Antwoorden op kamervragen over uitlatingen van de CdK Noord-Holland mbt de burgemeesterscrisis in Den Helder

Antwoorden op kamervragen van het lid Schinkelshoek (CDA) over de uitlatingen van de Commissaris der Koningin van Noord-Holland over de burgemeesterscrisis in Den Helder, ingezonden 22 januari 2009.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de uitlatingen van de commissaris van de Koningin in Noord-Holland dat de burgemeesterscrisis in Den Helder een 'hobbeltje' is dat genomen moet worden? 1)

Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de uitlatingen van de commissaris van de Koningin in Noord-Holland in het NOS Radio1-Journaal van 20 januari 2009.

De commissaris van de Koningin zegt daarin onder meer het volgende:

'(…) De hele situatie in Den Helder. Ziet u er nog brood in, want onder uw leiding wordt er bemiddeld?
De commissaris van de Koningin: Nou ik zie er meer brood in dan eergisteren, moet ik u zeggen. De raad heeft wat mij betreft een goed besluit genomen, een afkoelingsperiode. De gemoederen liepen natuurlijk hoog op in het weekend. Er komt nu een bemiddelingspoging tussen de beide partijen, burgemeester en wethouders. Ik denk dat als dat met wat verstand en met wat gevoel gedaan wordt, dat daar weer een eenheid uit tevoorschijn komt.
(…) U bent zelf degene geweest die die afkoelingsperiode en bemiddeling heeft voorgesteld?
De commissaris van de Koningin: Ja, dat klopt. Je bent als commissaris toch verantwoordelijk voor de burgemeester maar ook in algemene zin voor een democratisch goed functionerend bestel in je provincie.
Daar was geen sprake van?
De commissaris van de Koningin: Over en weer waren er wel wrijvingen en die werden steeds groter. Dat is niet in het belang van de stad. Het belang van de stad is dat er een goed en eensgezind college van burgemeester en wethouders samen met de raad aan het hoofd staat.
De oorzaak is een financieel conflict over een vergoeding voor de woonlasten van de burgemeester, want hij zou de wethouders niet goed ingelicht hebben over zijn inkomsten. Dat is het verwijt, maar vervolgens is er sprake van een verziekte sfeer, een gebrek aan vertrouwen. Waar blijkt dat uit?
De commissaris van de Koningin: Dat is wel gebleken uit de brief die de wethouders gestuurd hebben aan de gemeenteraad, dat zij het vertrouwen in de burgemeester hebben opgezegd, omdat niet voldoende of voldoende op tijd inlichtingen kwamen over zijn financiële situatie volgens de wethouders.
Nou zegt de burgemeester zelf: 'Het is toch wat anders omdat iemand moet verhuizen. Ik vraag daar begrip voor.' Is dat terecht?
De commissaris van de Koningin: Op zichzelf is het terecht dat een burgemeester begrip vraagt voor de verhuisplicht. Er zijn weinig mensen in Nederland die moeten verhuizen binnen een jaar naar de plaats waar degene ook werkt. Dat is nog geen reden om dan maar een vergoeding te geven als gemeente, maar in gemeenten waar het moeilijk zit kan dat wel en in de provincie Noord-Holland is dat in ieder geval in west Kennemerland. In de Gooi- en Vechtstreek hebben we dezelfde moeilijkheden, af en toe.
U zegt dat het kan, terwijl de minister zegt: het is onwettig?
De commissaris van de Koningin: Nee, de minister zegt, de manier waarop de gemeente de burgemeester heeft geholpen is onwettig, maar je kan als gemeente – en dat is ook gebeurd in mijn tijd dat ik hier zit – bijvoorbeeld een ambtswoning kopen. Dat mag en dan betaalt de burgemeester gewoon huur, zoals elke burger in Nederland.
De situatie is behoorlijk ontspoord in Den Helder. Dat is niet voor het eerst. De afgelopen 10 jaar is het behoorlijk rommelig – om het zacht uit te drukken - in Den Helder. Hoe nu verder?
De commissaris van de Koningin: Nou, de komende tijd zal er een bemiddelingspoging worden gedaan. Ik verwacht dat die gaat slagen. U zegt: 'Het is al zo lang onrustig en een rommeltje in Den Helder'. De laatste jaren juist niet. Onder dit bestuur was de opgaande lijn absoluut aanwezig. Ook met behulp van een financiële injectie van de provincie, ook met behulp van particuliere ondernemers die er hun schouders onder zetten, maar de opgaande lijn was duidelijk aanwezig. En áls die bemiddelingspoging straks slaagt, kan dit gezien worden als een hobbeltje, dat genomen is.'

Uit dit - uitvoerige - citaat blijkt dat de commissaris van de Koningin in Noord-Holland de situatie in Den Helder zeer serieus neemt en zich grote zorg getroost om een oplossing van de bestuurlijke situatie te bereiken. Dit is ook het beeld van de contacten die ik met hem daarover heb. Ik heb dus niet het beeld dat hij de situatie ziet als een hobbeltje. Uit de tekst leid ik ook niet af dat hij de burgemeesterscrisis in Den Helder betitelt als een 'hobbeltje' dat genomen moet worden. De ernst van de situatie blijkt, aldus de commissaris van de Koningin, uit de brief die de wethouders gestuurd hebben aan de gemeenteraad. Hij heeft gezien die ernst aangestuurd op bemiddeling. Onder de voorwaarde dat de bemiddelingspoging slaagt, zal de opgaande lijn die Den Helder de laatste jaren te zien geeft niet afgebroken worden door deze crisis, zo begrijp ik de woorden van de commissaris van de Koningin.

Vraag 2
Hoe laat zich die opvatting rijmen met uw opvatting dat er ter plaatse een besluit was genomen dat "in strijd met de wettelijke bepalingen" is 2)

Antwoord 2
De commissaris van de Koningin verwoordde in het interview nog eens mijn standpunt over de in Den Helder gekozen manier om een burgemeester met woonproblemen te helpen.

Vraag 3
Wilt u de commissaris van de Koningin informeren over uw (stellige) opvattingen naar aanleiding van zijn (relativerende) stellingname?

Antwoord 3
Over de situatie in Den Helder is met de commissaris van de Koningin afgelopen periode regelmatig contact geweest. Dat vindt ook in komende tijd plaats waar dat nodig is.

1) NOS Radio1-Journaal, 20 januari 2009
2) Brief aan het college van B&W, 15 januari, in afschrift aan de Kamer