Persconferentie over Verantwoordingsbrief over 2008

Het kabinet heeft de Verantwoordingsbrief over 2008 aan de Tweede Kamer gestuurd. Minister-president Balkenende en minister Bos (Financiën) gaven in een persconferentie na de ministerraad een toelichting daarop.

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag, vandaag staan we stil bij de voorbereidingen van Verantwoordingsdag. Dat gaat volgende week woensdag gebeuren en een van de stukken die vandaag naar de Kamer gaat, dat is de Verantwoordingsbrief. Dat is niet voor het eerst. Dat is vorig jaar ook gedaan. Deze brief over 2008, die is bijzonder. We maken de balans op over de voortgang van alle doelstellingen en projecten uit het beleidsprogramma 'Samen werken, samen leven'. En met de Verantwoordingsbrief worden de beloften uit het beleidsprogramma transparant en meetbaar gepresenteerd.

Wat het kabinet zichtbaar maakt is een tussenstand zoals die zich aftekent eind 2008. En dat gaat u ook zien op de eerste slide. Dat is de enige die ik zal gaan toelichten. U ziet het verschil tussen het jaar 2007 en het jaar 2008. Wat was het punt waar we vorig jaar mee zaten? Dat is dat grijze vlak dat u links ziet. Dat was niet meetbaar. Dat was toen het punt. We hebben doelstellingen, maar zijn die voldoende scherp omschreven. Zijn die kwantificeerbaar? Hebben we scherp in beeld wat de doelen moeten zijn? Zowel de intenties als de oriëntaties en u ziet dat dat totaal anders is geworden. Er is nu nog maar 1% niet meetbaar en we zitten dus feitelijk in een totaal ander speelveld. Het jaar 2008 heeft laten zien dat in de eerste plaats de component niet meetbaar enorm is teruggedrongen en het tweede is dat ook wat op koers ligt aanmerkelijk is toegenomen. 82% van de voornemens ligt op koers. Dan praat ik over die zaken die we hebben voorgenomen. Dat kunnen zijn concrete tussenstappen of meetbare momenten. Niet alles kun je meten, want dat ga je natuurlijk aan het eind van de rit doen. Datgene wat we hebben voorgenomen. Die stappen die nodig zijn om je doelen te bereiken. Daarvan kunnen we zeggen dat 82% op koers ligt. Niet op koers is een percentage van 17. Dus er is een behoorlijke vooruitgang geboekt. Laat ik een paar voorbeelden noemen. De grootste slag die is gemaakt bij het doel over het beter meetbaar maken van zaken, dat is bijvoorbeeld de betere hulp voor tienermoeders. Over 2007 was toen nog geen informatie beschikbaar en dit doel is dus nu meetbaar geworden en bovendien ligt dat doel op koers. En een ander positief voorbeeld, de vermindering van regeldruk, kent een hoge ambitie. Ik heb ook vaak met u daarover gesproken de afgelopen tijd en we zien dat de resultaten goed zijn. Het kabinet ondersteunt dit hele proces met de versnelde uitvoering in de komende periode. Daarmee wordt de stimuleringsmaatregel in de economie versterkt. Kortom, minder administratieve regels, weten wat je wilt bereiken en daarmee de economie ondersteunen.

Ik ben positief over de resultaten die ik vandaag namens het kabinet mag presenteren, maar in 2008 zijn we wereldwijd natuurlijk wel geconfronteerd met een nieuwe economische werkelijkheid. We zitten in economisch zwaar weer en zonder twijfel zal een aantal van onze doelstellingen daarmee te maken krijgen. Sommige doelen zullen minder gemakkelijk gerealiseerd kunnen worden. En dat verklaart ook voor een deel dat enkele doelstellingen in 2007 op koers lagen en dat nu niet meer liggen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de groeiambitie van 5% in het openbaar vervoer, het vervoer per spoor. De voortgang hiervan is in de tweede helft van 2008 achtergebleven door de economische ontwikkelingen. Juist omdat mensen vanwege de economische ontwikkelingen minder reizen wordt ook minder gebruikgemaakt van het openbaar vervoer. En verder speelt bij de wetgeving dan ook de factor tijd een belangrijke rol. Zo liep de verbetering van de bereikbaarheid over weg en water vertraging op en dat kwam omdat de afronding van het wetgevingstraject spoedwet wegverbreding meer tijd nam dan voorzien. Dat zijn maar enkele voorbeelden die aangeven dat de doelen te maken kunnen hebben met de economische ontwikkeling.

