Forumdiscussie ‘Managed migration’

Forumdiscussie ‘Managed migration’ tijdens het bezoek van staatssecretaris Albayrak aan de Nederlandse Antillen, Aruba, 23 juni 2009.

Bonochi apresiable presentenan! (Geachte aanwezigen)

Ku masha plaser mi a aseptá e invitashon aki! ( Ik heb deze uitnodiging graag aanvaard.)

Toen minister Dick begin dit jaar voorstelde om gezamenlijk een forumdiscussie te houden over ‘managed migration’ heb ik daar direct mee ingestemd. Het is een belangrijk onderwerp om juist nu met elkaar over van gedachten te wisselen. We zitten middenin het proces van staatkundige veranderingen, waarbij we meer entiteiten binnen ons Koninkrijk krijgen, en we staan voor gelijksoortige uitdagingen op het migratieterrein. Samenwerking en uitwisseling zijn dus van groot belang. Ik wil daar graag iets over zeggen.

Eerst wil ik minister Dick en zijn medewerkers hartelijk danken voor de gastvrijheid en het mogelijk maken van deze bijeenkomst.

Ondanks verschillen delen we uitdagingen

Als we het over migratie hebben, realiseer ik me dat Nederland en de Nederlandse Antillen (en ook Aruba) in een verschillende context opereren. We verschillen geografisch, economisch en qua samenstelling van de maatschappij. Maar, de verschillen tussen onze landen hebben ons er in de historie van het Koninkrijk nooit van weerhouden ons te richten op de overeenkomsten tussen onze landen.

En uitdagingen delen we op het terrein van migratie wel degelijk:

1) we hebben beide migranten nodig om de kwaliteit van onze economie hoog te houden en onze concurrentiekracht op peil;

2) we hechten aan mensenrechten. Zo gunnen we migranten het recht op gezinsleven in onze landen. Maar, we willen ook dat nieuwkomers voorbereid zijn op een toekomst in ons land en dat er draagvlak voor hun komst is;

3) we willen de negatieve kanten van migratie, zoals illegaliteit en uitwassen als mensensmokkel, mensenhandel en uitbuiting, bestrijden.

Kortom, wat we delen is de opvatting dat onze maatschappijen gebaat zijn bij managed migration, bij beheerste migratie.

Over wat je onder managed migration zou moeten verstaan, kunnen we het lang hebben. In Nederland zeggen we het zo: “uitnodigend waar het kan, restrictief waar het moet”.

Dit zal ik van drie kanten belichten. Vanuit:

  • het modern migratiebeleid;

  • beleid op gezinsmigratie; en

  • bestrijding van illegale migratie;

Modern migratiebeleid

Het migratiebeleid dat Nederland ontwikkelt berust op het uitgangspunt dat modern migratiebeleid uit moet gaan van de behoefte aan migranten die in de samenleving bestaat. Daarnaast wordt van de migrant die voor Nederland kiest deelname aan de maatschappij verwacht. We combineren een restrictief toelatingsbeleid met selectiviteit.

We gaan het toelatingsbeleid moderniseren. Hiermee willen we snel en slagvaardig inspelen op de behoeften van samenleving en arbeidsmarkt. We doen dat op verschillende manieren.

  • Zo komt er een systematiek waarbij erkenning als betrouwbare referent - vaak de werkgever - de deur kan openen tot een versnelde afhandeling van verblijfsaanvragen.
  • Procedures voor de aanvraag van verblijf- en werkvergunningen worden zoveel mogelijk gecombineerd in één loket. Een concept dat ook in de Antillen wordt doorgevoerd, begrijp ik.
  • En we hebben het aantal verblijfsdoelen verminderd door de voorwaarden voor toelating en verblijf te harmoniseren voor verblijfsdoelen die sterk op elkaar lijken.

Laat ik ingaan op verblijfsdoelen die ook in de Antillen veelvuldig voorkomen.

