Olympisch Plan 2028: 'Uitblinken op alle niveaus'

Staatssecretaris Bussemaker lichtte op een persconferentie in perscentrum Nieuwspoort het kabinetsstandpunt toe bij het Olympisch Plan 2028: Uitblinken op alle niveaus.

Dames en heren,

Ik ben er trots op dat ik het kabinetsstandpunt over het Olympisch Plan 2028 van NOC*NSF aan u mag presenteren.

Het Olympisch Plan heb ik half mei mogen ontvangen. Ik heb toen meteen duidelijk gemaakt dat het mij sterk aanspreekt.
Vandaag sluit het gehele kabinet zich daarbij aan.

Het spreekt de regering vooral aan dat het Olympisch Plan kansen biedt voor heel Nederland, niet alleen voor de sport. Daar willen we verdere invulling aangeven.

Het kabinet erkent het grote belang van sport voor de Nederlandse samenleving.
Miljoenen mensen doen in hun vrije tijd aan sport en miljoenen mensen kijken naar sport. Topsporters halen het beste uit zichzelf omhoog en zorgen voor verbondenheid onder een groot publiek.

En sport is meer. Sport is goed voor de sociale cohesie, de gezondheid, de economie. Jongeren leren dankzij sport discipline, zelfbeheersing, doorzettingsvermogen en om te gaan met winst en verlies. Ouderen leggen sociale contacten door te sporten en mensen met een beperking krijgen een groter zelfvertrouwen.

Sport staat symbool voor de wil om te presteren, uit te blinken, de beste willen zijn. Daardoor kan sport ook op andere terreinen een belangrijke inspiratiebron zijn. Het kabinet heeft daarom ook Olympische ambities geformuleerd voor onder meer het onderwijs, cultuur, architectuur en de inrichting van Nederland.

En hoe zit het dan met de Olympische Spelen?, vraagt u zich ongetwijfeld af. Het antwoord: zover is het nog niet. Het kabinetsbeleid is er vooralsnog op gericht dat we de sport in Nederland op een hoger niveau brengen én dat we sport inzetten als een inspiratiebron voor andere sectoren. Zodat we op verschillende terreinen tot de wereldtop behoren. Economisch, sociaal, ruimtelijk, cultureel. Niet voor niets is de titel van het kabinetsstandpunt: Uitblinken op alle niveaus.

Als we de komende jaren genoeg vooruitgang boeken, als we van Nederland een land hebben gemaakt dat excelleert op verschillende niveaus, dan komt het er misschien wel van dat we een bid gaan uitbrengen voor de Olympische en Paralympische Spelen in 2028.

Maar als we uiteindelijk géén bid doen voor de Spelen, dan zijn alle investeringen die we hebben gedaan absoluut niet voor niets geweest. Daar hoeven we geen moment spijt van te hebben.

Als staatssecretaris van VWS ben ik niet alleen betrokken bij dit ambitieuze plan. Het gehele kabinet doet mee. En mijn collega-bewindslieden zijn even enthousiast als ik ben.

Maar behalve de rijksoverheid zijn ook andere partners onontbeerlijk. Vanzelfsprekend de sportsector, maar ook gemeenten, provincies, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de bevolking zelf.

Waar hebben we het concreet over?
Het kabinet ziet vijf terreinen waarop we als samenleving topprestaties kunnen gaan leveren. Terreinen die van belang zijn voor de sport én voor de gehele samenleving.

Het zijn de volgende vijf terreinen:

  • Allereerst: Talentvol Nederland: in 2028 moet er in Nederland een cultuur zijn waarin het vanzelfsprekend is om te willen presteren en excelleren. In de sport, maar ook in de cultuur, het onderwijs, ondernemerschap.

  • Meedoen in Nederland is een ander terrein waarop het kabinet wil inzetten. Het doel is dat in 2028 sport voor iedereen toegankelijk is, dat meer mensen bewegen en sporten en dat sport eraan bijdraagt dat mensen deelnemen aan de samenleving.

  • Het derde aandachtsgebied is Vitaal Nederland: de Nederlandse bevolking is in 2028 fit en vitaal. Een actieve en gezonde leefstijl is onder alle Nederlanders wijd verbreid.

  • Mooi, bereikbaar en duurzaam Nederland, is het vierde terrein. Ons land moet in 2028 aantrekkelijk zijn voor toeristen, goed bereikbaar met hoogwaardig vervoer en met een prettig vestigingsklimaat voor bedrijven.

  • Het laatste terrein waarop we willen excelleren is Nederland in beeld: in 2028 moet Nederland internationaal bekend staan als een klein land met grote ambities en resultaten. Een land dat in staat is grote evenementen te organiseren. Een land dat een betrouwbare handelspartner is, waar bedrijven graag hun hoofdkantoor vestigen en dat aantrekkelijk is voor toeristen.