We hebben vandaag ook cijfers gezien van het CBS en die cijfers zijn helder. Een krimp van 2,8% ten opzichte van het laatste kwartaal en zelfs een krimp van 4,5% vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar. De WW-instroom neemt enorm toe en een behoorlijk aantal bedrijven heeft te maken met faillissementen. We zien ook sombere cijfers in andere landen. Duitsland is voor ons een buitengewoon belangrijk land, een belangrijke handelspartner en daar zijn de cijfers nog slechter dan in Nederland. Het betekent dus dat Nederland zwaar wordt geraakt door de economische crisis en het hangt samen met het open karakter van onze economie.

Ik denk ook niet dat het goed is om van week tot week te gaan reageren op allerlei incidentele positieve of negatieve signalen, maar natuurlijk is het zo dat de cijfers fors zijn en die cijfers daar schrik je natuurlijk ook wel van. En dat gaat natuurlijk vooral om de vraag van wat betekent dit voor mensen, wat betekent dit voor hun banen, wat betekent dit voor het bedrijf. De onzekerheid van werknemers neemt toe en het is voor velen een zware periode. Dat wisten we ook en de cijfers die we nu in Nederland zien, die zijn ook wel weer een ontwikkeling die behoorlijke verbanden laat zien met wat zich in Duitsland heeft afgetekend. En die cijfers hadden we al eerder gehoord. Voor het kabinet is op dit moment vooral van belang de reeds genomen besluiten waaronder het stimuleringspakket uit te voeren en stabiel te werken aan het nodige herstel.

Misschien iets over de vooruitblik naar 2009. Dit jaar zullen de ambities, vooral de ambities op sociaaleconomisch terrein, voor een duurzame en innoverende economie en voor infrastructuur en de bouw negatief worden beïnvloed door de recessie en de doelstellingen krijgen een impuls door de maatregelen uit het aanvullend beleidsakkoord, maar de ambities zullen moeilijk haalbaar worden. Het kabinet ondersteunt de stimuleringsmaatregelen door de regeldruk sneller te verminderen, door een crisis- en herstelwet en ook krijgt het bedrijfsleven meer ruimte om te ondernemen, zoals in de bouw of het inrichten van de ruimte.

Tot slot nog iets over de meetmethodiek, want als je werkt met het formuleren van doelen, het formuleren van tussenstappen, je wilt je daarop laten afrekenen, dan zegt dat iets over de transparantie. Daar is ook vorig jaar over gesproken, toen bij Verantwoordingsdag. Ook bij mijn begrotingsbehandeling van Algemene Zaken is dat naar voren gekomen. We hechten eraan om aan te geven hoe zit het met het hele proces van beleidsuitvoering. Deze methodiek is ook gehanteerd in het Verenigd Koninkrijk. Tony Blair heeft destijds behoorlijk werk van gemaakt en nu is meetbaarheid natuurlijk niet een doel op zich, maar een instrument dat het kabinet helpt om zich onvermoeibaar te blijven inzetten om gedane beloftes gestand te doen. En met deze verantwoordingsbrief lost het kabinet de belofte in die is gedaan aan het begin van de kabinetsperiode. De belofte om eens helder te verantwoorden over de voortgang van het beleid. Het kabinet is al langere tijd in overleg met de Tweede Kamer over het beter verantwoorden van de resultaten van het beleid. In het verleden lag de focus wel eens te veel op het maken van beleid. Maar beleid krijgt pas betekenis juist door een goede uitvoering. De afgelopen jaren heeft het belang van verantwoording, zowel financieel als beleidsmatig, aan kracht gewonnen en dat is terecht. De Tweede Kamer en de Nederlandse burger krijgen daarmee meer inzicht in de resultaten en dat is een goede zaak.

Dit ter toelichting van de verantwoordingsbrief. Hij is inmiddels uit, mogelijk heeft u hem al ontvangen. U zult daar als uitgebreider in zien een verantwoordingsbrief die eerst een algemene beschouwing bevat en vervolgens op de afzonderlijke onderdelen in gaat in een bijlage. En ook wordt per pijler aangegeven hoe het proces zich op het ogenblik aftekent. Dit naar aanleiding van de voorbereidingen in de afgelopen weken en uiteraard de besluitvorming vandaag in de ministerraad.

