Antwoord op Kamervragen over toegang Wilders tot Verenigd Koninkrijk

De minister-president heeft nadere vragen beantwoord van Tweede Kamerlid Wilders (PVV) over het bijwonen van diens beroepszaak tegen het besluit van de Britse regering om hem de toegang te weigeren.

Graag bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Wilders over het verkrijgen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk.

Deze vragen werden mij toegezonden op 19 juni 2009, nr. 2009Z11835.

DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

mr.dr. J.P. Balkenende

-----------------------------------------------------------------------------------

Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Wilders (PVV) over het verkrijgen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk, ingezonden 19 juni 2009, nr. 2009Z11835.

1.

Herinnert u zich uw antwoord op mijn Kamervragen inzake het in persoon door mij bijwonen van de beroepszaak in het Verenigd Koninkrijk tegen de beslissing van de Britse regering mij de toegang tot het Verenigd Koninkrijk te ontzeggen?

Antwoord

Ja.

2.

Herinnert u zich uw standpunt dat u met mij van mening bent dat ik in staat moet worden gesteld op 9 juli aanstaande in persoon de beroepszaak voor het British Asylum and Immigration Tribunal bij te wonen en dat u zich bij uw collega Brown en via diplomatieke kanalen hiervoor zou inzetten?

Antwoord

Ja. Mijn standpunt in dezen is overigens ongewijzigd. Over de uitkomst van mijn contact over dit onderwerp met collega Brown heb ik de heer Wilders bericht in mijn antwoord 1) op zijn vragen van 11 mei 2009, nr. 2009Z08620.

3.

Kunt u aangeven waar deze inspanningen toe hebben geleid en of ik op 9 juli tot het Verenigd Koninkrijk zal worden toegelaten om de beroepszaak bij te wonen?

4.

Kunt u bevorderen dat ik op zeer korte termijn hierover uitsluitsel krijg gelet op de naderende datum van 9 juli?

Antwoord

De afgelopen weken is door Nederland langs diplomatieke kanalen een aantal malen bij het Verenigd Koninkrijk gepleit om de heer Wilders alsnog in staat te stellen in persoon de beroepszaak voor het British Asylum and Immigration Tribunal bij te wonen. Helaas hebben deze inspanningen vooralsnog niet tot wijziging van het Britse standpunt geleid. Wij hebben van Britse zijde begrepen dat er contacten zijn geweest tussen de juridische adviseurs aan beide zijden over de mogelijkheid dat dhr Wilders per videolink deelneemt aan de zitting van het 'Asylum and Immigration Appeals Tribunal' en dat de Britse autoriteiten aan het Tribunaal hebben laten weten daar geen bezwaar tegen te hebben. Het Kabinet blijft zich inspannen voor een zo goed mogelijke vertegenwoordiging van dhr Wilders bij de behandeling van de beroepszaak en spoedige duidelijkheid daarover.

5.

Kunt u deze vragen vóór aanstaande dinsdag 12.00 uur beantwoorden?

Antwoord

Ja.