Antwoorden op kamervragen van Van Dijken over het besluit van het VSB-fonds om donaties aan maatschappelijke projecten te halveren of stop te zetten

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DS-K-U-2915063

16 maart 2009

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op vragen van het Kamerlid Van Dijken (PvdA) over het besluit van het VSB-fonds om donaties aan maatschappelijke projecten te halveren of stop te zetten. De Kamervragen hebben als kenmerk 2009Z03189/2080914510 en zijn ingezonden op 20 februari 2009.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het besluit van het VSB-fonds met betrekking tot stopzetting van donaties in maatschappelijke projecten op het gebied van Sport, Natuur en Milieu?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is u bekend dat nu met geld uit het VSB-fonds 561 sportprojecten worden ondersteund?

Antwoord 2

Ja, het is mij bekend dat het VSB-fonds ook sportprojecten ondersteunt. Het aantal van 561 is mij niet bekend. Mij zijn ongeveer 150 projecten bekend. Deze projecten zullen overigens gewoon doorgang vinden omdat deze al eerder in gang gezet zijn. Nieuwe initiatieven zullen door het VSB-fonds echter niet meer worden ondersteund. Wel weet ik dat er ook onafhankelijke lokale VSB fondsen zijn die sportprojecten ondersteunen. Ik ken hiervan echter niet de aantallen.

Vraag 3

In hoeverre maken deze projecten deel uit van de plannen zoals verwoord in uw beleidsprogramma’s?

Antwoord 3

Het VSB-fonds is een onafhankelijk vermogensfonds en maakt haar eigen afwegingen. Wel is mij bekend dat het VSBfonds haar beleid heeft afgestemd op
de trends in Nederland. Voor sport is dit onderdeel afgestemd met mijn beleidsbrief
‘De kracht van sport’. Op een aantal gebieden werken we gedeeltelijk samen of levert het VSB-fonds een kwalitatieve bijdrage door middel van het gericht ondersteunen van projecten (aanjaagfunctie). Ik denk hierbij aan combinatiefuncties, het project ‘Special Heroes’, het congres ‘Sport & Ouderen’ rondom de Senior Games, een onderzoek naar gevolgen en instrumentalisering
van sportverenigingen en het Jeugd Sportfonds.

Vraag 4

Zijn er in de sportsector meer vergelijkbare terugtrekkende bewegingen te verwachten, gezien de recessie?

Antwoord 4

Ja, als gevolg van de recessie bestaat de mogelijkheid dat er vergelijkbare terugtrekkende bewegingen zijn te verwachten van ondermeer sponsors en waarborgfondsen.

Vraag 5

Kunt u een inschatting maken van de mogelijke gevolgen voor de sportsector in
zijn totaliteit, dus zowel breedtesport als topsport?

Antwoord 5

Op dit moment is zo’n inschatting moeilijk te maken. Mede daarom heeft NOC*NSF het meldpunt Sport & Crisis ingesteld. Bij dit meldpunt kunnen sporters, sportverenigingen, sportorganisaties, evenementenorganisatoren, sponsors, gemeenten en alle andere bij de sport betrokken partijen melden wat de economische crisis voor hun sportpraktijk betekent.