Antwoorden op kamervragen van Leijten over de gouden handdruk voor bestuurders van Philadelphia

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

20 april 2009

MEVA-K-U 2922001

Geachte voorzitter,

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker, mede namens de minister van Bin-nenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gouden handdruk voor bestuurders van Philadelphia (2009Z05076).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de bestuurders van Philadelphia mogelijk een gouden handdruk ontvangen? 1)

Antwoord 1

Het bericht zelf is nog zo speculatief dat ik moet concluderen dat er nog geen voorspellingen over mogelijk zijn.

Vraag 2

Bent u van mening dat de handdruk gerechtvaardigd is, gezien de belabberde financiële staat waarin de zorginstelling verkeerd? Zo ja, kunt u ons uitleggen op basis van welke prestaties de bestuurders de handdruk ‘verdienen’? Zo neen, wat gaat u ondernemen om de gouden handdruk te blokkeren?

Antwoord 2

Evenals ik eerder in antwoorden op kamervragen over gouden handdrukken heb geschreven, wil ik er ook dit keer geen twijfel over laten bestaan dat ik de gouden handrukken die nu in enkele, in nood verkerende zorginstellingen worden gegeven veel, eigenlijk te veel geld vind. Dit oordeel is mede gebaseerd op het gegeven dat uit tal van aanbevelingen (Tabaksblat, Frijns, Wijffels, NVTZ- en NVZD-code) inmiddels maximaal één jaarsalaris als fatsoensnorm voor ontslagvergoe-dingen geldt.
Zoals de minister van VWS en ik in eerdere antwoorden op soortgelijke kamervra-gen én in meerdere Algemene Overleggen over topinkomens hebben gemeld, spelen wij geen rol in de besluitvorming van de Raden van Toezicht van zorgin-stellingen over ontslagvergoedingen. Want zorginstellingen zijn privaatrechtelijke organisaties met een Raad van Toezicht als eindverantwoordelijk gremium. Die leggen over hun doen en laten verantwoording af in hun jaarverslag. Die jaarver-slagen, en dus de wijze waarop de Raad van Toezicht zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, zijn voor iedereen toegankelijk via www.jaarverslagenzorg.nl.
De beëindiging van de contracten met bestuurders is een verantwoordelijkheid die valt onder de taken van de Raad van Toezicht. Zij wegen in het beëindigingspro-ces alle relevante factoren af, waarbij het belang van de instelling bij de leden van de Raad voorop staat.
Ook in het geval van Philadelphia geldt dat de bewindspersonen van VWS niet door de Raad van Toezicht is/wordt gekend in zijn voorgenomen beslissingen op het terrein van het personeelsbeleid. Ook in dit concrete geval neem ik aan dat de Raad van Toezicht allerlei factoren in de afweging betrekt bij een besluit over de wijze en over de invulling van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met bestuurders. Ik denk dan aan factoren als: de afspraken in de arbeidsovereen-komst, de financiële situatie van Philadelphia, het functioneren van de bestuur-ders, de procesrisico’s en de maatschappelijke discussie over ontslagvergoedin-gen.
Juist omdat wij als bewindslieden in dit soort situaties maar een gebrekkig instru-mentarium hebben om wat in onze ogen excessen zijn te kunnen voorkomen, heeft dit kabinet plannen ontwikkeld rond normering en maximering van de hono-rering van bestuurders in de semi-publieke sectoren. Zie hetgeen daarover is vastgelegd in TK 28479, vooral in de nummers 33, 36, 37 en 41.

Vraag 3

Bent u van mening dat de directie van Philadelphia de vakbond kan negeren als het gaat om het voornemen van de gouden handdruk? Zo ja, welke andere instan-tie kan de gouden handdruk tegenhouden? Zo nee, hoe gaat u de directie dwingen te luisteren?

Antwoord 3

Zie de antwoorden op de vragen 1 en 2.

Vraag 4

Bent u bereid de participatie- en/of de cliëntenraad te bewegen een procedure aan te spannen bij de Ondernemingskamer, om te onderzoeken of de (voormalig) bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor mogelijk wanbeheer? 2) Zo ja, kunt u de Kamer op de hoogte houden van uw inzet en de uitkomsten daar-van? Zo nee, bent u dan van mening dat de bestuurders weg mogen komen met dit beleid?

Antwoord 4

De door u genoemde raden hebben hun eigen verantwoordelijkheid en zullen hun eigen afwegingen maken omtrent het al dan niet inzetten van instrumenten die zij tot hun beschikking hebben.
Pas wanneer alle van belang zijnde elementen op een rij staan, kunnen alle be-trokkenen, ieder voor zich, hun afweging maken om de bestuurdersaansprakelijk-heid, met behulp van de hun ten dienst staande instrumenten, vast te (laten) stellen.

1) Omroep Gelderland, 18 maart 2009: “Mogelijk ontslagpremie Philadelphia”
http://www.omroepgelderland.nl/pagina.php?id=10&bericht=68514
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 1963