Antwoorden op kamervragen over de 'Sinterklaasaffaire' in Echt-Susteren

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over de berichtgeving over de Sinterklaasaffaire in de gemeente Echt/Susteren. Ingezonden 17 februari 2009.

Vraag 1
Kent u de berichtgeving over de Sinterklaasaffaire in de gemeente Echt/Susteren? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de handelwijze van de in de berichtgeving bedoelde twee CDA-wethouders? Is het doen van schenkingen door deze wethouders van gemeenschapsgelden (dividendgelden van Essent-aandelen) aan derden, zonder goedkeuring van de gemeenteraad, in strijd met de Gemeentewet, het Wetboek van Strafrecht, en mogelijk andere wetten? Zo ja, welke wetten?

Antwoord 2
In de brief die op 12 februari jl. aan uw Kamer is gezonden, is uitvoerig op deze kwestie ingegaan. Aangegeven is dat door het gemeentebestuur naar de besteding van de gelden onderzoek is verricht, mede op basis van een accountantsrapport van Deloitte. Daarbij zijn ook de financieel-juridische aspecten betrokken. Inmiddels heeft de gemeenteraad met de conclusies van de analyses ingestemd. Door Deloitte werd geconcludeerd dat mede door de op 6 november 2008 door de gemeenteraad vastgestelde begrotingswijziging voor de uitgaven alsnog voldaan wordt aan de geldende wet- en regelgeving van de begrotingsrechtmatigheid.

Uit het onderzoek blijkt dat er bij de toekenning van de financiële bijdragen onregelmatigheden hebben plaatsgevonden. De wethouders waren niet bevoegd de gelden eigenstandig toe te kennen. Er was niet over besloten in het college. Dat is strijdig met de Gemeentewet. Overigens betreft het niet twee CDA-wethouders, maar een wethouder van het CDA en een wethouder van de Lijst Samenwerking.
Vervolgens wordt in het onderzoek vastgesteld dat bezien vanuit de ontvanger van de gelden en het doel waarvoor deze beschikbaar zijn gesteld, deze hadden moeten worden beschouwd als subsidies. De toekenning van de bijdragen had moeten gebeuren in de vorm van subsidiebesluiten. Er is daardoor niet gehandeld conform de Algemene wet bestuursrecht. De gemeente zal dit corrigeren. De betrokken verenigingen en andere organisaties zullen alsnog een subsidiebeschikking van de raad krijgen.

De burgemeester heeft laten weten dat er geen strafbare feiten zijn gebleken. Mocht dat alsnog gebeuren, dan ziet hij het als zijn uitdrukkelijke taak dit aan de officier van Justitie te melden. Ook heeft het college opdracht gegeven tot een nader integriteitsonderzoek door BING; het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten. Bij dat onderzoek zal ook aan de orde komen of wethouders betrokken waren bij organisaties die subsidies hebben gekregen. Het onderzoek zal daar mogelijk meer uitsluitsel over geven.

Vraag 3
Indien er sprake is van handelen in strijd met de wet hoe beoordeelt u dan het besluit van de gemeenteraad van Echt/Susteren van 12 februari 2009 om achteraf met de bedoelde schenkingen in te stemmen? Is het geoorloofd dat een gemeenteraad dergelijke illegale handelingen achteraf goedkeurt?

Vraag 4
Zo nee, bent u voornemens stappen te ondernemen tegen de gemeente Echt/Susteren, respectievelijk de provincie Limburg te verzoeken, op grond van haar toezicht op de gemeentelijke financiën, maatregelen te treffen?

Antwoorden 3 en 4
Zoals ook in de eerdere brief aan uw Kamer is gemeld, hebben de betrokken wethouders met hun handelwijze schade berokkend aan het aanzien van het openbaar bestuur. De verantwoordelijk wethouders hebben hun conclusies getrokken. Het aftreden van de wethouders is een verstrekkende, maar terechte bestuurlijke conclusie. Het is zaak dat de gemeente zich nu op de toekomst richt. De gemeenteraad heeft ingestemd met het voorstel voor een verbeteraanpak. Ik hoop en verwacht dat de gemeente zich op deze opgave zal richten .

Ook heeft de gemeenteraad besloten de juridische gebreken bij het toekennen van de bijdragen te herstellen. De gemeenteraad heeft geconcludeerd dat het terugvorderen van de uitgegeven gelden juridisch niet haalbaar is. Overweging was dat gemeentelijke uitgaven ordentelijk geregeld moeten zijn. De ontvangers mochten erop vertrouwen dat de subsidieverstrekking conform de geldende regels had plaatsgevonden. De brieven waren verstuurd op gemeentelijk briefpapier en ondertekend door een wethouder. Daarmee zijn verwachtingen gewekt, waar men zich juridisch op kan beroepen. Men mocht er van uit gaan dat men recht had op de bijdrage. Hoewel er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, dient de gemeente gewekte verwachtingen na te komen. Dit betekent overigens dat andere organisaties die menen een beroep te kunnen doen op het gelijkheidsbeginsel ook aanvragen kunnen indienen. Het is aan de gemeente om daar zorgvuldig mee om te gaan.
Een gemeentelijk besluit kan worden vernietigd wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Ik zie daar vooralsnog weinig aanleiding toe. Als de subsidiebesluiten vernietigd zouden worden, betekent dat immers nog niet dat de subsidiegelden kunnen worden teruggevorderd. De ontvangende organisaties mochten er - als aangegeven - op vertrouwen dat zij deze gelden van de gemeente ontvingen. Daar kunnen zij rechten aan ontlenen. Als men van een wethouder op gemeentelijk briefpapier een bijdrage toegekend krijgt, moet men daar op kunnen vertrouwen. Dat is een basisprincipe van een betrouwbare overheid. Vernietiging van de besluiten zou dat doorkruisen. Dat is niet in het algemeen belang.