Minister Bos:
Dames en heren, goedemiddag. Naast de verantwoordingsbrief krijgt u vandaag ook en krijgt de Kamer ook het financieel jaarverslag en nog een heleboel andere documenten. Maar misschien over de financiële kanten van een en ander nog een aantal opmerkingen. 2008 is natuurlijk het jaar waarin het perspectief voor de Nederlandse economie, in ieder geval vooruitkijkend naar de komende jaren, een enorme kanteling doormaakte, al was dat eigenlijk als je naar het einde van het jaar realisatiecijfers kijkt nog lang niet overal zichtbaar. Aan het einde van 2008 hadden we nog steeds te maken met een op zich dalende werkloosheid, met een inflatie die nog bij de 4% zat en een groei die nog in de buurt van de 2% zat. Allemaal cijfers waar je prima mee voor de dag kon komen en waar in een aantal opzichten het kantelende perspectief nog lang niet altijd zichtbaar was. Dat werd al wel duidelijk als je ging kijken naar de kwartaal groeicijfers, de onderliggende cijfers die in de jaarcijfers lang niet altijd zichtbaar zijn. Daar zagen we al vanaf het tweede kwartaal van 2008 een positieve groei omslaan in een negatieve groei. Overigens zijn dit de cijfers zoals we die gisteravond tot onze beschikking hadden. Vanochtend kwamen er nieuwe CBS-cijfer, niet alleen over het eerste kwartaal van 2009 maar ook weer met correcties over de kwartalen van vorig jaar. En ik denk dat dat nog tot her en der een kleine wijziging zou kunnen leiden van deze blokken, maar de orde van grootte is hetzelfde. Misschien nog een slag interessanter is om te kijken waar nu de omslag in economische zin in 2008 het meest helder was. Hier wordt vergeleken wat er gebeurt, wat de inzichten waren in wat er zou gebeuren met de groei, met het saldo en met de schuld vanaf het moment dat we de Miljoenennota 2008 opstelden, vervolgens de Voorjaarsnota 2008, vervolgens de Najaarsnota 2008 en dan nu het Financieel Jaarverslag. Ik moet constateren dat we dan dus op een groei zijn uitgekomen aan het eind van 2008 die nog in alle opzichten behoorlijk is, maar wel minder dan we daarvoor steeds hadden verwacht. We daalden van 2,6 naar 2%. Dat het saldo aan het eind van 2008 nog steeds beter was dan we aan het begin van die periode dachten, dat heeft met name te maken met het feit dat gedurende 2008 we ook een periode hebben gehad met bijvoorbeeld heel hoge olieprijzen en dus hoge gasprijzen en dus hoge gasinkomsten. Maar dat de grootste verandering in de financiële positie van het Rijk, die al zichtbaar is in 2008 en ook zichtbaar is bij de realisatiecijfers aan het eind van 2008, en waarin dat kantelende perspectief voor de Nederlandse economie en ook de openbare financiën het meest duidelijk is geworden de positie van de staatsschuld, de EMU-schuld, is geweest, waar we bij het opstellen van de Miljoenennota voor 2008 dachten dat aan het eind van 2008 de schuld zo'n 45% zou bedragen, moet je constateren dat we inmiddels presenteren als eindcijfer van 2008 een schuld die ongeveer 30% hoger is dan dat getal en rond de 58% ligt.

Dit is ook een plaatje. Nu is dit een kleine zijstap in het verlengde van de opmerking die de minister-president al maakte, een zijstap die in strikte zin niet hoort bij verantwoording maar gaat over het groeivooruitzicht voor 2009 en hoe dat in de loop van 2008 en 2009 veranderde van groeivoorspellingen die in januari 2008 nog een groei van 2% voor 2009 veronderstelden, in april 2009 inmiddels in de buurt van de -3,5% zaten en waarvan we aan mogen nemen dat dat cijfer nog negatiever zal worden naar aanleiding van de CBS-realisatiecijfers die we inmiddels kennen van het eerste kwartaal. Zo snel kan dus het perspectief op waar we mee te maken krijgen in de Nederlandse economie veranderen. Voor het saldo ziet u hier nog een keer wat het betekent in de loop der jaren. We sluiten 2008 af met een mooi overschot en u heeft net kunnen zien dat onder dat jaarcijfer al een negatieve trend ligt voor wat betreft de kwartaalcijfers en dat gaan we uiteraard ook merken in het saldo voor 2009. Met de schuld was al in 2008 de omkering van de trend te zien. Het gaat allemaal prachtig omlaag tot en met 2007 en in 2008 die enorme sprong omhoog van 45% naar bijna 60%.

De belangrijkste reden voor die schuldtoename is gelegen in de diverse interventies die we gepleegd hebben in de financiële sector. Er speelt natuurlijk nog veel meer een rol. Het tekort is ook om andere redenen aan het oplopen, maar dat speelt vooral in 2009, maar in 2008 was het vooral een kwestie van diverse manieren waarop we in de financiële sector geïntervenieerd hebben. We besteden in het Financieel Jaarverslag dit jaar daar veel aandacht aan, onder andere omdat dat ook door de Kamer naar gevraagd is om uitgebreid zicht te hebben op alle kosten en baten gebonden aan de diverse manieren waarop we geïntervenieerd hebben. Ook om uitgebreid zicht te krijgen op de risico's die daaraan vastzitten. Het is allemaal uitgebreid beschreven in de stukken. We doen dat ook omdat over een aantal van deze interventies wij niet in staat zijn geweest vooraf verantwoording af te leggen. Integendeel, het is bekend de comptabiliteitswet vraagt op bepaalde momenten toestemming vooraf van het parlement. Die hebben we niet in alle opzichten en op alle momenten kunnen vragen en krijgen en daarom is het des te belangrijker dat we achteraf adequaat verantwoording afleggen. Het is wel denk ik belangrijk om te realiseren dat tegenover een vergroting van de schuld ten gevolge van dit type interventies in de financiële sector ook een vergroting aan de andere kant van de balans staat van de activa voor de overheid. Vorderingen op diverse partijen. Dat is het mooie van boekhouden, links en rechts staat uiteindelijk altijd hetzelfde cijfer.

