Hirsch Ballin: wijkverbod bij aanpak overlast van probleemjongeren

Minister Hirsch Ballin van Justitie wil dat rechters een wijkverbod als zelfstandige maatregel kunnen opleggen om overlast van probleemjongeren effectief te bestraffen. Hierdoor kan het strafrecht bijdragen aan de leefbaarheid in steden en wijken. Bovendien sluit het goed aan bij het snelrecht en de ontwikkeling van de Veiligheidshuizen, waarin gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie onder één dak samenwerken. De bewindsman zal zijn plan in de komende periode uitwerken met het oog op wetgeving.

Daarmee krijgen rechters mogelijkheden om beter in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals overlast in wijken en buurten. Zij kunnen een duidelijke functie vervullen en rechtstreeks kiezen voor de in het concrete geval meest gewenste reactie. Het Veiligheidshuis kan hierin een belangrijke rol vervullen, door een dossier samen te stellen op basis waarvan de rechter kan oordelen.

In de praktijk bestaat een toenemende behoefte aan snel optreden door politie, openbaar ministerie en rechterlijke macht. Probleemjongeren die vernielingen aanrichten, geweld gebruiken en het werk van hulpverleners verstoren of bewoners en winkeliers in wijken lastig vallen, moeten stevig worden aangepakt. De rechter kan de vrijheidsbeperkende maatregel opleggen in plaats van of naast een geldstraf of vrijheidsstraf.

Het strafrecht kent al verschillende mogelijkheden om een locatie- of wijkverbod op te leggen, bijvoorbeeld als voorwaarde bij een voorwaardelijke gevangenisstraf of schorsing van de voorlopige hechtenis, maar niet als zelfstandige maatregel. In de praktijk zal het effect van een wijkverbod als zelfstandige maatregel groter zijn omdat voor een langere duur kan worden gekozen dan bij een voorwaardelijke gevangenisstraf. Daar is een locatie- of wijkverbod onderdeel van de straf en moeten duur en omvang in verhouding zijn met de geldboete of gevangenisstraf die is opgelegd. De nieuwe regeling zal dus bij lichtere strafbare feiten de mogelijkheden om een wijkverbod op te leggen sterk verbeteren.

Verder onderzoekt de minister hoe het wijkverbod kan aansluiten bij een zo doeltreffend mogelijke vormgeving van het snelrecht, waarmee hij tegemoetkomt aan behoeften in de praktijk. Het wijkverbod is een nieuwe stap in het beleid van de bewindsman om overlast en jeugdcriminaliteit harder aan te pakken en zorgt ervoor dat het strafrecht voldoet aan de eisen van de tijd. Het is een vervolg op eerdere initiatieven zoals de gedragsmaatregel voor jongeren en de bevoegdheid van de officier van justitie om preventief een gebiedsverbod of meldingsplicht op te leggen in afwachting van de behandeling van de zaak op zitting.