Zorg op maat voor mensen met psychische stoornis

Er komt een nieuwe, wettelijke regeling met zorg op maat voor mensen met een psychische stoornis die een aanzienlijk risico lopen op ernstige schade voor zichzelf of voor anderen. De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg. Dit wetsvoorstel vervangt de huidige Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz).

Het wetsvoorstel biedt een oplossing voor de belangrijkste knelpunten die zich in de praktijk voordoen. Niet langer staat de gedwongen opname van de patiënt centraal. Straks wordt opname één van de mogelijkheden in de zorgketen en sluit de nieuwe regeling beter aan bij de werkwijze van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland. De positie van de patiënt wordt versterkt, onder andere door de voorwaarde dat verplichte zorg in beginsel alleen kan worden toegepast op basis van een richtlijn die dwang moet voorkomen of de duur daarvan beperken. Tijdens het gehele zorgtraject moet er kwalitatief goede (vrijwillige) zorg zijn met aandacht voor de persoonlijke beleving en voor de voorkeuren van de patiënt om beter op diens behoefte te kunnen inspelen. Voor verplichte zorg aan jeugdigen stelt het wetsvoorstel extra zorgvuldigheidseisen.

Ook komt er voor verschillende vormen van verplichte zorg - zoals ambulante behandeling, verzorging, begeleiding of opname in een instelling - één rechterlijke zorgmachtiging met een vaste procedure. Dit betekent een vereenvoudiging ten opzichte van de bestaande zeven machtigingen met verschillende, ingewikkelde procedures. Voortaan zal een commissie de rechter adviseren over de gewenste zorg op maat. In spoedeisende gevallen kan een beroep op een crisismaatregel worden gedaan, die de huidige inbewaringstelling vervangt.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.