Opening Volkskrantbijeenkomst 'De Economische Agenda van Nederland'

Statement van de minister van Economische Zaken, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, bij de opening van de Volkskrantbijeenkomst: 'De Economische Agenda van Nederland' op 24 juni 2009 in Den Haag.

Dames en heren,

We maken bijzondere economische tijden door. Maar dat heeft één voordeel: steeds meer mensen denken met mij mee over oplossingen. U bent daarvan het levende bewijs.

Ik ben blij met die groeiende belangstelling voor onze economie. Oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen ontwikkel je samen met de maatschappij. En hoe meer mensen zich in onze economie verdiepen, des te groter de kans dat we samen het pad van duurzame economische groei weer weten te vinden.

Kredietverlening aan bedrijven

De kredietcrisis heeft grote gevolgen voor bedrijven en werknemers. Het aantal faillissementen stijgt razendsnel en de werkloosheid zal naar verwachting sterk oplopen. We maken een bijzonder ongunstige economische cyclus mee: de neergang is scherper en naar verwachting langer dan in een normale recessie. En er is extra druk op de kredietverlening aan bedrijven.

We hebben in maart een anti-crisispakket gelanceerd. Niettemin komen nu veel meer in essentie gezonde bedrijven in de problemen dan in een normale recessie. Daarmee is de vraag aan de orde: wat doet de minister van Economische Zaken als noodlijdende bedrijven aankloppen voor overheidssteun? Wat doet dit kabinet als een bedrijf dreigt om te vallen? En wat als het omvallen van dat bedrijf het vermogen van onze economie structureel onder druk zet?

De vergelijking met de bankensector is dan snel getrokken. Banken zijn immers individueel geholpen met directe overheidssteun. Daarom heeft de Tweede Kamer mij gevraagd wat ik ga doen als bedrijven in andere sectoren dreigen om te vallen. Nog voordat het daadwerkelijk gebeurt en ze bij mij aankloppen voor financiële steun. Een heel legitieme vraag. Want aankloppen gaan ze waarschijnlijk. En dan kun je maar beter voorbereid zijn.

In de media woedt hierover nu een discussie. Maar we lezen vooral over de antwoorden die we vinden aan de uitersten van het spectrum. Zoals aan de ene kant de suggestie om de overheid een investeringsfonds te laten oprichten, naar Frans voorbeeld. En aan de andere kant de stelling dat de overheid met staatssteun een compleet verkeerde weg inslaat. Het antwoord op de vraag luidt echter niet 'zwart' of 'wit'. Het ligt genuanceerder.

Generieke maatregelen

Allereerst: het is onverantwoord om ongezonde individuele bedrijven met staatssteun overeind te houden. Denk aan bedrijven die ook voor de crisis financieel al niet in orde waren. Geen operaties zoals die van de jaren tachtig. We zijn nu echt wijzer dan toen. De verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problemen ligt zoveel mogelijk bij bedrijven zelf. [Zie ook gang van zaken rond E-Concern. Dit heeft bewezen dat marktpartijen zelf tot een uitkomst kunnen komen.]

Maar: we kunnen als overheid ook niet blind zijn. We mogen de ogen niet sluiten voor het zware weer waarin bedrijven zich bevinden. En voor de negatieve gevolgen die de Nederlandse economie daar structureel van kan ondervinden. Grote clusters van innovatie en duurzaamheid kunnen het bedrijfsbelang overstijgen. We moeten voorkomen dat individuele bedrijven in hun val onze economisch toekomst meesleuren. Net zoals we voorkomen dat onze toekomstige innovatie ernstige averij oploopt.

Om bedrijven te ondersteunen gebruik ik het liefst - wat we noemen - generieke maatregelen. Daarmee leg je de verantwoordelijkheid om de problemen op te lossen zoveel mogelijk bij het bedrijf zelf. En je houdt het speelveld tussen bedrijven zo gelijk mogelijk. Dat voorkomt oneerlijke concurrentie.

Voorbeelden van generieke maatregelen zijn de garantieregelingen voor kredieten aan bedrijven, de deeltijd-WW en de kenniswerkersregeling. Deze laatste regeling zorgt ervoor dat kenniswerkers tijdens de crisis terechtkunnen bij een kennisinstelling. En niet de benen nemen naar het buitenland.

Ook bij deze generieke maatregelen gaat het om in essentie gezonde bedrijven met toekomstperspectief. Bedrijven komen er slechts voor in aanmerking als ze voldoen aan heldere criteria. Deze maatregelen zijn dus niet bedoeld om bedrijven zonder toekomstperspectief overeind te houden. Maar alleen als overbrugging tijdens de crisis. Zodat deze bedrijven er na de crisis weer sterker voor staan.

Het valt niet uit te sluiten dat de komende tijd bedrijven zullen aankloppen voor meer steun. Laat ik vooropstellen: ik vind dat we hiermee zeer terughoudend en zorgvuldig moeten omgaan. Maar tegelijkertijd kun je maar beter voorbereid zijn. Dat voorkomt ad hoc beslissingen.

Zorgvuldige overwegingen

Vandaar dat ik de komende tijd zorgvuldig bekijk hoe we hiermee moeten omgaan. En onder welke voorwaarden je op een verstandige manier iets voor deze bedrijven kunt doen. Een paar uitgangspunten kan ik u vast noemen:

  1. We gaan geen bedrijven overeind houden die voor de crisis al niet meer levensvatbaar waren.
  2. Maatregelen moeten passen binnen de kaders die de Europese Unie hanteert, onder andere op het terrein van de staatssteun.
  3. We kijken scherp naar maatregelen die worden genomen in andere landen van de EU.
  4. Eventuele maatregelen zijn tijdelijk en afhankelijk van de duur van de crisis.

Verwacht u geen overhaaste reactie van mij, dit vraagstuk vergt een zorgvuldige aanpak. Na de zomer kom ik hierop terug.

Dames en heren,

Ik vertrouw erop dat u vanavond nieuwe inzichten en oplossingen aandraagt voor de economische uitdagingen waarmee we nu worden geconfronteerd. Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomsten. En ik wens u een bijzonder plezierige en inspirerende avond!