Antwoorden op kamervragen van het Dibi over de bestrijding van de jeugdwerkloosheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MEVA-K-U-2924680

27 april 2009

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Dibi aan minister Rouvoet over de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. (2009Z06299)

Vraag 1

Kunt u zich uw uitspraken voor de geest halen in een televisieprogramma 1) waarin u zegt dat de aanpak van de jeugdwerkloosheid in deze tijden van crisis u “verschrikkelijk op de nek zit”?

Ja

Vraag 2

Kunt u zich voorstellen dat GroenLinks erg blij was met uw uitgesproken steun aan jongeren, temeer omdat er snelle actie is geboden vanwege de verwachte stijging van de jeugdwerkloosheid met tien procent volgend jaar?

Ja en daarom heb ik ook in het kamerdebat naar aanleiding van het crisispakket aangegeven als kabinet snel actie te willen ondernemen.

Vraag 3

Bent u van mening dat het probleem van de jeugdwerkloosheid ook onder uw verantwoordelijkheid valt als minister voor jongeren, naast dat van uw collega’s van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? Zo nee, waarom niet?

Het aanpakken van de jeugdwerkloosheid is een verantwoordelijkheid van het gehele kabinet. Hierbij hebben de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en ik als minister voor Jeugd en Gezin het voortouw. Samen werken wij aan het Actieplan Jeugdwerkloosheid dat in mei gereed dient te zijn.

Vraag 4

Welke rol ziet u voor uzelf weggelegd in de aanpak van de jeugdwerkloosheid in deze tijden van crisis?

Zie antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Hoeveel procent van de extra euro 250 miljoen voor de jeugdwerkloosheid krijgt u via uw begroting te besteden, aangezien u tijdens de uitzending aangaf dat daarmee “heel veel goede dingen zijn te doen”? Wat gaat u concreet doen met dat extra geld?

Ik kan uw Kamer op dit moment nog geen details verstrekken over hoe het kabinet het extra geld voor de jeugdwerkloosheid concreet gaat inzetten.
In het Actieplan Jeugdwerkloosheid zal worden aangegeven op welke wijze en met welke maatregelen het kabinet de jeugdwerkloosheid wil gaan bestrijden.


Vraag 6

Welke maatregelen kunnen verder van u, als minister voor Jeugd en Gezin, worden verwacht op zowel de korte als de lange termijn om de jeugdwerkloosheid aan te pakken?

Zie antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Heeft u de Green Deal 2.0 gelezen van GroenLinks? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke voorstellen kunnen op uw steun rekenen?

Ik kan nog geen mededelingen doen over concrete voorstellen die als maatregel gaan gelden bij de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Het plan is in de maak.
Ten behoeve van het inrichten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid hebben mijn collega bewindspersonen en ik de heer Hans de Boer gevraagd om samen met een groep deskundigen op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt adviezen te maken over wat effectieve en efficiënte instrumenten zijn om jongeren aan de slag te houden of te krijgen. Ons streven is om medio mei het Actieplan aan uw Kamer aan te bieden.

Vraag 8

Welke voorstellen uit de Green Deal 2.0 bent u van plan om te zetten in concreet beleid?

Zie antwoord op vraag 7.

1) Het elfde uur, 31 maart 2009