Dames en heren, dat zijn de ambities waaraan het kabinet graag invulling wil geven. U begrijpt dat dat niet van de ene op de andere dag kan. Het is een langdurig traject dat zich uitstrekt over meerdere kabinetten. Maar met dit standpunt leggen we vandaag wel de basis.

Ik kan vandaag dan ook niet een volledige, concrete onderbouwing van de ambities geven. Veel maatregelen die genomen moeten worden, vergen veel en langdurig overleg met andere partners en vragen grote investeringen.

Maar ik kan u al wel een aantal plannen noemen - de een concreter dan de ander - die aangeven hoe we de ambities denken te verwezenlijken. Ik noem er een paar, er staan er meer in het kabinetsstandpunt.

Ik noemde de ambitie Talentvol Nederland. Om daar invulling aan te geven willen we nagaan of het aantal LOOT-scholen moet worden uitgebreid van 27 tot ongeveer 35, die goed regionaal verspreid zijn.
Ook onderzoeken we of het LOOT-concept toegepast kan worden op MBO-instellingen.
Bovendien willen we de LOOT-scholen niet beperken tot de sport, maar ook beschikbaar maken voor talenten op het gebied van muziek en dans.

Meedoen in Nederland, de tweede ambitie, betekent meedoen aan sport, maar ook meedoen aan de maatschappij door sport. We willen de participatie in en door de sport vergroten met maatschappelijke stages, beroepsstages, vrijwilligerswerk, werkervaringsplaatsen en werkgelegenheid. Met gemeenten, woningcorporaties en de sportsector willen we ervoor zorgen dat er voldoende sportvoorzieningen zijn in achterstandswijken.

De derde ambitie: Vitaal Nederland. De komende decennia vergrijst ons land snel. De groep werkenden wordt relatief kleiner. Het is noodzakelijk dat werknemers fit zijn. Naast fitness betekent dat aandacht voor bedrijfssport.
Ook moet de leefomgeving van mensen beweegvriendelijker worden. Een aantal gemeenten start al met de Gezonde Wijk.

De vierde ambitie: Om Nederland mooi, duurzaam en bereikbaar te maken en te houden, gaat het kabinet de komende jaren een aantal onderwerpen agenderen. Onder meer: een ruimtelijk plan voor een Olympische hoofdstructuur. Architecten zullen uitgedaagd worden met gedurfde ontwerpen te komen. Nederland moet een gidsland worden in duurzame ontwikkelingen.

Tot slot de uitstraling van ons land, Nederland in beeld.
Om daar aan bij te dragen moet er een meerjarige en strategische evenementenkalender komen. Een kalender met aandacht voor sportevenementen, maar ook voor culturele manifestaties, belangrijk congressen en bijvoorbeeld de Floriade. Door aansprekende evenementen aan elkaar te koppelen kunnen we Nederland in het buitenland goed onder de aandacht brengen en ons imago als klein land met grote ambities en resultaten versterken.

Daarvoor is het onontbeerlijk dat we belangrijke, mondiaal aandacht trekkende evenementen binnenhalen.
Bijvoorbeeld: het WK voetbal in 2018 of 22. U weet dat België en Nederland, als vervolg op het succesvolle EK in 2000, dit samen willen organiseren.
Het kabinet stelt voor het Nederland-België bid 4,5 miljoen euro beschikbaar.

En we gaan de komende jaren meer investeren in het binnenhalen van grote evenementen. Daarbij kijken we vooral naar het vergroten van het maatschappelijk rendement: economisch, ruimtelijk en sociaal.

Deze evenementen zijn van belang voor de uitstraling van Nederland, maar ook om ervaring op te doen.
Voor deze evenementen wordt de komende jaren drie miljoen extra uitgetrokken. Daarnaast komt er nog eens drie miljoen voor Holland Branding; toerisme, evenementen en innovatie.

En tot slot trekt het kabinet drie miljoen euro uit voor het programmabureau dat op Papendal wordt gevestigd. Dit bureau gaat er op toezien dat het Olympisch Plan in samenwerking met andere partijen wordt uitgevoerd.

Dames en heren,
Het is u duidelijk: Nederland heeft ambities met Olympische allure. De komende jaren gaan we daarin 13,5 miljoen investeren, zoals ik u net vertelde.
Niet alleen VWS, maar ook andere departementen gaan investeren op hun terreinen om Nederland op Olympisch niveau te brengen.
Als dit allemaal is gebeurd, kunnen we serieus gaan nadenken over het uitbrengen van een bid om de Olympische Spelen te organiseren.
Maar uitgangspunt blijft: als de Spelen niet aan Nederland worden toegewezen – en we weten allemaal dat het Olympisch Comité in haar uiteindelijke beslissing veel factoren mee weegt - dan zijn de gemaakte investeringen absoluut niet voor niets geweest.