Arbeidsmigratie

Nederland wil een dynamische kenniseconomie zijn. Het arbeidsmigratiebeleid moet dan ook voor de top van de markt selectief en uitnodigend zijn. Vreemdelingen met hoge kwaliteiten die in aanmerking komen voor verblijf, moeten een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en cultuur.

We hebben in Nederland een ‘kennismigrantenregeling’ voor vreemdelingen met hoge kwaliteiten. Het salaris dat ze gaan verdienen hanteren we als criterium. Werkgevers zijn erg tevreden over deze regeling, omdat het salaris een objectieve maatstaf is en de procedure snel wordt afgehandeld (2 weken). In 2005 kwamen er zo’n 1.700 kennismigranten naar Nederland; in 2008 was dit aantal toegenomen tot 7.200.

(Voor arbeidsmigranten in het midden- en ondersegment blijft gelden dat voordat een werkgever arbeidskrachten van buiten de Europese Unie kan aantrekken, eerst naar de beschikbaarheid van arbeidspotentieel binnen de Unie moet worden gekeken.)

Studiemigratie

Het beleid voor buitenlandse studenten moet eveneens uitnodigend zijn. Nederland staat open voor migranten die aan een instelling voor hoger onderwijs willen komen studeren. Sinds begin dit jaar bestaat er ook de zogenoemde ‘regeling hoogopgeleiden’. Die geeft afgestudeerden en gepromoveerden van meer dan honderdvijftig topuniversiteiten de mogelijkheid om een jaar lang in Nederland naar werk als kennismigrant te zoeken. Dit is een proeftuin met een looptijd van twee jaar.

Gezinsmigratie

Het beleid voor gezinshereniging en gezinsvorming wordt inhoudelijk niet veranderd met het modern migratiebeleid, omdat daar de afgelopen jaren al maatregelen op zijn getroffen. Gezinsvorming en -hereniging is in Nederland een belangrijk verblijfdoel. Dat zal in de Antillen niet anders zijn. Wij kennen in ons beleid een inkomenseis en een leeftijdseis voor gezinsvormers, en de nieuwkomers moeten een inburgeringsexamen halen om in aanmerking te kunnen komen voor verblijf. Nareizende gezinsleden van vreemdelingen met een asielvergunning zijn hier overigens van vrijgesteld.

Deze maatregelen zijn genomen door het vorige kabinet. We maken nu de eerste balans op en we zien dat gezinsmigratie ons voor uitdagingen blijft stellen. We kijken nu of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Waarbij we ons natuurlijk gebonden weten door de internationale verplichtingen, maar ook kijken we hoe we moeten reageren op de soms teleurstellende ervaringen met de integratie van deze migranten en de achterstelling van met name vrouwen.

Handhaving

Een uitnodigend beleid kun je alleen voeren als je ook optreedt tegen misbruik en fraude in procedures. En hier wil ik de overstap maken naar die andere kant van managing migration: handhaving.

In Nederland - en ook binnen Europa - lopen we bijvoorbeeld aan tegen schijnhuwelijken en schijnrelaties, waarbij misbruik wordt gemaakt van het Nederlandse beleid voor gezinsvorming of van het Europese recht op vrij verkeer van personen. Voor succesvolle handhaving is samenwerking tussen de verschillende partners in de vreemdelingenketen, dus de toelatings- en de toezichtsorganisaties, noodzakelijk. In Europees verband is voor de handhaving van het gemeenschapsrecht de uitwisseling van informatie bovendien essentieel.

Als het aankomt op de bestrijding van illegale immigratie is voor Nederland samenwerking en solidariteit met de andere lidstaten van de Europese Unie van groot belang. We hebben in Europa immers een gezamenlijke (Schengen) buitengrens en worden geconfronteerd met illegale immigratie via de zuid- en via de oostgrenzen van de Europese Unie. We trekken als landen daarom samen op in het kader van FRONTEX, een Europese organisatie belast met de coördinatie van het grensbeheer, en zetten in op samenwerking met de transitlanden. Dat doen we door hen te helpen bij het versterken van hun grenstoezicht, het omgaan met vluchtelingen en bij de bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel. Ook investeren we in afspraken met transitlanden over terugname van vreemdelingen.

