Autoweek Innovatieprijs

Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 10 juni 2009 te Maarssen.

Dames en heren,

Een paar weken geleden stapte ik op het TT-circuit in Assen een keertje over van mijn aardgasauto in een elektrische auto. Niet zomaar een: een elektrische Lotus, waarmee ik een paar pittige rondjes heb gescheurd over het circuit.

Dat was op de eerste plaats hartstikke leuk, maar ook wel veelbetekenend. Je ziet dat het menens wordt met de elektrische auto. Met de motorische capaciteiten van die raceauto was in ieder geval niks mis. De elektrische auto komt er echt aan. Over een aantal jaren zul je echt een netwerk hebben van oplaadpunten voor elektrische auto’s.

In de tijd dat ik ondernemer was reed ons bedrijf voornamelijk in een hybride auto. De salesmensen wilden dat eerst niet. Ze vonden hem niet representatief genoeg. Doe zijn we er als directie ook zelf in gaan rijden. Om het tegendeel te bewijzen.

Naar aanleiding van mijn ritje in Assen heb ik bekendgemaakt dat voor elektrische auto’s van de zaak per 1 januari het bijtellingspercentage van 10% gaat gelden. U hebt het vast in de krant gelezen. Ook gaan we door met de vrijstelling van aanschafbelasting, de BPM, voor deze auto’s tot zeker 2018.

Waarom doe ik dat: om dat ik daarmee de vraag naar zuinige auto’s fiscaal wil stimuleren. Daarnaast is het een signaal naar fabrikanten en leveranciers van deze auto’s om zuinige en schone auto’s in Nederland aan te bieden.

Dames en heren,

Vandaag gaat het over auto’s en innovatie. Allebei leuk!

Innovatie is een boeiend fenomeen, waar ik mij mijn hele leven al voor interesseer.

Toen ik nog ondernemer was, heb ik eens geluncht in Scheveningen met Henry Chesbrough van Berkeley University. Chesbrough is een vernieuwende denker die veel onderzoek heeft gedaan naar hoe innovatie verloopt. Hij ziet in de laatste decennia een verschuiving naar wat hij Open Innovation noemt. Bij Open Innovatie zie je dat ideeën niet meer zoals vroeger in het geheim werden bedacht en ontwikkeld, maar dat ze juist tot stand komen vanuit samenwerking en uitwisseling van ideeën. Creativiteit speelt daarbij een steeds grotere rol.
Innovatie is de motor van de Nederlandse economie.

Wat verstaan we eigenlijk onder innovatie? Innovatie is in feite het toepassen van wetenschappelijke kennis. Kennis – fundamentele nieuwe kennis –ontstaat op bijvoorbeeld universiteiten. Maar je hebt er pas iets aan als je het gaat toepassen. Tot iets waar mensen iets aan hebben, iets dat je kunt verkopen. Daarvoor is ondernemersmentaliteit nodig. Zo kun je op een creatieve manier een product te realiseren.
Door design.
Door het koppelen van bestaande kennis aan elkaar waardoor een nieuw praktisch nut ontstaat.
Door kennis te valoriseren.

De eerste denker over innovatie was de econoom Joseph Schumpeter. Volgens Schumpeter is innovatie de bron van economische groei. “The inventor creates ideas, the entrepreneur gets things done”. Ook hij ziet de combinatie al tussen onderzoek en ondernemerszin. Daaruit ontstaat innovatie.

Dus:
Andere elementen dan R&D alleen - ook creativiteit en samenwerking, zijn zeer belangrijk bij innovatie.

Wat is nu mijn rol in dit verhaal, als staatssecretaris van Financiën?

Als innovatie tegenwoordig anders tot stand komt dan vroeger, dan moet de fiscaliteit ook innoveren.

Je moet aansluiten bij deze ontwikkelingen. Dat is de uitdaging.

Ik kan ons belastingstelsel zo inrichten dat innovatieve ondernemers gestimuleerd worden.

Dat is heb ik direct bij mijn aantreden als speerpunt gekozen. De stimulering van innovatief ondernemerschap. Met name in het belastingplan van afgelopen jaar zitten daarvoor de nodige maatregelen.

Ook in het fiscaal pakket in verband met de economische crisis zitten dus doelbewust veel maatregelen die ondernemerschap bevorderen.

Belasting is een noodzakelijk kwaad. Het is mijn taak om geld op te halen om de publieke voorzieningen mee te betalen. Maar dat kun je op veel manieren doen.

Het beste is dan om de dingen die we goed vinden minder zwaar te belasten. Zoals werken, ondernemen, innoveren. Dat kan prima. En dan kun je geld ophalen door dingen te belasten die we minder goed vinden. Zoals vervuiling.

Zo kom ik terug bij de elektrische auto. En andere vormen van innovatieve, moderne automobiliteit.

