Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over het bericht dat het aantal thuisbevallingen sterk afneemt

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2914842 11 maart 2009 Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over het bericht dat het aantal thuisbevallingen sterk afneemt (2009Z02993/2080914110).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Koser Kaya over het bericht dat het aantal thuisbevallingen sterk afneemt (2009Z02993/2080914110).

Vraag 1

Kunt u aangeven wat de oorzaken zijn voor de afname van het aantal thuisbevallingen in Nederland?

Antwoord 1

De afname van het aantal thuisbevallingen is geen tendens van de laatste tijd, maar een ontwikkeling die al veel langer loopt. In 1953 beviel nog 78% van de vrouwen thuis, in de jaren tachtig schommelde het percentage rond de 38% en vanaf de jaren negentig stabiliseerde het percentage thuisbevallingen zich rond de 35%. De huidige CBS-cijfers voor de periode van 2005-2008 van 29% zijn een verdere voortzetting van deze trend.
Vanwege de vele factoren die een rol spelen bij de uiteindelijke keuze voor wel of niet thuisbevallen, is het lastig om eenduidige oorzaken van de tendens tot minder thuisbevallen aan te wijzen. In elk geval is het aantal medische indicaties voor ziekenhuisopname vermeerderd. De oorzaak hiervan kan mogelijk liggen in de toegenomen leeftijd van de moeder, het grotere aantal meerlingzwangerschappen en een verbeterd diagnose-instrumentarium om verhoogd risico vast te stellen. Voorts kan de uiteindelijke keuze om in het ziekenhuis te bevallen ook worden ingegeven door voorkeur van de individuele vrouw. Ten slotte kan de keuze om niet thuis te bevallen samenhangen met de woonsituatie van de kraamvrouw. In sommige wijken met gebrekkige huisvesting en infrastructuur, kan het veiliger en comfortabeler zijn om (poli)klinisch te bevallen.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat dit financieel betekent voor zowel de ziekenhuizen als de verloskundige thuishulpdiensten die de medische hulp bij bevallingen uitvoeren?

Antwoord 2

De tendens naar meer klinische bevallingen kan een opwaartse druk uitoefenen op het bruto ziekenhuisbudget. De omzet binnen de eerstelijnsverloskunde zou evenredig kunnen dalen. Indien op termijn de functionele bekostiging is ingevoerd zou er een keten kunnen worden vormgegeven waarbij er één prijs voor verloskundige zorg ontstaat. Dan maakt het niet langer uit wie deze zorg levert noch waar deze wordt geleverd.

Vraag 3

Heeft deze verschuiving gevolgen voor de kwaliteit en beschikbaarheid van de mogelijkheid thuis te bevallen in Nederland?

Antwoord 3

Indien sprake is van een structurele tendens naar meer klinisch bevallen, mag dit niet leiden tot een verminderde kwaliteit en beschikbaarheid van de verloskundige zorg gericht op thuis bevallen. Ik hecht eraan dat ook in de toekomst de mogelijkheid voor vrouwen om op een verantwoorde en velilige manier thuis te kunnen vallen, behouden blijft.