Minister Van der Laan stelt toezichthouder aan bij SGBB

Minister Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie geeft de woningcorporatie SGBB een aanwijzing. Ook zal hij een externe toezichthouder aanstellen voor de periode tot 1 september 2009. Het is vrijwel onmogelijk dat SGBB op eigen kracht de financiële, organisatorische en bestuurlijke problematiek voldoende kan aanpakken. Van der Laan vindt de problemen dusdanig 'complex en diepgaand' dat verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn.

Dat heeft minister Van der Laan vandaag in een brief aan de Tweede Kamer gemeld. Uit onderzoek is gebleken dat er sprake is van grote liquiditeitsproblemen bij SGBB als gevolg van het gevoerde projectontwikkelingsbeleid. De omvang van de projectenportefeuille is 3147 eenheden, terwijl de corporatie 6593 eenheden bezit. "Dat is buiten proporties", aldus Van der Laan. De acquisitie van projecten en de projectontwikkeling is onverantwoord geweest in relatie tot de financiële mogelijkheden van de corporatie. Bovendien roept een aantal transacties de vraag op of in alle opzichten rechtmatig en zorgvuldig is gehandeld en of daarop voldoende toezicht is gehouden.

Om deze redenen geeft de minister -mede op advies van het CFV- SGBB met een aanwijzing drie opdrachten. Het bestuur moet voor 1 mei 2009 een plan maken om het aantal lopende projecten te verminderen zodat de projecten uitvoerbaar en te financieren zijn. Het plan moet ook de financiering van SGBB voor tenminste de komende vier jaar omvatten. Daarnaast moet er een plan komen hoe de door SGBB geleden schade kan worden verhaald. Tot slot moet de corporatie met een overzicht van maatregelen komen die nodig zijn in termen van integriteit, procedures, functies en functionarissen, zodat SGBB verantwoord te werk gaat vanuit een oogpunt van behoud van het maatschappelijk gebonden vermogen.

Achtergrondinformatie
Maart 2008 bereikten VROM/WWI de eerste signalen dat er mogelijk iets mis was bij woningcorporatie SGBB. Op basis van signalen van klokkenluiders is door de VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) een onderzoek uitgevoerd dat zich richtte op de handelingen van de toenmalige directeur van SGBB. De resultaten van dat onderzoek vormden op dat moment onvoldoende basis voor strafrechtelijk onderzoek door de Officier van Justitie. Er bleven echter twijfels over zijn interne functioneren en of zijn handelingen in het belang van de volkshuisvesting waren.

In overleg met de klokkenluiders en WWI zijn de resultaten van het onderzoek aan de Raad van Toezicht (RvT) van SGBB in juli 2008 in de vorm van een presentatie ter beschikking gesteld. Voor de RvT gaf de presentatie aanleiding om een opdracht aan Price Waterhouse Coopers te geven tot een forensisch onderzoek, gericht op mogelijke onregelmatigheden als het gaat om het handelen van de toenmalige directeur. Het resultaat van het onderzoek door PWC is voor de RvT van SGBB aanleiding geweest om in december 2008 de samenwerking met de toenmalige directeur te beëindigen, omdat in het rapport werd aangetoond dat de RvT op verschillende momenten onvolledig was geïnformeerd.
De RvT heeft vervolgens een opdracht gegeven aan een onafhankelijke deskundige om het functioneren van de RvT zelf kritisch te bezien, als ook de relatie tussen de RvT en het toenmalige managementteam van SGBB. Na de presentatie van zijn bevindingen hebben 5 van de 7 leden van de RvT op 17 februari j.l. besloten om per direct af te treden. Op 20 februari j.l. is door het ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting overleg gevoerd met o.a. de twee resterende leden van de RvT en de interim-bestuurder van SGBB.
Gegeven deze situatie stelt Van der Laan bij SGBB een extern toezichthouder aan tot 1 september 2009. Deze maatregel moet gezien worden als een ondersteuning voor de bestaande interimbestuurder en overgebleven leden van de RvT. Betreffende personen geven aan de maatregel ook als zodanig te beschouwen. Op korte termijn zal minister Van der Laan de naam van de externe toezichthouder bekend maken. De toezichthouder heeft de bevoegdheid de besluiten van het bestuur en de RvT al dan niet goed te keuren. Dat betreft dus ook de aanstelling van een nieuw lid van de RvT.

Download: