Verkoop aandelen NV Westerscheldetunnel

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-Gravenhage

Ons kenmerk: FIN/2009/732 U

Betreft: Verkoop aandelen N.V. Westerscheldetunnel

Geachte voorzitter,

Conform artikel 34 lid 8 van de Comptabiliteitswet doe ik u hierbij mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat verslag van de verkoop van de aandelen in de N.V. Westerscheldetunnel.

Op 24 juni 2008 heb ik uw Kamer bericht voornemens te zijn de aandelen van de Staat in de N.V. Westerscheldetunnel te verkopen aan de Provincie Zeeland[1]. Op 18 mei 2009 hebben de minister van Verkeer en Waterstaat en ik namens de Staat de verkoopovereenkomst ondertekend waarbij een belang van 95,4% in N.V. Westerscheldetunnel wordt overgedragen aan de Provincie Zeeland.

De netto verkoopopbrengst bedraagt EUR 89,2 miljoen. Dit is het saldo van de door de Staat ontvangen koopsom voor de aandelen (EUR 970,7 mln) en de door de Staat betaalde som voor overdracht van de verplichting tot betaling van de exploitatiebijdrage aan de N.V. Westerscheldetunnel (EUR 881,5 mln). Met overname van het belang van de Staat is de Provincie Zeeland 100% aandeelhouder geworden in de N.V. Westerscheldetunnel.

Verkoop aan de Provincie Zeeland

Nadat toenmalig minister van Financiën had geconstateerd dat ten aanzien van de N.V. Westerscheldetunnel een adequate borging van de publieke belangen bestaat middels de Tunnelwet, is in 2006 de Tweede Kamer geïnformeerd over een op handen zijnde verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel. De Provinciale Staten hebben in 2006 echter een motie tegen privatisering van de N.V. Westerscheldetunnel aangenomen waarna de Staat heeft afgezien van privatisering. Sindsdien heeft de Provincie Zeeland onderzocht of het mogelijk zou zijn de tunnel over te nemen van de Staat.

In het najaar van 2007 heeft dit geresulteerd in een bod van de Provincie Zeeland op de aandelen N.V. Westerscheldetunnel in handen van de Staat. Na bestudering van het bod zijn de onderhandelingen met de Provincie Zeeland gestart. Deze onderhandelingen zijn met positief resultaat afgerond waarna de verkoopovereenkomst is ondertekend. Met deze ondertekening kan worden geconcludeerd dat gehoor is gegeven aan de moties Geluk[2] en Verdaas[3] om het overrendement van de Westerscheldetunnel te bestemmen voor financiering van de tunnel bij Sluiskil.

Met de verkoop van de aandelen aan een decentrale overheid wordt tevens tegemoet gekomen aan de zorg van Provinciale Staten met betrekking tot de borging van het publiek belang, wat eerder leidde tot de hierboven genoemde motie van de Provinciale Staten.

Verkoopopbrengst

De netto verkoopopbrengst ad EUR 89,2 miljoen is het saldo van de door de Staat ontvangen koopsom voor de aandelen en de door de Staat betaalde som voor overdracht van de verplichting tot betaling van de exploitatiebijdrage aan de N.V. Westerscheldetunnel.

De verkoopprijs maakte geen deel uit van de onderhandeling aangezien de Staat al had aangegeven 7,5% rendement op het netto geïnvesteerd vermogen te willen behalen. Deze 7,5% rendement vloeit voort uit het beleidsuitgangspunt gekozen ten tijde van de besluitvorming over de aanleg van de WST, dat een minimaal projectrendement van 7,5% noodzakelijk is. Deze rendementseis is bij het Algemeen Overleg van 27 juni 2006[4] nogmaals bevestigd.

Aangezien de jaarlijkse exploitatiebijdrage van de Staat aan de N.V. Westerscheldetunnel het bedrag benadert dat de N.V. Westerscheldetunnel jaarlijks aan haar aandeelhouders uitkeert in de vorm van dividend, is ervoor gekozen de verplichting tot deze storting over te dragen – en daarmee af te kopen – aan de Provincie Zeeland. Daarmee komt de netto contante waarde van de bijdrage direct ter beschikking aan de Provincie, zij het dat jaarlijks een bijdrage aan de N.V. Westerscheldetunnel moet worden gedaan die per kerende post als dividend weer bij de Provincie Zeeland terecht zal komen. Deze vooruit ontvangen bedragen worden door de Provincie aangewend ter gedeeltelijke financiering van de aandelen N.V. Westerscheldetunnel.

De netto verkoopopbrengst wordt aangewend voor aflossing van de staatsschuld.

Risicoverdeling

In principe neemt de Provincie Zeeland met de overname van de aandelen ook alle risico’s over van de Staat. In overleg met de N.V. Westerscheldetunnel heeft een verzekeringsexpert de risico’s met betrekking tot de Westerscheldetunnel in kaart gebracht en geadviseerd over de mate van verzekerbaarheid. Besloten is om alle risico’s die tegen acceptabele prijs en voorwaarden verzekerbaar zijn daadwerkelijk te laten verzekeren door de N.V. Westerscheldetunnel. Voor de Provincie Zeeland worden zo de risico’s tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Indien zich een risico materialiseert dat niet verzekerd kon worden, worden de gevolgen in eerste instantie opgevangen door de N.V. Westerscheldetunnel en in tweede instantie door de Provincie Zeeland als 100% aandeelhouder.
In het kader van het komen tot een redelijke en billijke verdeling van de risico’s en aansprakelijkheden neemt de Staat echter enkele risico’s voor haar rekening omdat die redelijkerwijs niet toegekend kunnen worden aan de Provincie Zeeland. Het betreft hier bijvoorbeeld een financiële claim uit de bouwperiode van de tunnel waarvoor het risico op schade naar rato van de oude aandelenverhouding is verdeeld tussen Staat en Provincie. Ook voelt de Staat zich verantwoordelijk om, indien door een geval van overmacht ernstige schade aan de tunnel ontstaat, ten eerste te compenseren voor maatregelen die de N.V. moet nemen om verdergaande gevolgen te mitigeren en ten tweede, indien het een ‘total loss’ van de tunnel zou betreffen, vervoer mogelijk te maken tussen beide oevers.

Overdrachtseisen

In de Tunnelwet is bepaald dat de WST na beëindiging van de tolheffing tegen een bedrag van één gulden weer wordt overgedragen aan de Staat. Om te borgen dat op het moment van overdracht een goed onderhouden tunnel terug naar de Staat komt, heeft de overdracht tijdens de verkoopbesprekingen een belangrijke rol gespeeld. Met overdrachtseisen is vastgelegd op welke wijze de infrastructuur aan het einde van de exploitatieperiode door de N.V. Westerscheldetunnel zal worden overgedragen aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarin is tevens voorzien in een financiële verrekening van investeringen aan het einde van de exploitatieperiode die een economische levensduur hebben die langer is dan de exploitatieperiode.

Verder procesverloop

Gelijktijdig met deze brief aan uw Kamer zullen Gedeputeerde Staten Zeeland de Provinciale Staten inlichten. Zij zullen dan naar verwachting eind mei instemmen met de noodzakelijke begrotingswijziging die volgt uit deze transactie. Op 1 juli zal vervolgens als sluitstuk de formele overdracht van de aandelen plaatsvinden.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos

[1] Kamerstuk 2007-2008, 28165, nr. 83
[2] Kamerstuk 2002-2003, 17741, nr. 44
[3] Kamerstuk 2006-2007, 30 800 A, nr. 27
[4] Kamerstuk 2005-2006, 28 165, nr. 45