Reactie op petitie tegen wantoestanden bij jeugdzorg en WSG

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

5599152/09/DJJ

27 mei 2009

Geachte voorzitter,
U heeft mij dd. 2 april 2009 verzocht te reageren op de brief van M. Greveling te Zwolle d.d. 4 februari 2009 en op de petitie tegen wantoestanden bij jeugdzorg en WSG.

Wat opvalt zijn de emoties van ouders en andere betrokkenen bij kinderen die ervaringen hebben opgedaan met de jeugdzorg. Ik ben mij ten zeerste bewust van de weerslag die de hulpverlening vanuit de jeugdzorg kan hebben op gezinnen en de verdere omgeving. Hoewel ik deze emoties begrijp en de zorgsignalen serieus neem, moet ik wel vaststellen dat de petitie één kant van het verhaal belicht; de kant van de ouders en andere naaste betrokkenen. Ik herken het negatieve beeld dat in de petitie geschetst wordt van de jeugdzorg niet. Dit beeld doet ook geen recht aan het vele goede werk dat verricht wordt door de professionals in de jeugdzorg.

Zoals u weet lopen er diverse verbetertrajecten in de jeugdbescherming en de jeugdzorg, om de kwaliteit te verhogen. Ik wil deze nogmaals benoemen.
In het kader van het programma Beter Beschermd wordt er gewerkt aan verkorting van de doorlooptijd in de jeugdbeschermingsketen, herziene kinderbeschermingswetgeving en ook verbeterde uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen. Voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt momenteel een nieuwe werkwijze, de Deltamethode, ingevoerd die gepaard gaat met een verlaagde caseload tot gemiddeld 1 op 15. Rond de zomer wordt u geïnformeerd over de stand van zaken van de diverse ontwikkelingen in de jeugdbescherming.
Naast de trajecten van het programma Beter Beschermd wordt er volop geïnvesteerd in vermindering van de regeldruk, de professionaliteit van de jeugdzorgwerkers in het actieplan professionalisering jeugdzorg, het werken met effectieve interventies en in verbetering van de arbeidsmarkt in de jeugdzorg.
Ook is er momenteel een wetsvoorstel in ontwikkeling, waarmee het gebruik van een meldcode voor de kindermishandeling verplicht wordt gesteld. Tenslotte wil ik u m.b.t. de werkdruk onder kinderrechters, die overigens altijd gespecialiseerd zijn in het jeugdrecht, verwijzen naar de brief die binnenkort door de minister van Justitie aan u verzonden zal worden.

Samengenomen zullen deze trajecten de kwaliteit van de jeugdzorg en de jeugdbescherming verbeteren. Daarbij ben ik ervan overtuigd dat het ondersteunen van de kinderen en gezinnen bij de ontwikkeling en opvoeding de primaire drijfveer is voor de professionals om in de jeugdzorg te werken. En dat is maar goed ook, want ze kunnen niet gemist worden.

Hoogachtend,

de Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet