Evaluatie: Spoorwetgeving op de rails

Voorrang voor reizigerstreinen ten opzichte van goederentreinen in de spits en uiterlijk 2012 meer ruimte voor stille treinen. Geen grote schokken in de tarieven die vervoerders moeten betalen voor het gebruik van het spoor en een sterkere positie voor regionale vervoerders op stations.

Dat zijn enkele maatregelen uit het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de spoorwetgeving van minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat. Volgens de bewindspersonen is een ingrijpende wijziging van de spoorwetgeving niet nodig, wel wil het kabinet de relatie met NS en ProRail verscherpen. Hiermee wordt de positie van de reizigers en vervoerders op het drukst bereden spoor van Europa versterkt.

ProRail

ProRail mag de gebruiksvergoeding die zij aan de vervoerders berekent, niet sterker laten stijgen dan in de afgelopen jaren. Een gematigde ontwikkeling van de gebruiksvergoeding voorkomt dat treinkaartjes snel duurder worden. Het kabinet gaat ProRail nadrukkelijker neerzetten als een publieke dienstverlener die zich richt op het beheer van de spoorinfrastructuur en niet op marktactiviteiten die niet aansluiten bij die kerntaak. Doel hiervan zijn meer klantgerichtheid en transparantie bij Prorail. Het kabinet gaat daar scherper op sturen.

NS

NS moet grote wijzigingen in de dienstregeling voortaan minimaal een jaar van tevoren aankondigen, zodat de gevolgen voor reizigers snel bekend zijn. Bij het meten van de punctualiteit, gaat NS ook letten op het percentage treinreizigers dat op tijd aankomt naast het aantal treinen dat op tijd rijdt. Het kabinet versterkt de positie van de regionale spoorvervoerders. Zij mogen hun eigen huisstijl introduceren op de stations waar ze stoppen. Nu is daarop alleen het NS-logo afgebeeld. Ook mogen regionale overheden de stationslocaties commercieel gaan exploiteren. Uiterlijk eind 2010 neemt het kabinet een beslissing over het verlenen van de vervoersconcessie voor het hoofdrailnet vanaf 2015.

Vooruitgang

Sinds het begin van deze eeuw is er belangrijke vooruitgang geboekt op het spoor. Het aantal reizigers groeit, hun tevredenheid neemt toe en de punctualiteit van de treinen stijgt. In 2008 gaf 76% van de treinreizigers een 7 of hoger aan NS (dit was 70% in 2007) en de punctualiteit over 2008 kwam uit op 93% (volgens de internationale 5-minuten norm). Na Zwitserland is de punctualiteit in Nederland hiermee het hoogst in Europa. Verder is het aantal storingen in 2008 opnieuw afgenomen en de veiligheid op en rond het spoor gestegen. Het kabinet wil die positieve lijn samen met ProRail, NS en de regionale vervoerders doortrekken. Zo streeft minister Eurlings naar groei van het aantal treinreizigers in deze kabinetsperiode en wil hij dat reizigers in 2020 spoorboekloos kunnen reizen. Hiervoor investeert het kabinet 4,5 miljard in het spoor.

Evaluatie

Op 1 januari 2005 is de huidige spoorwetgeving in werking getreden. Deze wetgeving is in 2008 geëvalueerd. Doel van de evaluatie was het beoordelen van de werking en de effecten van de spoorwetgeving in de praktijk van 2005 tot en met 2007.