Dit is een plaatje dat we met enige regelmaat terug laten keren in de jaarverslagen en het is een plaatje waarop zowel de schuldpositie van Nederland als de saldopositie van Nederland gecombineerd te vergelijken is met hoe dat ligt in andere landen. Nederland zit hier aan het eind van 2008 in een prachtig kwadrant met landen als Finland, Luxemburg en Cyprus en dat is het kwadrant waarin sprake is van een positief EMU-saldo en een lager dan gemiddelde EMU-schuld. U zult begrijpen de relatieve plek van Nederland in de puntenwolk zal waarschijnlijk volgend jaar op een heel andere plek zitten, maar het gros van deze landen heeft natuurlijk wel te maken met vergelijkbare ontwikkelingen als waar Nederland mee te maken heeft. Er zijn in het Financieel Jaarverslag ook, en dat is ook mede op verzoek van de Kamer, de nodige paragrafen te vinden die ingaan op wat de diverse financiële interventies niet alleen ons gekost hebben maar wat ze ons ook periodiek aan inkomsten zullen opleveren, bijvoorbeeld couponbetalingen. De eerste 425 miljoen van ING is deze week in de schatkist terechtgekomen en zoals u ziet verwachten we bij een aantal andere instellingen die we gesteund hebben, verwachten we van hen ook nog de nodige euro's. De risico's die daaraan vastzitten, de veronderstellingen die daaronder liggen, staan allemaal ook in het Financieel Jaarverslag verantwoord. Het is van belang om bij al die risico's in ieder geval ook altijd te bedenken dat de afweging die wij gemaakt hebben in het kabinet niet alleen een afweging was in termen van wat zijn de risico's van de diverse interventies, maar ook en altijd vergeleken is met wat zijn de risico's als we niet geïntervenieerd zouden hebben. Wat zou er dan gebeurd zijn met financiële instellingen, wat zou er dan gebeurd zijn met het financiële systeem, wat zou het dan hebben betekend uiteindelijk voor de Nederlandse belastingbetaler? Daar waar mogelijk proberen we de risico's die in dit opzicht nu aan de orde zijn voor de staatsbalans, voor de schatkist ook te kwantificeren. Ik wijs er bijvoorbeeld op dat we, ik dacht voor het eerst, nu ook in het financiële jaarverslag een indicatie geven - het is een eerste indicatie - van het totale bedrag dat in Nederland gemoeid is met onze garantie via het depositogarantiesysteem. Dat is een bedrag van 486 miljard euro. Dan moet u niet denken dat dat betekent dat we in een keer voor 486 miljard euro het schip in kunnen gaan als er iets misgaat op de financiële markten. Nee, want die 486 miljard euro is zoals gezegd a een inschatting, maar b dat zijn dus alle deposito's bij alle banken tegelijkertijd die onder dat garantiesysteem zouden vallen en de gedachte dat al die tegoeden tegelijkertijd in een keer bedreigd zouden worden en de staat daarvoor zou moeten opdraaien is uiteraard buitengewoon onwaarschijnlijk.

Het slotstuk van het financieel beheer en de verantwoording over het financieel beheer is zoals altijd dat we kijken naar rechtmatigheid en onrechtmatigheid. Daar zal de president van de Algemene Rekenkamer volgende week woensdag ook haar eigen bevindingen over presenteren. Als we niet meerekenen dat de minister van Financiën vorig jaar de comptabiliteitswet enkele keren bewust heeft overtreden door bijvoorbeeld ABN Amro en Fortis te kopen zonder daar vooraf toestemming van het parlement voor te vragen, dan is er sprake wederom van minder dan 1% onrechtmatigheid en dat is en blijft een cijfer waar we trots op kunnen zijn in vergelijking met de rest van Europa. En ook zijn er geen nieuwe grote problemen geconstateerd op het gebied van financieel beheer. Wel zijn er een aantal problemen die onverminderd spelen, die jaarlijks terugkeren, bijvoorbeeld met betrekking tot het subsidiebeheer en de daarbij behorende verantwoording. Met betrekking tot aanbestedingen. Maar beide problemen worden op dit moment rijksbreed aangepakt met behulp van nieuwe regelgeving en dat leek me alles met elkaar een mooie manier om deze presentatie af te sluiten.