Tussen haakjes: je ziet dat die elektrische auto ook een ‘gevalletje Open Innovation’ is. Hij moet er komen door samenwerking tussen autofabrikanten, fabrikanten van notebooks, accu’s, elektromotor specialisten en energiebedrijven.

Hoe kan ik die ontwikkelingen naar innovatieve automobiliteit bevorderen?

Een vast uitgangspunt is dat de totale belastingopbrengst gelijk moet blijven. Wat de autobelastingen betreft, is het goed mogelijk gebleken om binnen de autobelastingen aan de ene kant extra te belasten en aan de andere kant de belasting op zuinige en schone auto’s te verlagen.

Al in mijn eerste Belastingplan voor 2008 ben ik daar mee begonnen. Toen heb ik de bonus-malusregeling voor personenauto’s geïntensiveerd. Een CO2 toeslag ingevoerd voor zeer onzuinige auto’s – de slurptax. Ik heb een fijnstofdifferentiatie in de BPM ingevoerd. Een verlaging van de bijtelling privégebruik auto van de zaak voor zeer zuinige auto’s. En de belasting op milieuonvriendelijke brandstoffen is toen verhoogd.

In het Belastingplan 2009 zag je de ombouw van de BPM-grondslag van catalogusprijs naar CO2-uitstoot. Ook de verschuiving van BPM naar MRB is toen wettelijk vastgelegd. De MRB voor zeer zuinige auto’s nog verder verlaagd. Het MRB-tarief voor euro-0, I en II vrachtwagens verhoogd. De bijtelling voor auto’s van de zaak verder gedifferentieerd.

Zo langzamerhand is het een heel pakket aan maatregelen geworden.

Ik ben van plan verder te gaan op deze weg. Als je zakelijke rijders in zuinige auto’s wilt krijgen heb je triggers nodig. Bijvoorbeeld die verlaagde bijtelling van 14% is zo’n trigger gebleken. Veel meer dan de brandstofprijs of lagere BPM. Want die vormen geen echte prikkel voor leaserijders.

In het belastingplan 2010 zal ik voorstellen om de BPM-vrijstelling voor elektrische auto’s te verlengen tot 2018. Samen met de bijtelling van 10% die ik al bekend heb gemaakt, zie je dus dat we als kabinet veel toekomst zien in de elektrische auto.

We willen de aanschaf van Euro-6 dieselauto’s stimuleren. Zodra de Europese Commissie dit mogelijk maakt – waarschijnlijk vanaf 2011 – wil ik een BPM-korting voor deze auto’s invoeren. Als het eerder mag, doe ik het eerder.

Op dit moment worden dieselauto’s hoger belast in de BPM en MRB dan benzineauto’s. Voor dieselauto’s die voldoen aan de euro-6 norm is dat eigenlijk niet meer terecht. Die zijn ongeveer net zo schoon als benzineauto’s. In het komende jaar gaan we onderzoeken welke wijzigingen mogelijk zijn in de MRB en BPM voor de Euro-6 dieselauto’s.

In het Belastingplan 2009 hebben we de afbouw van de BPM en de verschuiving naar de MRB van 2009 tot en met 2013 vanwege de komst van de kilometerprijs wettelijk vastgelegd. Vanaf 2013 gaat de afbouw met 12,5% per jaar en in 2018 is de BPM dan volledig afgeschaft.

Dames en heren, ik rond af.

Auto’s zijn de afgelopen twintig jaar veel en veel schoner geworden. Dat is een groot goed. De komende twintig jaar zal zuinigheid het belangrijkste item zijn. Wat voor auto zullen we in 2020 op de weg zien? Nieuwe technologieën als de elektrische auto en de auto op biobrandstoffen staan op het punt van doorbreken.
Vanuit de overheidsfinanciën moeten we daarop inspelen.
Er is inmiddels heel wat fiscale regelgeving geïntroduceerd waarmee we met de innovatieve ontwikkelingen meegaan en zelfs stimuleren.
Dat alles heeft op de autobranche een behoorlijke impact.

Dit is geen gemakkelijke tijd. De economische crisis is lastig voor bijna elke branche, en de auto- en leasebranche kan erover meepraten.

Naar mijn opvatting is het juist op dit moment van belang om goed voor te sorteren op de toekomst. We zullen het van innovatie moeten hebben als we weer op gang willen komen.

Daarom is het juist nodig om de innovatieve ontwikkelingen richting zuinigere auto’s te ondersteunen. Ook in het fiscale pakket waarmee we de crisis te lijf gaan wordt juist zwaar ingezet op innovatief ondernemerschap.

Dames en heren,

De Autoweek Innovatieaward is een prijs die werkelijk nuttig is. Het is een aansporing om een weg te gaan die echt nodig is en waar beslist toekomst in zit. Een weg van innovatie die de moeite waard is om te steunen. Ik hoop u te hebben laten zien dat het mij ernst is om daar werk van te maken.

Daarom vond ik het leuk u hier toe te spreken. Ik wens u een heel boeiende bijeenkomst toe.