Van der Hoeven: geen overhaaste besluitvorming overname Essent

Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken ziet niet in waarom de Provinciale Staten van Noord-Brabant zich nu al definitief zouden moeten uitspreken over een eventuele overname van Essent door het Duitse RWE.

Pas op de plaats

Naar haar oordeel zijn er genoeg redenen om nog even pas op de plaats te maken. 'Allereerst heeft Essent nog geen door mij goedgekeurd splitsingsplan. Verkopen kan hoe dan ook pas als er is gesplitst. Ook is er nog te veel onduidelijkheid over de toekomstige eigendomspositie van de kerncentrale Borssele. Ik ben er nog niet van overtuigd of de constructie zoals die nu wordt gepresenteerd wel in lijn is met de statuten van EPZ. Voor hier een definitief oordeel over kan worden gegeven, moeten alle ins en outs goed tegen het licht zijn gehouden', aldus minister Van der Hoeven.

Level playing field

De minister blijft uit het oogpunt van een level playing field bezwaren houden tegen overname van een gesplitst Nederlands bedrijf door een buitenlands bedrijf dat ook de beschikking heeft over hoofdtransportnetwerken en dat geen concrete plannen heeft die netwerken af te splitsen. Zij heeft haar zorgen hierover geuit bij Europees Commissaris Kroes, die de overname moet toetsen aan het Europese mededingingsrecht.

'De netwerken vormen de ruggengraat voor leveringszekerheid van elektriciteit en gas in Nederland. Het afsplitsen van de netwerken van de commerciële handels- en productiebedrijven stelt veilig dat ze niet belast kunnen worden met schulden van het commerciële deel en dat er voldoende in kan worden geïnvesteerd. Op de netwerken kan vervolgens vrij worden geconcurreerd door leveringsbedrijven, ook uit het buitenland. Dat is prima voor de afnemer. Maar ongeclausuleerde overname van Nederlandse leverings- en productiebedrijven door buitenlandse bedrijven met hoofdtransportnetwerken gaat in mijn ogen een brug te ver'.