Stuurgroep Opstelten: kindermishandeling goed op de agenda

De stuurgroep Aanpak kindermishandeling concludeert dat Jeugd en Gezin er zeer goed in is geslaagd om het onderwerp kindermishandeling op de agenda te krijgen bij een breed scala aan organisaties.

De persoonlijke betrokkenheid van minister Rouvoet en zijn team wordt gevoeld en gewaardeerd. In het advies dat vandaag is aangeboden raadt de stuurgroep aan om hiermee door te gaan na de invoering van de verplichte meldcode.

Verder signaleert de stuurgroep dat er bij het invoeren van een verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voldoende aandacht moet zijn voor menskracht en middelen bij branche- en beroepsorganisaties, en voor kennis en vaardigheden bij professionals. Ook is er behoefte aan meer duidelijkheid over de samenwerking tussen gemeenten en provincies.

Stuurgroepvoorzitter Ivo Opstelten: 'Het is duidelijk dat het actieplan Aanpak kindermishandeling van Rouvoet veel positieve energie heeft losgemaakt in het veld. De enorme betrokkenheid van deze organisaties heeft ons positief verrast. Het concrete voorstel voor de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moet zo snel mogelijk beschikbaar zijn zodat organisaties daarmee verder kunnen.'

Rouvoet: 'Het advies van de stuurgroep is een volgende stap in onze strijd tegen kindermishandeling. Wij hebben het afgelopen jaar flink aan de weg getimmerd, maar er is ook nog veel werk te verrichten met meer dan 100.000 slachtoffers per jaar. Een belangrijke mijlpaal daarin is dat alle beroepskrachten en vrijwilligers eind 2010 verplicht moeten werken met een meldcode.'

De belangrijkste adviezen van de stuurgroep

  • Branche- en beroepsorganisaties zijn zelf verantwoordelijk om de meldcode te implementeren. Jeugd en Gezin zou een actieve rol kunnen spelen in het ondersteunen van de vaak beperkt beschikbare middelen en capaciteiten van branche- en beroepsorganisaties.

  • Het gebrek aan kennis en vaardigheden van professionals is een groot knelpunt en het aanbod van scholing door organisaties zelf is gering. De stuurgroep adviseert Jeugd en Gezin aan te sluiten bij een nader te identificeren landelijke structuur voor (bij)scholing van professionals. Daarnaast zou het gesprek gestart kunnen worden met basisopleidingen over het opnemen van het onderwerp kindermishandeling in curricula.

  • Branche- en beroepsorganisaties vinden de rollen van gemeenten (verantwoordelijk voor CJG's en preventie) en provincies (verantwoordelijk voor geïndiceerde jeugdzorg) onvoldoende duidelijk. Jeugd en Gezin zou (centrum)gemeenten uit kunnen rusten met richtlijnen en praktische modellen voor ketensamenwerking. CJG's zouden tot een geformaliseerde vorm van afstemming moeten komen met Bureau Jeugdzorg, in werkprocessen, informatieoverdracht en inhoudelijke samenwerking. Duidelijke afspraken over coördinatie van zorg en "doorzettingsmacht" maken daar deel van uit.

Rouvoet: 'Ik ga alle adviezen van de stuurgroep zorgvuldig bestuderen. De middelen en capaciteiten van branche- en beroepsorganisaties hebben al onze aandacht in de uitwerking van de verplichting van de meldcode kindermishandeling. Ook op het terrein van scholing en deskundigheidsbevordering lopen al activiteiten. Een duidelijke rolverdeling bij de coördinatie van zorg en doorzettingsmacht voor gemeenten maakt onderdeel uit van de wetgeving omtrent CJG's die nu door de Raad van State wordt bestudeerd. Ook in het kader van de regionale aanpak kindermishandeling zal elke regio concrete afspraken maken over wie wat doet, en op welk moment, na een signaal van kindermishandeling.'

Over de stuurgroep Aanpak kindermishandeling

De stuurgroep Aanpak kindermishandeling bestaat uit:

  • Ivo Opstelten (voorzitter, VVD voorzitter)

  • Pia Dijkstra (tv-verslaggever)

  • Hans Esmeijer (GS Gelderland)

  • Corrie Noom (wethouder Zaanstad)

  • Rieke Samson-Geerlings (procureur generaal)

  • Kars Veling (rector Johan de Witt Scholengroep)

  • Jan Willems (hoogleraar kinderrechten)

  • Erik Akerboom (Korpschef Noord-Brabant, stuurgroeplid tot 1 maart 2009)