Antwoorden op kamervragen van Dibi over de wachtlijsten in de jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

12 februari 2009

JZ-K-U-2904520

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dibi (GroenLinks) over de wachtlijsten in de jeugdzorg (22 december 2008).

De minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet


Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Dibi over de wachtlijsten in de jeugdzorg (22 december 2008).

Vraag 1

Was u eveneens opgetogen dat de wachtlijstcijfers in de provinciale jeugdzorg niet opnieuw zijn gestegen? Zo ja, hoe gaat u deze dalende trend vasthouden?

Antwoord 1

De wachtlijstcijfers van 1 oktober laten een stabiel beeld van de wachtlijsten zien. Gelet op het feit dat het effect van de afspraken die ik vorig jaar heb gemaakt met de provincies en de grootstedelijke regio’s in deze cijfers nog niet verwerkt is, ben ik positief over deze cijfers.
Gezien alle acties die ingezet zijn heb ik er vertrouwen in dat ik samen met de provincies kan bewerkstelligen dat de afgesproken prestaties behaald zullen worden (zie ook mijn brief van 18 december 2008 (Kamerstuk 2008-2009, 29815, nr. 178, Tweede Kamer).
Ik zal de activiteiten die de provincies ontwikkelen om de afgesproken prestaties te behalen, actief blijven volgen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat 2400 kinderen niet de zorg krijgen waar zij wettelijk recht op hebben, maar het moeten doen met overbruggingszorg?

Antwoord 2

De prestatieafspraken die ik met de provincies en grootstedelijke regio’s heb gemaakt, gaan ook over de jeugdigen die op de wachtlijst staan en overbruggingszorg ontvangen.

Vraag 3

Hoeveel procent van de kinderen die overbruggingszorg krijgen is na deze behandeling geholpen en komt niet meer op een wachtlijst terecht?

Antwoord 3

Op dit moment vindt er een doorlichting van de wachtlijsten plaats door het bureau Hoeksma, Homans en Menting (HHM) waarin onder andere de overbruggingszorg onderzocht wordt. In mijn brief van 18 december (Vergaderjaar 2008-2009, 29815, nr. 178) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken hiervan.

Vraag 4

Deelt u de mening dat een daling met 35 kinderen die langer dan negen weken moeten wachten op de zorg waar ze wettelijk recht op hebben, zo’n klein aantal, somber stemt? Zo ja, wat gaat u doen om de volgende keer veel meer kinderen de zorg te geven waar ze recht op hebben? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 5

Deelt u de mening dat er geen sprake is van ‘een daling van wachtlijsten in de jeugdzorg’ is wanneer de cijfers van de wachtlijsten van de jeugd-GGZ en jeugd-LVG nog niet bekend zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De cijfers bij het provinciale zorgaanbod en de AMK’s waarover ik u elk kwartaal rapporteer dalen. Wat betreft de stand van zaken van de wachtlijstcijfers bij GGZ en jeugd-LVG heb ik u in mijn brief van 18 december 2008 (Vergaderjaar 2008-2009, 29815, nr. 178) geïnformeerd.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het volstrekt onverantwoord is om slechts één keer per jaar het aantal kinderen dat wacht op geestelijke gezondheidszorg publiekelijk te maken? Bent u bereid er samen met GGZ Nederland voor te zorgen dat de wachtlijstcijfers in de jeugd-GGZ tenminste drie maal per jaar publiekelijk te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vanaf wanneer zou dat beginnen?

Antwoord 6

De minister van VWS is samen met betrokken partijen een werkgroep gestart die een verbeteringsslag beoogd in de transparantie van de wachttijden in de ggz. Dit jaar zal het voor iedereen mogelijk worden om op de website www.KiesBeter.nl maandelijks geactualiseerde wachttijden van ggz-instellingen in de regio te vergelijken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de circuits jeugd-, volwassen- en ouderen-ggz en verslavingszorg. Zodra de werkgroep haar werkzaamheden heeft afgerond, zal ik u hierover verder informeren.

Vraag 7

Kunt u samen een concrete en afrekenbare doelstelling geven met betrekking tot de wachtlijsten in de jeugd-GGZ en jeugd-LVG aan het einde van deze kabinetsperiode?

Antwoord 7

Het kabinet streeft naar wachttijden voor jeugd-ggz en jeugd-lvg binnen de Treeknorm. Betrokken landelijke partijen hebben ook die ambitie. Wat betreft de jeugd-lvg zijn recent cijfers beschikbaar gekomen over de wachtlijstsituatie op 1 januari 2008. Binnenkort zullen de staatssecretaris en ik de Kamer hierover informeren. Op basis van deze cijfers zal het gesprek met de landelijke partijen (ZN, VGN en VOBC LVG) worden aangegaan over een concretisering van onze gezamenlijk gedragen ambitie om deze wachtlijsten te verminderen. Over de uitkomsten zal de Kamer worden geïnformeerd. Wat betreft de jeugd-ggz kan ik geen concrete uitspraken doen. Ik verwijs u hiervoor naar mijn onlangs verzonden brief over uitstel van de uitvoering van de Motie Sterk (CZ/FBI-2908333).