Herziening Europees controlesysteem visserij

Het controlesysteem voor de visserij vertoont volgens de Europese Commissie tekortkomingen. Daardoor is het niet doeltreffend genoeg. Dit was één van de onderwerpen op de agenda van de Europese Landbouw- en Visserijraad, op 22 en 23 april in Luxemburg. De ministers spraken ook over de bescherming van dieren tijdens het doden.

Herziening controleverordening visserij

De visserijministers voerden een oriënterend debat over een wijziging van de controleverordening. Het controlesysteem vertoont volgens de Europese Commissie tekortkomingen waardoor het niet doeltreffend genoeg is.

In haar reactie gaf minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan dat zij blij is dat de commissie aan een herziening werkt. Want zonder een goede naleving van de visserijregels kunnen de Europese lidstaten niet komen tot een duurzame visserij.

Verburg maakt zich wel zorgen over de administratieve lasten die sommige voorstellen met zich meebrengen. Ze hoopt dat deze beperkt blijven.

Verder gaf zij aan bezwaar te hebben tegen het Europees voorschrijven van minimumsancties en de minimale hoogte van de maximumboete: "Ieder land heeft zijn eigen strafrechtelijk systeem. Daar moet geen Europees systeem naast komen te staan." De minister is wel voorstander van harmonisering van bepaalde administratiefrechtelijk sancties, zoals intrekking en schorsing van visvergunningen.

Verburg vindt het positief dat Europees Visserijcommissaris Borg voorstelt om het Europese Controle Agentschap een belangrijkere rol te geven in de coördinatie van het Europese controlebeleid. Nederland heeft de Algemene Inspectie Dienst voor visserijcontrole. Daar moet volgens Verburg niet nog een inspectie-organisatie naast komen te staan. Wel is goede samenwerking tussen de controlediensten en het Europees Agentschap nodig.

Bescherming dieren tijdens doden

De landbouwministers hebben een akkoord bereikt over de bescherming van dieren tijdens het doden. De kern van de nieuwe verordening is de verplichting om dieren te bedwelmen voordat zij gedood worden. De bedoeling is dat dieren voordat zij geslacht worden zo snel mogelijk bewustzijn en gevoel verliezen zodat het slachten zo pijnloos mogelijk gebeurt.

Minister Verburg is blij dat de Europese wetgeving op dit gebied wordt vernieuwd. Zij is wel teleurgesteld over het feit dat er in de Raad niet voldoende steun was voor een Europees verbod op het elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode. Zij pleit voor dit verbod omdat onderzoek heeft aangetoond dat een fors aantal vleeskuikens onvoldoende wordt bedwelmd met de huidige waterbadmethode. Europees Commissaris Vassiliou voor Gezondheid en Consumenten heeft hierop de toezegging gedaan dat er spoedig een evaluatie van het het elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode komt.

De Nederlandse pluimveesector gaat ondertussen zelf al aan de slag met alternatieve bedwelmingsmethoden. Verburg vindt het een goede zaak dat de sector hier zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.

Ondanks dat minister Verburg blij is met de vooruitgang die is geboekt, heeft zij zich tijdens de Raad onthouden van stemming. Verburg is kritisch over de voorwaarden en beperkingen waar lidstaten tegenaan lopen als zij nationaal verdergaande maatregelen willen nemen. Verburg: "Ik vind het een verkeerd signaal als Europese regelgeving een lidstaat niet vrij laat om een maatregel te nemen die gericht is op een verdere verbetering van dierenwelzijn. Bovendien vind ik het belangrijk dat Europese regels ruimte bieden voor innovaties, zoals het toepassen van nieuwe bedwelmingsmethoden."

Toekomst Europees Landbouwbeleid: directe betalingen

Het Tsjechische voorzitterschap wilde raadsconclusies aan laten nemen over de toekomst van het systeem van directe betalingen aan agrarisch ondernemers. Dit naar aanleiding van de discussie tijdens de informele Landbouwraad in Brno (Tsjechië) begin juni. Die discussie ging onder meer over de basis waarop deze betalingen gedaan worden, de relatie met andere instrumenten, de rol en functie van directe betalingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2013 en hoe het systeem van directe betalingen zich verder kan ontwikkelen.

Minister Verburg verzette zich, samen met vijf andere landbouwministers, tegen deze raadsconclusies. "Ik vind het geen goed idee om uit een informele bijeenkomst formele conclusies te trekken. Bovendien moeten we eerst de inhoud van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2013 bepalen, en dan de financiering", aldus Verburg.

Omdat het Tsjechisch voorzitterschap niet genoeg steun kreeg voor het aannemen van raadsconclusies, maakte de voorzitter er voorzitterschapsconclusies van.

Situatie op de zuivelmarkt

Tijdens een lunchbijeenkomst op maandag hebben de ministers met elkaar gepraat over de situatie op de zuivelmarkt. De melkprijzen zijn op dit moment laag en dit drukt het inkomen van veel melkveehouders.

Uit de lunchbijeenkomst zijn geen conclusies of besluiten voortgekomen. Wel gaf Europees Commissaris Fischer Boel van Landbouw aan het cruciaal te vinden dat de health check-afspraken intact blijven. In het health check-akkoord van november vorig jaar hebben de landbouwministers afgesproken om het melkquotum elk jaar te verruimen om zo een zachte landing van het melkquoteringssysteem te realiseren. In 2015 houdt het melkquoteringssysteem op te bestaan. Tijdens de Europese top eind vorige week hebben de regeringsleiders de Europese Commissie gevraagd een diepgaande analyse te maken van de zuivelmarkt. Op initiatief van Nederland is toen ook in de conclusies opgenomen dat de health check-afspraken worden gerespecteerd. Minister Verburg vindt dit een belangrijke toevoeging. "De middellange en lange termijnperspectieven zijn nog steeds gunstig. Het probleem is niet de verruiming van het melkquotum, maar de economische crisis en vraaguitval. De Europese Unie heeft afgelopen jaar 4% onder het Europese quotum gemolken. Maar Nederlandse melkveehouders betalen nu nog ruim 40 miljoen euro boete - de zogeheten superheffing - voor te veel geproduceerde melk. Om een zachte landing te kunnen maken heeft Nederland een verruiming nodig van zo'n 3% per jaar", zo zei Verburg.

Duurzame ontwikkeling van viskweek

Tot slot hebben de ministers raadsconclusies aangenomen over een duurzame ontwikkeling van aquacultuur in de Europese Unie. De Europese Commissie heeft drie speerpunten benoemd, namelijk het verbeteren van het concurrentievermogen, duurzame groei, en imago en management van de sector. Minister Verburg benadrukte tijdens de bespreking dat er naast aandacht voor de economische aspecten ook veel aandacht moet zijn voor visgezondheid, viswelzijn en de effecten op het milieu.

Eind 2009 presenteert de Europese Commissie een actieplan voor duurzame ontwikkeling van viskweek.