Nationaal werkt Nederland op dit moment aan de vernieuwing van haar grensmanagement. Ook dat doen we overigens niet alleen; we zorgen dat we in de pas lopen met de Europese ontwikkelingen. Nederland streeft naar de juiste balans tussen aan de ene kant het controle- en veiligheidsbelang en aan de andere kant het economische belang van Nederland bij een vlotte en klantgerichte afhandeling van personen en goederen. We investeren steeds meer in informatie- en risicogestuurd optreden. Dan kun je namelijk onderscheid maken in passagiers- en goederenstromen en alle aandacht richten op passagiers met een verhoogd risico in het kader van illegale immigratie en georganiseerde criminaliteit. Tegelijkertijd wordt het voor passagiers met een laag risico, de bonafide reizigers, gemakkelijker gemaakt om de grens te passeren. Dat houdt Nederland aantrekkelijk als zakelijke en toeristische bestemming.

Bestrijding van illegale migratie - als onderdeel van managed migration - betekent ook inzet op de terugkeer van migranten die niet of niet meer in ons land mogen blijven. Dit verdient net zoveel aandacht als de voorkant van de keten, omdat anders je toegangs- en toelatingsbeleid niet houdbaar, niet geloofwaardig is. De kern van ons terugkeerbeleid is: wie geen rechtmatig verblijf heeft, dient zelfstandig te vertrekken. Doet hij dat niet, dan kan hij door de overheid worden uitgezet. Om vreemdelingen te kunnen laten terugkeren, is samenwerking met landen van herkomst belangrijk. Het Nederlandse kabinet kiest hierbij voor een strategische aanpak.

Wanneer bij herkomstlanden de bereidheid tot samenwerking ontbreekt, leggen we nadrukkelijk de koppeling met andere onderdelen van het buitenlandse beleid en worden indien nodig politieke maatregelen genomen. Wanneer een herkomstland bereid is mee te werken aan terugkeer, maar hierbij moeilijkheden ondervindt, proberen we te helpen bij het oplossen hiervan.

Een voorbeeld van deze aanpak is het ‘post arrival assistance project’ in Afghanistan. Dat biedt eerste opvang en tijdelijk onderdak aan personen die terugkeren uit Nederland naar Afghanistan. Dit project heeft de samenwerking met Afghanistan op het gebied van terugkeer verbeterd.

Samenwerking

Ik vertelde u net al in het kader van de bestrijding van illegale migratie over de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie. Op het terrein van migratie zijn we in de afgelopen decennia als lidstaten sowieso steeds intensiever gaan samenwerken. Er zijn afspraken over visa, grenstoezicht en de terugkeer van migranten. Recentelijk is er binnen Europa overeenstemming bereikt over de blue card, een kaart vergelijkbaar met de Amerikaanse green card, om hooggekwalificeerde migranten aan te trekken.

Die samenwerking binnen Europa is, zeker voor een relatief klein land als het onze, van wezenlijk belang. Je hebt elkaar nodig bij zo’n grensoverschrijdend onderwerp als migratie.

Als landen binnen één Koninkrijk is het ook belangrijk dat we blijven investeren in de samenwerking op migratie en zeker met de nieuwe staatkundige verhoudingen in het vooruitzicht: we hebben elkaar nodig en we kunnen van elkaar leren. Het Memorandum of Understanding dat we begin dit jaar tekenden over de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en illegale migratie is een mooie stap geweest. Net als het feit dat we als Nederland met Sint Maarten en Curaçao afspraken hebben kunnen maken over onze vreemdelingenketens. Dat is iets waar we samen trots op kunnen zijn.

Ik dank u hartelijk voor uw aandacht en ben benieuwd of mijn uiteenzetting aanleiding geeft voor discussie.