moeten worden stopgezet?

Antwoord

Nee. Het landenacceptatiebeleid van de exportkredietverzekeringfaciliteit wordt in beginsel alleen gebaseerd op een analyse, dat een land – meestal om financieel-economische redenen - niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Om die reden is het laatste jaar het landenacceptatiebeleid voor Iran al zeer beperkt. Aan dit beleid ligt dus een zuiver risicotechnische afweging ten grondslag. Het landenbeleid wordt noch in positieve, noch in negatieve zin g ebruikt als instrument van de buitenlandse politiek.

Het instellen van sancties geschiedt in de regel in internationaal verband. Vooralsnog is er van afgezien om de exportkredietverzekering voor rekening en risico van staten onderdeel uit te laten maken van de VN-sancties ten aanzien van Iran. De meeste EU-lidstaten bieden ook nog exportkredietverzekeringen ten aanzien van Iran. Het bedrijfsleven in deze landen kan dus momenteel gebruik maken van exportkredietverzekering op Iran. De faciliteit sluit als zodanig aan bij het algemene beleid van Nederland en de EU-partners ten aanzien van Iran waarin reguliere economische activiteiten in beginsel mogelijk zijn, zolang zij natuurlijk niet strijdig zijn met geldende sancties.

Vraag 4

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Algemeen Overleg over Iran van 28 juni a.s.?

Antwoord

Ja.

Hoogachtend,

De Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken

Wouter Bos

1: Volkskrant, ‘Iran is slapende reus voor ondernemer’, 22 juni 2007.