Kabinet: tijdig anticiperen op bevolkingsdaling

Bevolkingsdaling moet worden erkend en geaccepteerd. Eenzijdig denken in termen van groei staat de aanpak van het vraagstuk van bevolkingsdaling in de weg. Er moet tijdig worden geanticipeerd op bevolkingsdaling zodat ook de kansen die bevolkingsdaling biedt, kunnen worden benut. Het kabinet onderschrijft op voorstel van staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deze en de meeste andere aanbevelingen in het advies Bevolkingsdaling van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv).

Het kabinet stelt dit jaar samen met de VNG en het IPO een Interbestuurlijk actieplan bevolkingsdaling op waarin nader wordt ingegaan op beleid voor en visie op bevolkingsdaling. Gemeenten, provincies, Rijk en maatschappelijke partners leveren hiervoor bouwstenen via het in februari dit jaar opgerichte Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling.

Het kabinet vindt dat de gemeente in eerste instantie aan zet is als het gaat om het oppakken van vraagstukken die voortkomen uit bevolkingsdaling. Maar het ziet nadrukkelijk ook een medeverantwoordelijkheid voor Rijk en provincie. De provincie moet bestaande mogelijkheden beter benutten, bijvoorbeeld op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het tijdig afstemmen van het beleid op demografische ontwikkelingen van gemeenten op elkaar en op de regio is daarbij van belang.

Er wordt onderzocht of en zo ja welke meerkosten bevolkingsdaling met zich meebrengt. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zal worden besloten of extra financiële middelen nodig zijn voor krimpgemeenten. Aan de hand daarvan kan worden besloten of herverdeling van middelen binnen dan wel tussen financiële arrangementen binnen de huidige budgettaire kaders noodzakelijk is. Het kabinet is van mening dat het verdeelsysteem in het gemeentefonds voldoende gevoelig is voor demografische ontwikkelingen om te voorzien in eventuele specifieke kosten als gevolg van krimp. Het Periodiek Onderhoudsrapport 2009 toont echter aan dat van dergelijke meerkosten (nog) geen sprake is. In het kader van het Periodiek onderhoudsrapport 2010 zal aandacht worden besteed aan gemeenten met bevolkingsdaling als specifieke groep.