Persconferentie na de ministerraad van 3 juli 2009

Minister-president Balkenende spreekt op de wekelijkse persconferentie na de ministerraad over onder meer de Crisis- en herstelwet en het Olympisch Plan 2028 van het NOC*NSF.

Minister-president Balkenende:

We hadden een lange vergadering. Eerst de Rijksministerraad en toen de ministerraad. Er waren ook vrij veel zaken te bespreken. Voor mij is het de laatste ministerraad die ik heb voorgezeten voordat we beginnen met het zomerreces. Volgende week hebben we nog één MR. Vice-MP Bos zal deze voorzitten en de persconferentie doen. Zelf zit ik volgende week bij de G8 in L'Aquila. Ik zal enkele zaken toelichten.

Als eerste de Crisis- en herstelwet. De ministerraad heeft ingestemd met het voorwerk dat de afgelopen weken en maanden is verricht. Zoals toegezegd kan die nu voor de zomer naar de Raad van State. Uit de voortvarendheid waarmee deze wet door velen tot stand is gebracht, sprak een duidelijke mentaliteit van slagvaardigheid.

De Crisis- en herstelwet hebben we hard nodig. We zitten in zwaar weer. Eerst hadden we de financiële crisis die we moesten aanpakken. Nu hebben we te maken met een crisis in de reële economie. De recessie is diep. Bedrijven gaan failliet. De werkloosheid stijgt verder. Er is dus alle reden te werken aan versterking van de bedrijvigheid in Nederland. Nederland kan wat doen aan het bestrijden van de crisis en werken aan herstel. Nu geldt meer dan ooit: economische groei en werkgelegenheid zijn topprioriteit.

Nederland moet snel investeren in concrete projecten die banen verzekeren en onze economie sterker maakt. Wegen, windmolenparken, waterwerken, kustversterking, enzovoorts. Ongewone tijden vragen om ongewone maatregelen. De Crisis- en herstelwet zorgt voor een versnelling van de projecten. De vaart moet erin. Werk voor vandaag. Duurzaamheid, mobiliteit en economische dynamiek voor morgen. Tegelijkertijd handhaven we de noodzakelijke waarborgen voor zorgvuldige besluitvorming.

Alle wet- en regelgeving voor infrastructuur, bouwprojecten en duurzame energieprojecten hebben we bekeken. We hebben procedures ingekort. We stroomlijnen wetgeving. We dringen het aantal vergunningen terug. En we scheppen duidelijkheid in bestuurlijke verantwoordelijkheden. Projecten die bijdragen aan meer duurzaamheid of bereikbaarheid kunnen nu versneld worden gestart. Dat geldt voor 58 projecten waartoe al besloten is: wegen, bruggen, spoor, woonwijken. Dat gaat van de A4-Midden-Delfland tot A74 bij Venlo, en van de IJsseldelta tot aan Zuidplaspolder.

Maar dit geldt zeker ook voor nieuwe projecten waar regio's mee aan de slag kunnen en moeten. Bijvoorbeeld voor tientallen windmolenparken, bouwprojecten, wegverbredingen en waterwerken. De lijst met projecten kan de komende jaren alleen nog maar groeien.

Kortom, de Crisis- en herstelwet bevat een pakket onconventionele maatregelen. En daarom is de wet grotendeels specifiek en tijdelijk van aard. Voorzien is dat de wet inwerking treedt op 1 januari 2010 en vervalt op 1 januari 2014.

Dan iets anders. Het Aanvullend Beleidsakkoord. Ook daar hebben we vandaag bij stilgestaan in de zin van een follow-up van wat toen al is besloten. Doel is natuurlijk om de economie uit het slop te trekken en te verduurzamen.
Enkele voorbeelden: in de eerste plaats trekken we 165 miljoen euro uit voor het opknappen van schoolgebouwen. Het gaat om energiebesparende aanpassingen en het verbeteren van de ventilatie in de gebouwen. Ook heeft de MR ingestemd met het stimuleren van elektrisch rijden. We willen dat Nederland hiermee internationaal voorop gaat lopen. Het zijn besluiten die bijdragen aan onze ambitie van een duurzame economie.

Een punt van heel andere orde is het Olympisch Plan. De MR heeft ingestemd met een positieve reactie op het Olympisch Plan 2028 van het NOC*NSF. Het is een plan met durf, visie en daadkracht. Precies wat Nederland in deze moeilijke economische tijden nodig heeft.

De lat ligt hoog. Het doel is heel Nederland in meerdere opzichten naar Olympisch niveau te brengen. Kandidaatstelling voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen in 2028 is een mogelijke uitkomst van het plan. Dat is een inspirerende gedachte.

Omdat het kabinet alvast ervaring wil opdoen met andere grote evenementen ondersteunen we de bidprocedure voor het WK Voetbal 2018 of 2022. De vele successen van onze Nederlandse topsporters op de Spelen in het afgelopen decennium spreken tot de verbeelding. Het zou prachtig zijn als we de Spelen na 100 jaar in eigen land opnieuw kunnen beleven.
Maar zover zijn we nu nog niet. De hele samenleving kan van het plan profiteren, óók als we uiteindelijk niet zouden beslissen tot een kandidatuur. Dit is wat ik er nu even over wil zeggen. Straks zal de staatssecretaris, mevrouw Bussemaker hier in Nieuwspoort een nadere toelichting op geven.